BLB - het weer op vakantie

Vakantie
Waar ga jij op vakantie?
Vakantie
Les 4: het weer op vakantie
1 / 72
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 72 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vakantie
Waar ga jij op vakantie?
Vakantie
Les 4: het weer op vakantie

Slide 1 - Slide

Leerdoel:
  • Je kent woorden om uit te leggen wat je doet op vakantie.

Slide 2 - Slide

Woordenschat
Wat weet je nog van 
de vorige les?

Schrijven op wisbordje.

Slide 3 - Slide

Woordenschat

Slide 4 - Slide

Woordenschat
Werkwoord: kamperen

Slide 5 - Slide

Woordenschat

Slide 6 - Slide

Woordenschat
Werkwoord: zonnen

Slide 7 - Slide

Woordenschat

Slide 8 - Slide

Woordenschat
Op excursie 

Slide 9 - Slide

Woordenschat

Slide 10 - Slide

Woordenschat
Werkwoord: 
glijden

Slide 11 - Slide

Woordenschat

Slide 12 - Slide

Woordenschat
Werkwoord: picknicken

Slide 13 - Slide

Woordenschat

Slide 14 - Slide

Woordenschat
Werkwoord: uitrusten

Slide 15 - Slide

Woordenschat

Slide 16 - Slide

Woordenschat
Werkwoord: bezoeken
de bezoeker
de toerist

Slide 17 - Slide

Woordenschat

Slide 18 - Slide

Woordenschat
Werkwoord: winkelen

Slide 19 - Slide

Woordenschat

Slide 20 - Slide

Woordenschat
Werkwoord: uiteten

Slide 21 - Slide

Woordenschat

Slide 22 - Slide

Woordenschat
de souvenir

Slide 23 - Slide

Woordenschat
Nieuwe woorden...
veel weet je al!

Slide 24 - Slide

Welke woorden weet
je over het weer?

Slide 25 - Mind map

Woordenschat
Het weerbericht

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Welke woorden over het weer weet je nu?

Slide 28 - Open question

Woordenschat
Woorden thema 8 lowan

Slide 29 - Slide

de wolk - het is bewolkt

Slide 30 - Slide

de zon - het is zonnig 

Slide 31 - Slide

de wind - het waait

Slide 32 - Slide

de regen - het regent

Slide 33 - Slide

het onweer - het onweert

Slide 34 - Slide

de sneeuw - het sneeuwt

Slide 35 - Slide

de storm - het stormt

Slide 36 - Slide

de hagel - het hagelt

Slide 37 - Slide

het is warm
het is koud

Slide 38 - Slide

de temperatuur stijgt
de temperatuur daalt

Slide 39 - Slide

herhalen
(Wat zeg je bij het plaatje?)

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

het is bewolkt

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

het is zonnig 

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

het waait

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

het regent

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

het onweert

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

het sneeuwt

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

het stormt

Slide 54 - Slide

Slide 55 - Slide

het hagelt

Slide 56 - Slide

Slide 57 - Slide

het is warm
het is koud

Slide 58 - Slide

de temperatuur - het is warm - het is koud

Slide 59 - Slide

Slide 60 - Slide

de temperatuur stijgt
de temperatuur daalt

Slide 61 - Slide

korte quiz
dagdelen
(dag - deel)
(een stuk van de dag)

Slide 62 - Slide

Wanneer is dit?
10:30 uur
A
's ochtends
B
's middags
C
's avonds
D
's nachts

Slide 63 - Quiz

Wanneer is dit?
19:45 uur
A
's ochtends
B
's middags
C
's avonds
D
's nachts

Slide 64 - Quiz

Wanneer is dit?
04:15 uur
A
's ochtends
B
's middags
C
's avonds
D
's nachts

Slide 65 - Quiz

Wanneer is dit?
11:55 uur
A
's ochtends
B
's middags
C
's avonds
D
's nachts

Slide 66 - Quiz

Wanneer is dit?
17:30 uur
A
's ochtends
B
's middags
C
's avonds
D
's nachts

Slide 67 - Quiz

Hoe is het weer op deze foto?

Slide 68 - Open question

Hoe is het weer op deze foto?

Slide 69 - Open question

Hoe is het weer op deze foto?

Slide 70 - Open question

Hoe is het weer op deze foto?

Slide 71 - Open question

Opdracht weerbericht
Maak het werkblad:
  • Kies een stad in Europa (bijv. Barcelona, Praag, London, Parijs, Rome, Berlijn, Kopenhagen...)

  • Zoek op internet naar het weer in jouw vakantieplaats.

  • Schrijf op hoe het weer is de komende week. 

Klaar? Stenvert / ABC

Slide 72 - Slide