Impressionisme en Postimpressionisme

1 / 56
next
Slide 1: Slide
HandvaardigheidMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 56 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

lithografie
Nieuwe druktechniek

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Quiz

Slide 12 - Slide

Wat is Jugendstil of Art Deco?
A
Een politiek gemotiveerde kunststroming die motieven van SNELHEID en moderne techniek toepast.
B
De wereld wordt ontleed in FRAGMENTEN en tijdseenheden.
C
Stijl met met DECORATIEVE plantenmotieven in vooral grafiek en architectuur.
D
Gebruikt de wetten van de waarneming, kleur wordt op wetenschappelijke wijze ONTLEED.

Slide 13 - Quiz

Jugendstil is een kunststijl uit het einde van de 19e eeuw. In verschillende landen in Europa zie je in de toegepaste kunst, architectuur, mode en affiches de kenmerkende stijl terug. Jugendstil wordt ook wel Art Nouveau genoemd. Welke uitspraak is NIET waar?
A
De producten gemaakt in Jugendstil stijl zijn luxeproducten, gemaakt van kostbare materialen, machinaal vervaardigd.
B
De invloed van de natuur is kenmerkend voor Jugendstil. Veel patronen en asymmetrische vormen uit de weelderige natuur worden gebruikt.
C
Ondanks de decoratieve uitstraling wordt Jugendstil ook een moderne kunststroming genoemd, omdat er veel gebruik wordt gemaakt van materialen uit de 'nieuwe tijd'
D
In Nederland staat Jugendstil vooral bekend als de 'slaoliestijl'. Er werden veel affiches gemaakt voor een slaolie merk, met vloeiende uiteenlopende belijningen.

Slide 14 - Quiz

Kenmerken van Jugendstil zijn:
A
Geometrische vormen, dikke lijnen
B
Plantmotieven, contourlijnen
C
Organische vormen, Pastelkleuren
D
Felle kleuren, abstracte vormen

Slide 15 - Quiz

Op welk plaatje zie je het interieur van de jugendstil?
A

Slide 16 - Quiz

Wat past NIET bij Jugendstil?
A
vervaardigd uit massaproductie
B
Romantiek: inspiratie vanuit de natuur
C
moderne materialen: gietijzer, staal en glas
D
moderne constructies accentueren

Slide 17 - Quiz

19de eeuw
Impressionisme
Postimpressionisme

Slide 18 - Slide


    1. Impressionisme                                      3. Expressionisme
    2. Postimpressionisme                            4. Kubisme

Slide 19 - Slide

Fin de Siècle - Belle epoque

Slide 20 - Slide

Wat betekent
eigenlijk een impressie?

Slide 21 - Mind map

Impressionisme            1870-1905
Momenten vastleggen
Zuivere kleuren (pastel en paars)
Alledaagse onderwerpen
Toetsen
Schetsmatige techniek
Sfeer en lichtval belangrijk
Niet glad afgewerkte beelden
Veel beelden met diepe plooien


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Link

Licht

Slide 25 - Mind map

Salon de refusés

Slide 26 - Slide

Caillebotte
        

Manet
Monet

Slide 27 - Slide

Monet

Slide 28 - Slide

Postimpressionisme  1880-1900
Kunstenaar schildert niet wat hij ziet, maar wat hij voelt of denkt
Invloeden van andere culturen
Kunstenaars ontwikkelen een eigen stijl

Cézanne: Wiskundige vormen, afgewogen composities
Seurat:   Pointillisten: stippen, zuivere kleuren, duidelijke toetsen of stippen
Van Gogh: Felle kleuren en fors toetsen, gevoel speelt een belangrijke rol
Gauguin: Felle Kleuren, exotische invloeden


Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Cézanne

Slide 31 - Slide

Van Gogh

Slide 32 - Slide

Gauguin

Slide 33 - Slide

Seurat

Slide 34 - Slide

Paul Gauguin - postimpressionisme
Georges Seurat - postimpressionisme
Vincent Van gogh - postimpressionisme

Slide 35 - Drag question

Symbolisme

Slide 36 - Slide

Wat voor gevoel geeft
jou dit schilderij?

Slide 37 - Open question

Edvard Munch

Slide 38 - Slide

Gustav Klimt

Slide 39 - Slide

Expressionisme           1905-1925 

Persoonlijke gevoelens van de kunstenaar
Bakstenen of betonnen gebouwen met golvende muren en versieringen
Vervorming om een emotioneel effect te krijgen
Schilderkunst met felle kleuren en grove toetsen
Vereenvoudigde vormen in schilder en beeldhouwkunst

Slide 40 - Slide

Expressie van de kunstenaar niet de realiteit


Schilderkunst met felle kleuren en grove toetsen
Vereenvoudigde vormen in schilder en beeldhouwkunst

Slide 41 - Slide

Tekenen op muziek
Teken en kleur wat je hoort op gevoel
Schrijf er steeds één of meerdere emoties bij
Maak er een geheel van

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

De Norm vs. Modern

Slide 44 - Slide

    Fauvisten = 
           wilden

Slide 45 - Slide

Architectuur en beeldhouwkunst

Slide 46 - Slide

Voorlopers abstracte kunst

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Video

Verwerking stof
Blz 54-55-56-57 van het leesboek
Maken blz 39-40-44-45-47

Slide 49 - Slide

Rol een Picasso

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Video

Slide 52 - Video

Kubisme                          1920-1930
Wiskundige en hoekige vormen
Verschillende aanzichten in 1 schilderij
Geen perspectief
Toepassing van collagetechniek
Licht- en schaduweffecten zijn belangrijk in de beeldhouwkunst

Slide 53 - Slide


Geometrische vormen

Licht- en schaduw
effecten
Verschillende 
standpunten

Slide 54 - Slide

Slide 55 - Slide

Slide 56 - Slide