Hfst 1 verkoop

Goederen of diensten?
1 / 30
next
Slide 1: Slide
WerknemersvaardighedenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goederen of diensten?

Slide 1 - Slide

Fiets?
A
Goederen
B
Diensten

Slide 2 - Quiz

Repareren lekke band
A
Goederen
B
Diensten

Slide 3 - Quiz

Pannenset
A
Goederen
B
Diensten

Slide 4 - Quiz

Kookworkshop
A
Goederen
B
Diensten

Slide 5 - Quiz

Dweil
A
Goederen
B
Diensten

Slide 6 - Quiz

Wat zijn andere woorden voor 'goederen'
A
Artikelen
B
Verpakkingen
C
Pakken
D
Producten

Slide 7 - Quiz

Schoonmaken
A
Goederen
B
Diensten

Slide 8 - Quiz

Groothandel of detailhandel?

Bloemenwinkel
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 9 - Quiz

Groothandel of detailhandel?

Makro
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 10 - Quiz

Groothandel of detailhandel?

Hanos
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 11 - Quiz

Groothandel of detailhandel?

Albert Heijn
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 12 - Quiz

Groothandel of detailhandel?

Bol.com
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 13 - Quiz

Groothandel of detailhandel?

Action
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 14 - Quiz

Detailhandel of groothandel?
Particulieren
Groothandel

Slide 15 - Slide

Yarina heeft een koffie- en theewinkel. Ze koopt de artikelen uit haar winkel bij een groothandel. Ze heeft namelijk grote hoeveelheden nodig. Ze kan deze artikelen in grote getallen kopen bij winkels zoals Sligro of de Makro

A: Welke winkel in dit voorbeeld is detailhandel?
B: Welke winkels zijn in dit voorbeeld groothandels?

Slide 16 - Open question

Jana wil een telefoon voor haar verjaardag. Haar ouders kunnen deze het beste bij een .... kopen
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Soorten winkels




Winkels kunnen op verschillende manieren in groepen worden ingedeeld. Je kunt kijken naar:
  • wat voor goederen de winkel verkoopt
  • de grootte van de winkel
  • de manier van verkopen van goederen

Slide 19 - Slide

Wat voor goederen verkoopt de winkel?
De winkels in de detailhandel zijn de verdelen in verschillende groepen. De groepen zijn weer onder te verdelen in branches. In een BRANCH zitten winkels die ongeveer dezelfde artikelen verkopen.


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Welke winkels horen volgens jou bij een branch?
(zet ze achter elkaar in je antwoord)

H&M - Intertoys - Bakkerij Bart - Jamin - Zara - WE Fashion - The Sting - Mediamarkt - Intratuin - Wibra -


Slide 23 - Open question

Groepen & Branches
Groep: Elektronica
Branches:
  • computerwinkels
  • telefoonwinkels

Groep: Onderwijs en vrije tijd
Branches:
  • boekenwinkels
  • speelgoedwinkels


Groep: Foodspeciaalzaken
Branches
  • kaaswinkels
  • viswinkels
  • banket(bakkerij)

Groep: Huis en tuin
Branches:
  • bloemenwinkels
  • dierenspeciaalzaken

Slide 24 - Slide

Groepen en branches
Groep: Kleding en sport
Branches:
  • schoenenwinkels
  • modewinkels

Levensmiddelen
Branches:
  • Supermarkten
  • Biologische winkels



Groep: Persoonlijke verzoring
Branches:
  • Drogisterijen
  • Parfumerieën

Groep: Woninginrichting
Branches:
Keukenwinkels
Meubelwinkels

Slide 25 - Slide

In welke groep zou jij graag willen werken?
Leg je antwoord uit.

En in welke branche écht niet?

Slide 26 - Open question

In welke branche zou jij graag willen werken?

En in welke branche echt niet?

Slide 27 - Open question

Hoe groot is de winkel?

Grootbedrijf
meer dan 50 werknemers
meerdere vestigingen in Nederland en soms ook over de hele wereld
Middenbedrijf
winkel met meer dan 10 medewerkers
soms hebben deze winkels meerdere vestigingen

Kleinbedrijf
hebben maar één vestiging
meestal alleen in een stad of dorp

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Even ontspannen na al die informatie.....

Slide 30 - Slide