K1: 5,2 Werken in de stad

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling
  • Lesdoelen
  • Werken in de stad
  • Opdrachten
  • Afsluiting  

Slide 4 - Slide

PTO4
  • Hoofdstuk 5 - de stad in de middeleeuwen


  • Hoofdstuk 6 - een nieuwe tijd

Slide 5 - Slide

Waar ontstaan nieuwe steden vooral in de middeleeuwen?
A
Op plekken waar veel klei is, dit is nodig om huizen te bouwen
B
In de hoeken van domeinen
C
In grote weiden, daar is immers genoeg ruimte
D
Bij kruispunten en rivieren

Slide 6 - Quiz

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Uitleggen waarvan men in de stad leefden.

  • Uitleggen hoe je een meester van een gilde kon worden.

  • uitleggen welke voordelen het samenwerken in de Hanze met zich meebracht.

Slide 7 - Slide

Late Middeleeuwen
  • Tijd van Steden en Staten (1000-1500)

  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'
  • Er komt meer handel
  • Geld komt weer terug
  • Bevolking groeit
  • Er ontstaan steden
  • Macht van de steden neemt toe
  • De adel krijgt (soms) minder macht

Welke historische vaardigheid komt hier duidelijk aanbod?
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen

Slide 8 - Slide


Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000


  • Drieslagstelsel
  • IJzeren ploeg
  • Halsjuk

Slide 9 - Slide

Leg in je eigen woorden uit waarom nieuwe steden ontstaan.

Slide 10 - Open question


Werken in een gilde
  • Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten
  • Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde.
  • Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
  • Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker

Slide 11 - Slide

Noem een aantal voorbeelden van ambachten in de middeleeuwen

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

Van leerling 
tot meester
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.

  • Hiervoor moet je eerst meester worden:
  1. Je begon al erg jong als leerling;
  2. Daarna werd je gezel;
  3. En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 14 - Slide







Een voorbeeld van een meesterproef.

Om meester te worden moest een poort worden gemetseld.
Rechts: Het stadhuis van Leuven (België) is een mooi voorbeeld van architectuur uit de late middeleeuwen.
De start van de bouw begon in het jaar 1439 en heeft in totaal 30 jaar geduurd.

Links: het beeld van Desiderius Erasmus op het stadhuis van Leuven.

Slide 15 - Slide

Wanneer mag iemand zelf een bedrijfje starten in een stad?
A
Als diegene van adel is.
B
Als deze lid is van de gilde in de stad.
C
Alleen de burgermeester mag een bedrijf beginnen.
D
Als er genoeg handel is in de stad.

Slide 16 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat een gilde is.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide


De Hanze
  • De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.

  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 19 - Slide

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 20 - Slide

Welke voordelen had het samenwerken in de Hanze?
A

Slide 21 - Quiz

Video
Canonclips: De Hanze

Slide 22 - Slide

1

Slide 23 - Video

00:21-00:26

Slide 24 - Slide

Controle
Paragraaf 5,1 - Nieuwe steden
Opdrachten: 1, 2, 5, 10
LB blz. 72 en 73
WB blz. 94 t/m 97



timer
10:00

Slide 25 - Slide

Opdrachten
Paragraaf 5,2 - Werken in de stad
Opdrachten: 1, 2, 3, 7
LB blz. 74 en 75
WB blz. 97 t/m 99



timer
10:00

Slide 26 - Slide

Gildenopdracht 
  • In individueel
  • Op een A4
  • Online kun je de opdracht vinden in het geschiedenis uur, magister

  • Wat moet je doen? (lees de opdracht goed door!)
  1. Naam van je gilde
  2. Logo van je gilde
  3. Regels van je gilde
timer
15:00

Slide 27 - Slide

Nabespreken
Aan het eind van deze les:

  • Uitleggen waarvan men in de stad leefden.

  • Uitleggen hoe je een meester van een gild kon worden.

  • Uitleggen welke voordelen het samenwerken in de Hanze met zich meebracht.

Slide 28 - Slide

Fijne dag!

Slide 29 - Slide


Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen.

Slide 30 - Quiz


Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz


Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz


Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz


Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz


Een marktkoopman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz


Een zilversmid is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

Als je goed genoeg was, moest je de ????
afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.

Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 37 - Quiz