Evaluatie toets Beco - Een bedrijf starten

Evaluatie toets Beco - Een bedrijf starten
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Evaluatie toets Beco - Een bedrijf starten

Slide 1 - Slide

Welke post(en) komen niet voor op een exploitatiebegroting?
A
Rentelasten
B
Afschrijvingen
C
Aflossingen
D
Betaalde salarissen

Slide 2 - Quiz

Ontvangen bedragen van debiteuren worden inclusief btw op de balans geboekt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Door de inkoop van goederen neemt de voorraad goederen toe met de inkoopwaarde exclusief btw.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Op een exploitatiebegroting staan ..
(twee antwoorden mogelijk)
A
uitgaven
B
kosten
C
opbrengsten
D
inkomsten

Slide 5 - Quiz

Door het inkopen van goederen op rekening veranderen de volgende posten op de balans (twee antwoorden mogelijk)
A
Voorraad goederen (excl. btw)
B
Eigen Vermogen
C
Debiteuren
D
Te ontvangen btw

Slide 6 - Quiz

Door de verkoop van goederen (cash betaald) nemen de volgende posten op de balans toe. (drie antwoorden mogelijk)
A
Eigen Vermogen
B
Te ontvangen btw
C
Te betalen btw
D
Kas

Slide 7 - Quiz

Welke post valt onder de noemer 'Vlottende activa'?
A
Voorraden
B
Bureaus
C
Voorraadkasten
D
Bedrijfsauto's

Slide 8 - Quiz

Bij ontvangen bedragen van klanten op een bankrekening ...
A
neemt de post bank toe (incl. btw)
B
neemt de post bank toe (excl. btw)

Slide 9 - Quiz

A: op een balans staan voorraadgrootheden
B: op een liquiditeitsoverzicht staan stroomgrootheden
A
Beide onjuist
B
Beide juist
C
Alleen A is juist
D
Alleen B is juist

Slide 10 - Quiz

Op een liquiditeitsbegroting staan ...
A
Inkomsten
B
Uitgaven
C
Kosten
D
Opbrengsten

Slide 11 - Quiz

Kredieten verleend aan afnemers vallen onder ...
A
Crediteuren
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Debiteuren

Slide 12 - Quiz

Een hypothecaire lening valt onder ...
A
Crediteuren
B
Debiteuren
C
Lang vreemd vermogen
D
Kort vreemd vermogen

Slide 13 - Quiz