4.7 herhalen grammatica (les 2)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • iPad (log in)
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • iPad (log in)

Slide 1 - Slide

Planning
  • Test jezelf 3.7?
  • Herhalen theorie 4.7
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les


Slide 2 - Slide

Huiswerk
Test jezelf 3.7
Alles op groen?
Vragen?

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 4.7

  • In zinnen aanwijzen: kww, zww en hww
  • In zinnen aanwijzen wg of ng

Slide 4 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
  • het onderwerp doet iets

Ik fiets naar school. Zij is haar vriendin aan het bellen. 
Hij eet zijn brood op. Zij zitten te lezen.

  • te + hele werkwoord; aan het + hele werkwoord
  • splitsbaar werkwoord: opbellen, ik bel op

Slide 5 - Slide

Naamwoordelijk gezegde
het onderwerp is iets
bestaat uit twee delen
  • koppelwerkwoord: zijn / worden / blijven
  • plus aanvulling met bijvoeglijk of zelfstandig naamwoord

Ik word later beroemd



wissel voor zijn/blijven

Slide 6 - Slide




ZWW zelfstandig werkwoord
  • duidelijke betekenis, 
  • iemand DOET iets
  • hoort bij het werkwoordelijk gezegde



KWW koppelwerkwoord: zijn, worden, blijven
  • geen duidelijke betekenis
  • iemand IS iets
  • hoort bij het naamwoordelijk gezegde

HWW hulpwerkwoord
  • geen duidelijke betekenis
  • kan niet alleen in een zin staan
  • kan bij wg en ng
  • is de persoonsvorm
Soorten werkwoorden
Ik kan fietsen.
kan = pv en hww
fietsen = zww
Ik wil beroemd worden.
wil = pv en hww
worden = kww

Slide 7 - Slide

Voorbeeldzin
Schrijf het gezegde op en zeg ng of wg.

Hoe word je later profvoetballer?

Slide 8 - Slide

Ik zal mijn boeken moeten kaften.

Slide 9 - Open question

Uitwerking
Ik zal mijn boeken moeten kaften.

werkwoorden: zal moeten kaften
geen kww, onderwerp doet iets 
WG = zal moeten kaften

Slide 10 - Slide

Fred is lang kwaad gebleven.

Slide 11 - Open question

Uitwerking
Fred is lang kwaad gebleven.

werkwoorden: is gebleven, 
kww: ja => gebleven; pv = hww
onderwerp is iets => kwaad
NG = is kwaad gebleven

Slide 12 - Slide

Hij heeft een scooter
van zijn vader gekregen.

Slide 13 - Open question

Uitwerking
Hij heeft een scooter van zijn vader gekregen.

ww: heeft gekregen
geen kww, onderwerp doet iets
WG =  heeft gekregen

Slide 14 - Slide

Was jij altijd bang in het donker?

Slide 15 - Open question

Uitwerking
Was jij altijd bang in het donker?

werkwoorden: was, kww = ja
onderwerp is iets => bang
NG = is bang

Slide 16 - Slide

Werkmoment
  • Maak Test jezelf van 4.7
  • Welke leerdoelen hebben extra aandacht nodig?
  • Oefenen? Kijk bij Versterk Jezelf.
  • Niets te oefenen? Lees je leesboek.

Leerdoelen staan in de studiewijzer in Magister.

Slide 17 - Slide

Afsluiting
  • Huiswerk staat in Magister.

Slide 18 - Slide

Woorden 3.5

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Woorden 4.5

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link