Inleiding goniometrie H3 TL4

Rekenen aan rechthoekige driehoeken
Een inleiding in de goniometrie
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Rekenen aan rechthoekige driehoeken
Een inleiding in de goniometrie

Slide 1 - Slide

Wat kan je NIET berekenen aan/in/van een driehoek?
A
De lengte van een zijde
B
De oppervlakte
C
De inhoud
D
De grootte van een hoek

Slide 2 - Quiz

180 graden                                                                              driehoeksom

Slide 3 - Slide

De drie hoeken van een driehoek zijn samen
A
90 graden
B
120 graden
C
180 graden
D
360 graden

Slide 4 - Quiz

Stel dat van driehoek ABC
hoek A = 40 en hoek B = 80 graden.
Hoe groot is hoek C?

Slide 5 - Open question

Stelling
van 
Pythagoras

Slide 6 - Slide

Bereken AC

Slide 7 - Open question

Namen van de driehoek-zijde
- lange zijde en korte zijden (of rechthoekzijden)
aanliggend, overstaand en schuine zijde
- afstand en hoogte

Slide 8 - Slide


De verhouding van de rechthoekzijden is gekoppeld aan de grootte van de bijbehorende hoek.
Die verhouding noem je de tangens

Slide 9 - Slide

Als er in een driehoek geen sprake is van een helling (afstand en hoogte) spreek je van de tangens ipv hellingsgetal!
Als er geen sprake is van een helling (afstand en hoogte) dan heet het hellingsgetal de tangens.
De tangens is de verhouding tussen de overstaande zijde en de aanliggende zijde.

Slide 10 - Slide

"hellingsgetal" 

Slide 11 - Slide

welk hellingsgetal hoort bij deze driehoek?
A
17/12 (of wel 17 : 12 )
B
12/17 (of wel 12 : 17)
C
17/12 x 100
D
12/17 x 100

Slide 12 - Quiz

welke berekening heb je nodig voor het berekenen van de hellingshoek?
A
tan 12:17
B
tan-1 17:12
C
tan (17:12)
D
tan -1 (12:17)

Slide 13 - Quiz

Welke namen kunnen de zijden hebben, gezien uit hoek A?
A
aanliggende zijde
lange zijde
schuine zijde
afstand
hoogte
korte zijden
overstaande zijde

Slide 14 - Drag question

Welke namen kunnen de zijden hebben, gezien uit hoek C?
C
komt niet voor
aanliggende zijde
lange zijde
schuine zijde
afstand
hoogte
korte zijden
overstaande zijde

Slide 15 - Drag question

welke tangens hoort bij hoek A?
A
17/12 (of wel 17 : 12 )
B
12/17 (of wel 12 : 17)
C
17/12 x 100
D
12/17 x 100

Slide 16 - Quiz

welke tangens hoort bij hoek C?
C
A
17/12 (of wel 17 : 12 )
B
12/17 (of wel 12 : 17)
C
17/12 x 100
D
12/17 x 100

Slide 17 - Quiz

zijde berekenen met tangens  5.4
Als je met de twee rechthoekzijden de grootte van de hoek kan vinden, kan je ook met de grootte van de hoek en één rechthoekzijde de ándere
rechthoekzijde 
berekenen.

Slide 18 - Slide

terugrekenen
Bij Goniometrie maak je altijd gebruik van de breuk



gebruik vanaf nu de afkorting
TOA


Slide 19 - Slide

zijde berekenen met tangens
TOA     Bij een hoek van 22o hoort een verhouding van 63 (overstaande) : aanliggende


gebruik                      ..... 

Wat wordt je berekening?
A

Slide 20 - Slide

Wat tik je in je rekenmachine als je de aanliggende zijde wilt berekenen
van tan 22 = 63/?

Slide 21 - Open question

Hoek A is 18 graden.
AB is 450 meter.
Hoe lang is CB?
A
7,22 m
B
25 m
C
146 m
D
39,1 m

Slide 22 - Quiz

BC is 10 meter
Hoek B is 20 graden
Hoe lang is AC?
A
5 m
B
3,6 m
C
2,7 m
D
1,15 m

Slide 23 - Quiz

Hoe groot is hoek A?

toa !
A
30 graden
B
28 graden
C
58 graden
D
73 graden

Slide 24 - Quiz

Heb je het idee dat je de tangens een beetje gaat begrijpen?
A
Een beetje?! Ik begrijp het helemaal!
B
Meer dan een beetje
C
Een beetje
D
Een beetje te weinig :(

Slide 25 - Quiz

Over welke paragraaf, opdracht of woord, wil je nog meer uitleg?

Slide 26 - Open question