Period 6 lesson 7: sum up + practice exam

A lesson about reading and listening strategies
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

A lesson about reading and listening strategies

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Skimmen / scannen
Skimmen : ELZA-method
First and last sentence. 
You also 'skim' through your Instagram.

Scannen
Search for right part in text.
Read this thoroughly. 
Times and prices.

Slide 2 - Slide

Skimmen:
In de oefening 'How to call the police' 3 vragen beantwoord.

Scannen:
In de oefening 'How to call the police' samenvatting gemaakt.

Slide 3 - Slide

Please pay attention to the word 'almost'. 

Een synoniem heeft 'ongeveer' dezelfde betekenis. Soms is er een duidelijk verschil 'warm-hot', vaak is het een gevoelsmatig verschil 'beautiful-gorgeous'.
Pitfalls Reading/Listening Exam
  • Valkuil 1: het staat wel in de tekst maar wordt niet gevraagd.
  • Valkuil 2: het is misschien wel zo, maar het staat er niet (eigen mening).
  • Valkuil 3: woorden uit de tekst... en dus... 

  • Het antwoord bevat vaak een synoniem of omschrijving van informatie in de tekst. Wees altijd achterdochtig bij antwoorden die letterlijk dezelfde woorden uit de tekst bevatten.

Slide 4 - Slide

Pitfalls = valkuilen.

Prefix
Voorvoegsel
van een woord
dishonour
(eerverlies, schande)


Suffix
Achtervoegsel
van een woord
honourable
 (eerzaam)

Slide 5 - Slide

Honour = eren.
Sentences without conjunctions.
It's better to save money. Don't spend it all immediately. Think about the future. You might need to save. You can buy a house. It's tempting to spend it now. Don't. Be responsible.

Slide 6 - Slide

Ingeleide oefening:
welke voegwoorden kun je gebruiken in deze zin?
Same story with conjunctions.
It's better to save money. Don't spend it all immediately. Think about the future. You might need to save. You can buy a house. It's tempting to spend it now. Don't. Be responsible.
It's better to save money than spend it all immediately. Think about the future because you might need to save so that you can buy a house. Even though it's tempting to spend it now, you shouldn't; instead, you should be responsible.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

abbreviations = afkortingen

Slide 9 - Slide

Where to find abbreviations in your dictionary?
e.g.
[in het woordenboek bij eg]
e.g. = exempli gratia =
 for example = bijvoorbeeld.

"There are many places in the world I would like to visit,
e.g. India, China and Japan."

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

i.e.
[in het woordenboek bij ie]
i.e. = id est = in other words 
= met andere woorden.

"All employees will receive the standard discount;
 i.e., 20 percent."

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

n/a
[in het woordenboek bij N]
n/a = not applicable 
= niet van toepassing.

Often used in forms.


Ready for the exam?
yes
Bring your own dictionary.
n/a

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Werkwoorden: 
- zoek op het 'hele werkwoord'
- let op onregelmatige werkwoorden
- achterin vind je lijst met onregelmatige werkwoorden
Zelfstandige naamwoorden:
- zoek op het 'enkelvoud' (men > man / teeth > tooth)
Spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen
- zoek op het belangrijkste woord (zelfst. nw. of ww.)
Kijk goed of er meerdere betekenissen staan!
"Het woord staat niet in het woordenboek"
NED > ENG

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

  • FACET B1 2022-2023
  • in 90 minutes

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hand in and take your score to me!

Check grade!

Slide 15 - Slide

LINK
https://www.facet.onl/facet-player-oefenen/player/start