Hieronder staan vier uitspraken over hoe de televisie de samenleving veranderde.
→ Zet achter iedere uitspraak of die juist is of onjuist.
Doe het zo: Uitspraak A is juist/onjuist (maak een keuze).
A Door de televisie kregen Nederlanders informatie van mensen over de hele wereld.
B De televisie heeft de verzuiling versterkt.
C Door de televisie luisterden mensen nooit meer naar de radio.
D De televisie kreeg een belangrijke plek in de huiskamer van de Nederlanders.
- Uitspraak A is juist.
- Uitspraak B is onjuist.
- Uitspraak C is onjuist.
- Uitspraak D is juist.