voltooideelwoord en hulpwerkwoorden 'zijn' en 'hebben' 2

1 / 13
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

De kinderen hebben in het bos gewandeld.
Wat is het voltooid deelwoord?
A
hebben
B
bos
C
het
D
gewandeld

Slide 2 - Quiz

De boze jongen heeft de deur kapot gemaakt.
Wat is het voltooid deelwoord?
A
gemaakt
B
boze
C
de
D
deur

Slide 3 - Quiz

De professor heeft een nieuw medicijn ontdekt.
Wat is het voltooid deelwoord?
A
nieuw
B
medicijn
C
ontdekt
D
professor

Slide 4 - Quiz

De soldaat heeft aan het vuur kunnen ontkomen.
Wat is het voltooid deelwoord?
A
vuur
B
soldaat
C
heeft
D
ontkomen

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

ik 

jij

hij/zij
wij

zij

ben
is
bent
zijn
zijn

Slide 7 - Drag question

ik 

jij

hij/zij
wij

zij

heb
hebt
heeft
hebben
hebben

Slide 8 - Drag question

Het kleine hondje is aan het spelen
Wat is het hulpwerkwoord?
A
kleine
B
spelen
C
hondje
D
is

Slide 9 - Quiz

De luchtballon heeft een heel eind gevlogen.
Wat is het hulpwerkwoord?
A
heeft
B
eind
C
heel
D
luchtballon

Slide 10 - Quiz

De poes is naar haar mandje gekropen.
Wat is het hulpwerkwoord?
A
mandje
B
is
C
de
D
gekropen

Slide 11 - Quiz

De kinderen hebben allemaal taart gegeten.
Wat is het hulpwerkwoord?
A
gegeten
B
allemaal
C
hebben
D
taart

Slide 12 - Quiz

Wat vond je van deze les? Schrijf op waarom je het makkelijk of moeilijk vond☺ Succes!

Slide 13 - Open question