bvj 1a: 3. Vergroten

Miniles
Aniek Litjens,
12-9-2017,
Biologie voor jou 1a.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Miniles
Aniek Litjens,
12-9-2017,
Biologie voor jou 1a.

Slide 1 - Slide

Inhoudsopgave
  • Doelen en feedback
  • Quiz voorkennis
  • Leerdoelen
  • 1.3 Bouw van een zaad
  • Opdracht/huiswerk
  • Afsluiting
  • Plusopdracht

Slide 2 - Slide

Effectief leren
Doelen
  • Het samenstellen van een les met duidelijke fases en opbouw, waarbij de kernbegrippen duidelijk worden en er interactie plaatsvindt met de klas.

Feedback
  • Houding
  • Duidelijkheid uitleg
  • Interactie met de klas
  • Opbouw stof

Slide 3 - Slide

Hoort bewegen bij de levensverschijnselen?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Is deze tekening schematisch of natuurgetrouw?
A
natuurgetrouw
B
schematisch

Slide 5 - Quiz


A
Deze tekening is natuurgetrouw
B
Deze tekening is schematisch

Slide 6 - Quiz


A
Dit is een buitenaanzicht van een ui
B
Dit is een dwarsdoorsnede van een ui
C
Dit is een lengtedoorsnede van een ui
D
Dit is een binnenaanzicht van een ui

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen
Voor de leerlingen:
  • Je kunt een natuurgetrouwe en schematische tekening maken volgens de tekenregels.
  • Je kunt goed kijken naar kenmerken van organismen, je weet welke belangrijk zijn.
  • Je weet wat een buitenaanzicht is en kan deze tekenen.
  • Je weet wat een lengte- en dwarsdoorsnede is, je kunt deze maken en tekenen.
  • Je kunt de onderdelen van een boon benoemen.
  • Je kunt het verschil tussen een loep en microscoop benoemen.

Slide 8 - Slide

Bouw van een zaad
Uit een zaad kan een nieuwe plant groeien, omdat deze bestaat uit een kiempje en
 uit voedsel voor het kiempje.

Slide 9 - Slide

Bruine bonen
  • Vorige week hebben we geleerd hoe we een tekening moesten maken. Hierbij hebben we onderscheid gemaakt tussen een schematische en een natuurgetrouwe tekening.

Slide 10 - Slide

Wat is het verschil tussen een schematische en een natuurgetrouwe tekening?

Slide 11 - Open question

Vergroten
  • Om een organisme goed te kunnen bekijken gebruiken ze in de biologie een loep of een microscoop.
  • Een loep is een vergrootglas (10x vergroot).
  • Een microscoop kan meer dan 100x vergroten.

Slide 12 - Slide

Opdracht: Maak een natuurgetrouwe tekening van een bruine boon.

Slide 13 - Slide

De bouw van een zaad.
Een bruine boon bestaat uit 4 onderdelen:
  1. Navel
  2. Poortje
  3. Zaadhuid
  4. Hartvormig bultje

Slide 14 - Slide

De bouw van een zaad
  1. Zaadhuid = Een stevige bruine vlies ter bescherming van het zaad.
  2.  Hartvormig bultje
  3.  Navel = Plaats waarbij het zaad heeft vastgezeten.
  4.  Poortje = Gaatje in de zaadhuid, waarmee zaad water kan opnemen.

Slide 15 - Slide

Doorsnede
De vorige les hebben we het gehad over een dwarsdoorsnede en een lengtedoorsnede.

Slide 16 - Slide

Binnenkant van een zaad
  • De binnenkant van een zaad bestaat uit een zaadlob en een kiem(plantje).
  • Het kiemplantje bestaat uit een wortel, stengel en blaadjes.

Slide 17 - Slide

Binnenkant van een zaad
7. Zaadlob: een zaad bestaat uit 2 zaadlobben en deze bevatten het reservevoedsel.
5/6. Kiem(plantje): In het zaad zit een kiem. Bij de kieming van het zaad ontstaat uit de kiem een plantje.

Slide 18 - Slide

Kieming
  • In de zaad zit een kiem. Wanneer er uit het kiem een klein kiemplantje groeit spreek je over kieming.
  • Bij de kieming van een bruine boon komt eerst het worteltje van de kiem naar buiten en daarna het stengeltje.

Slide 19 - Slide

Opdracht
Maken opdracht 6, 7 en 8 waarbij je 3 natuurgetrouwe tekeningen van een bruine boon gaat maken.
  1. Een van het buitenaanzicht met zaadhuid.
  2. Een van het buitenaanzicht zonder het zaadhuidje.
  3. En een van de binnenkant.
Op het einde van de les inleveren voor punt.

Slide 20 - Slide

Afsluiting
Wat hebben we vandaag geleerd?

Huiswerk:

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Kieming vindt plaats als de condities juist zijn. Noem 3 condities die aanwezig moeten zijn voor zaden om te kiemen.

Slide 23 - Open question