Oefentoets H3 Energietransitie

Stelling: “Door menselijk handelen is de piekafvoer van rivieren minder geworden.”
A
Juist
B
Onjuist
1 / 40
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Stelling: “Door menselijk handelen is de piekafvoer van rivieren minder geworden.”
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen gevolg van de opwarming van de aarde?
A
De zeespiegel stijgt.
B
meer klimaatmigranten
C
toenemende landbouwopbrengsten
D
vaker extreem weer

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Klimaatmigranten
A
fysische dimensie
B
sociaal-economische dimensie
C
politieke dimensie
D
demografische dimensie

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions


Het versterkt broeikaseffect is een groot probleem.
Welke stof veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?

A
koolstofmono-oxide
B
stikstofdioxide
C
koolstofdioxide
D
zwaveldioxide

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN gevolg van het versterkte broeikaseffect?
A
Zure regen
B
Stijgende zeespiegel
C
Extremere onweersbuien
D
Opwarming van de aarde

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het versterkt broeikaseffect?
A
Opwarming van de aarde door meer CO2 in de lucht
B
Opwarming van de aarde door de natuur
C
Afkoeling van de aarde door de mens
D
Afkoeling van de aarde door de natuur

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met energietransitie?
A
Overgang van duurzame naar fossiele brandstoffen.
B
Het transport van de duurzame energiesoorten.
C
De transitie van waterdamp naar waterdruppels voor energie opwekking.
D
Omschakelen van fossiele naar duurzame energiebronnen.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

welk middel hoort bij duurzame energiebronnen?
A
bruinkool
B
steenkool
C
De zon
D
Olie

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Waarom zijn duurzame energiebronnen niet altijd handig?
A
Ze zijn niet altijd aanwezig
B
Ze zijn veel te duur
C
Ze zijn moeilijk te verkrijgen in de winkel
D
Ze zijn te onhandig om te gebruiken

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Duurzame energiebronnen zijn energiebronnen die nooit opraken.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

hoe heten fossiele brandstoffen ook wel?
A
uitputbare energiebronnen
B
conventionele olie en gas

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

teerzand is een voorbeeld van
A
conventionele olie en gas
B
onconventionele olie en gas

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

wat is het nadeel van de traditionele energie bron?
A
ze raken op
B
Milieu vriendelijk
C
Het stoot minder CO2 uit
D
zorgen voor uitstoot broeikasefect

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

welk middel hoort bij duurzame energiebronnen?
A
bruinkool
B
steenkool
C
De zon
D
Olie

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

wat zou niet handig zijn om te doen om de uitstoot van broeikasgassen te verkleinen?
A
Energietransitie
B
De Fabrieken sluiten
C
Afremmen bevolkingsgroei
D
Afvang en opslag van broeikasgassen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Beoordeel onderstaande stellingen.
I In Nederland hebben we het energieverbruik ingedeeld in vijf functionaliteiten.
II De functionaliteit is het doel waarvoor de energie verbruikt wordt.


A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de 4 functionaliteiten in Nederland?
A
Kracht en licht
B
Hoge temperatuurwarmte
C
Lage temperatuurwarmte
D
Vervoer

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Nog steeds kent Nederland een hoge CO2-uitstoot per inwoner. Welke is hier verantwoordelijk voor?
A
industrie
B
huishoudens
C
verkeer
D
kernenergie

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de energiebronnen naar de juiste plek.
Uitputbare energiebron
Onuitputbare energiebron
Zonnestraling
Aardgas
Aardwarmte
Aardolie
Uranium
Water
Bruinkool
Steenkool
Wind

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Kracht en licht
Hoge temperatuur
warmte
Lage temperatuur warmte
Vervoer
Zonnepanelen gebruiken
Huizen isoleren
rijden op waterstof
elektriciteitsnetten niet alleen voor eenrichtingsverkeer door gebruik smart grids
De verwarming een graadje lager zetten
CO2 arm produceren
Opvang en opslag CO2 in oude aardgasvelden
brandstof besparen

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Verbindt ze.
Het akkoord van Parijs, een onderdeel van het Klimaatverdrag, is een internationaal verdrag om de opwarming van de aarde te beteugelen. Het akkoord is op 12 december 2015 gepresenteerd op de klimaatconferentie van Parijs 2015.
Plasticsoep is de opeenhoping van een grote hoeveelheid plastic en ander afval in oceanen en zeeën. Het afval verzamelt zich op bepaalde plekken doordat de grote ringvormige zeestroom van de oceaan, de gyre, het naar zich toetrekt.
Klimaatakkoord
Milieuvervuiling

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions


Bekijk de afbeelding.
Komen op deze plek binnenkort energiebronnen of energiedragers te staan?

