Voorbeelden, foute antwoorden maken en signaalwoorden conclusie

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

today

- signaalwoorden

- exam tips & tricks

- basis woordenlijst

Signaalwoorden 

signaalwoorden

• woorden die twee zinnen of twee alinea's aan elkaar verbinden
• deze woorden hebben een functie: ze geven extra informatie
• bijvoorbeeld waarom iets gebeurd/ of het gevolg van iets
• deze woorden zijn belangrijk bij het beantwoorden van de ABCD-vragen

 gevolg of conclusie

• Wat in het ene stuk zin staat is het gevolg van wat in het andere stuk zin staat

gevolg of conclusie

• zin 1 - Ik heb heel hard geleerd
• zin 2 - ik ben geslaagd

zin 2 is het gevolg van zin 1

Ik heb heel hard geleerd met als gevolg dat ik geslaagd ben

Conclusie

1.  so              dus

2. thus,          Zo, (als in: zo dus)

3. after all    tenslotte (He got a promotion. After all, he works hard!)

4. as a result door, als gevolg van

5. consequently met als gevolg

6. hence       daarom, zodoende

7. therefore daarom

8. in short    kortom

9. thus          zo, op die manier, samenvattend

10. indeed    inderdaad (versterkt vorige zin)

she was late.......... the heavy snow

1. besides
2. as a result of
3. nonetheless
4. however

he got a promotion, ........ he works hard

1. after all
2. until
3. likewise
4. futhermore

John never studied for his final exam .....he failed them all

1. consequently
2. whereas
3. despite
4. however

the roads where covered in ice ...... it was not safe to drive

1. besides
2. otherwise
3. hence
4. furthermore

The store was out of chocolate chips; ........, they would need to make a different type of cookies.

1. equally
2. moreover
3. admittedly
4. therefore

The mirror was curved, ...... it made objects look farther away than they really were.

1. moreover
2. whereas
3. thus
4. despite

She found the evening boring and uninteresting, ......., a waste of time.

1. nonetheless
2. in short
3. besides
4. despite

Exam tips & tricks 

Hoe maakt het cito de foute antwoorden? 

• Groep 1: Woorden die geen nuance toelaten
  
• NL: altijd, alleen, het meest     EN: always, only, most

• Groep 2: de stijgende/dalende lijn.
• NL: steeds meer  EN: more

• Groep 3: Er zijn twee dingen, tekst zegt X en Y, antwoord zegt X meer dan Y.
  
• NL: vooral     En: more X than Y, to prefer

• Groep 4: Speciaal geval: WAAROM in het antwoord
  
• EN: explains why
  

Woorden die geen nuance toelaten zijn:

1. always, only, most
2. more
3. more X than Y, to prefer
4. explain why

Woorden die een stijgende / dalende lijn aangeven.

1. always, only, most
2. more
3. more X than Y, to prefer
4. explain why

Cito wil dat je voorbeelden kunt herkennen.
Ze vragen wat de functie van een bepaald stukje tekst is en in het antwoord staat dan....

1. It makes clear
2. It illustrates
3. It shows
4. It gives examples

Let op!
Als ... in het antwoord staat, is dat vaak een fout antwoord!

1. For example
2. Explains why