3D les 1 07-09

Le vendredi 8 septembre
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Le vendredi 8 septembre

Slide 1 - Slide

Plan du cours
1. Les but du cours
2. Prononciation apprendre 1 en 2
3. Travailler ensemble: Regarder + Grammaire I
4. Travailler seul: Lire
5. Doelen bereikt? 

Slide 2 - Slide

1. Les buts du cours
-Vocabulaire: Je hebt de woordjes van apprendre 1 geoefend.
-Regarder: Je kunt een vlog over Martinique begrijpen. 
-Lire: Je kunt de hoofdlijnen van een tekst over vakantie begrijpen. 
-Grammaire I: Je weet wat de persoonlijke voornaamwoorden met nadruk zijn. 


Slide 3 - Slide

2. Prononciation
Prends ton livre à la page 37 et lis les mots. 
Attention à la prononciation.

Slide 4 - Slide

3. Travailler ensembler
Regarder: Prends ton livre à la page 10. Fais les exercices 1 et 2. 

Grammaire I: De persoonlijke voornaamwoorden met nadruk.
Prends ton livre à la page 14
Lees de uitleg en beantwoord deze vragen: 
-Wanneer gebruik je een P.V met nadruk?
-Fais l'exercice B page 15.
 




Slide 5 - Slide

4. Travailler seul
Lire: 
Prends ton livre à la page 11. Fais les exercices 4, 5 et 6.
H profil: 4, 5 et 6 (questions 1 à 6).
timer
5:00

Slide 6 - Slide

5. Heb je de doelen bereikt? 
-Regarder: Je kunt een vlog over Martinique begrijpen. 
-Lire: Je kunt de hoofdlijnen van een tekst over vakantie begrijpen. 
-Grammaire I: Je weet wat de persoonlijke voornaamwoorden met nadruk zijn. 


Slide 7 - Slide

Tu as atteint les buts du cours?
Oui, bien sûr!
Presque! (bijna)
Non :(

Slide 8 - Poll

2a.Herhaling Grammaire I
-De onregelmatige werkwoorden: être + avoir (samen herhalen)
-De -er werkwoorden (tip*: "er" afhalen + uitgangen toevoegen)
-Le passé-composé (voltooid tegenwoordige tijd p. 157) + l'imparfait (onvoltooid verleden tijd p. 159) . 


*Een ESkimo Eet ONS EZeltje En Trecht

Slide 9 - Slide

2b.Le passé-composé
-Avoir/ Être in le présent vervoegen + er werkwoorden = é
Bijvoorbeeld: ik heb gegeten = j'ai mangé (eten=manger) 

-Werkwoorden dat je moet kennen! 
Faire (doen) -> avoir + fait               Avoir: avoir + eu (ik heb gehad)
Être -> avoir + été                                 *In le P.C moet je een extra e/s
Aller (gaan) -> être + allé(e)*            toevoegen als je être gebruikt.

Slide 10 - Slide

2c. L'imparfait
1. Neem de nous-vorm van het werkwoord in le présent
2. Haal "ons" af. -> Nous faisons = fais
3. Schrijf de uitgangen aan het eind van het werkwoord. 
Bijvoorbeeld: fais + ais/ais/ait/ions/iez/aient
Et voilà je kunt een werkwoord in l'imparfait vervoegen!.

Slide 11 - Slide

4a. Hoe zeg je "Ik heb gegeten" in het Frans? (P.C)

Slide 12 - Open question

4b. Hoe zeg je "Je hebt gehad" in het Frans?(P.C)

Slide 13 - Open question

4c. Schrijf "wij hadden" in het Frans. (imparfait)

Slide 14 - Open question