A
energiebronnen
B
energiedragers

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Waterkrachtcentrale
Thermische centrale
Getijdencentrale
Geothermische centrale
Eb en vloed
Aardwarmte
Stromend water
Verbranden

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Welk plaatje hoort bij de volgende energiebronnen? Maak de juiste combinaties. Let op: er blijven cijfers over. 
zonne-energie
getijdenenergie
windenergie
biomassa
aardwarmte
waterkracht

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Sleep en energiebronnen naar de juiste plek.
Uitputbare energiebron
Onuitputbare energiebron
Zonnestraling
Aardgas
Aardwarmte
Aardolie
Uranium
Water
Bruinkool
Steenkool
Wind

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Match de woorden met de plaatjes
Zonne- energie
Windenergie
Aardwarmte

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de energiebronnen naar de juiste plek
R16
Zonne-energie
Windenergie
Aardwarmte
Biomassa
Uranium
Aardolie
Aardgas
Steenkool
Grijze energiebron
Groene energiebron

Slide 27 - Drag question

Herhaling van afgelopen twee lessen. Bij welke categorie horen de bovenstaande energiebronnen?

Nabespreking opdracht:
- Andere naam voor grijze energiebronnen?
- Fossiele brandstof: brandstof die in miljoenen jaren is gevormd uit planten-, bomen- en/of dierenresten


Wat is belangrijk voor het milieu als we waterstof willen gebruiken als energiebron?
A
Dat waterstof wordt gemaakt uit methaan (CH4).
B
Dat waterstof wordt opgewerkt met elektriciteit uit kolencentrales.
C
Dat de waterstof op een duurzame manier wordt geproduceerd.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

In welk jaar werd het klimaatakkoord van Parijs afgesloten?
A
2014
B
2015
C
2016
D
2017

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Waarom wordt 'armere landen' aanbevolen minder te doen aan klimaatverandering?
A
minder hoogopgeleid
B
minder last van klimaatverandering
C
hebben minder geld
D
daar wonen minder mensen

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Met hoeveel graden mag de temperatuur maximaal stijgen bij het klimaatakkoord?
A
2 graden
B
1 graad
C
1,5 graden
D
2,5 graden

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Stelling 1: De rijkste 1 procent van de bevolking stoot evenveel co2 uit als de hele armste helft van de wereldbevolking.
Stelling 2: Door de opwarming van de zee heeft Nederland te meer te maken met hevige regenval.
A
Stelling 1 en 2 zijn waar.
B
Stelling 1 en 2 zijn niet waar.
C
Stelling 1 is waar. Stelling 2 is niet waar.
D
Stelling1 is niet waar. Stelling 2 is waar.

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect
waterstof door verdamping 
Koolstofdioxide door afbraak organisch materiaal
Methaan uit moerassen en venen

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Hoe werkt het broeikaseffect precies?
Zet het in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
De aarde heeft een broeikas-effect. 
Daardoor heeft de aarde een aangename temperatuur.
Mensen zorgen voor veel uitstoot.
Er komt meer CO2 in de lucht.
De aarde houdt te veel warmte vast.
Het broeikaseffect wordt versterkt.

Slide 34 - Drag question

This item has no instructions

verkleinen uitstoot broeikasgassen
niet verkleinen uitstoot broeikasgassen
afremmen bevolkingsgroei
energiebesparing
meer koeien 
minder groene energie

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

Mondiaal schaalniveau
Continentaal schaalniveau

Nationaal schaalniveau
Regionaal schaalniveau

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

Aantasting ozonlaag
Vervuiling van grondwater
Verontreiniging van de Rijn
Geluidhinder van een discotheek
Regionaal schaalniveau
Mondiaal schaalniveau
Lokaal schaalniveau
Continentaal schaalniveau

Slide 37 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de juiste volgorde?
Slepen maar!
Wat kan men doen om de opwarming v/d aarde te verminderen.
1
2
3
4
Door landbouw, fabrieken en (vlieg) verkeer stoten wij CO2 uit.
Er komt CO2 in de lucht.
De bomen in het regenwoud nemen CO2 op. 
De opwarming van de aarde wordt tegengegaan.

Slide 38 - Drag question

This item has no instructions

  Het woord
   De betekenis
        De foto

Klimaat-
verandering


Broeikasgas



Duurzaam



Klimaat


Het gem. weer in een gebied
Is het goed voor de natuur
Gas die de aarde opwarmt
De opwarming van de aarde

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

Slide 40 - Drag question

This item has no instructions