H4A Toetsbespreking

1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag:

1. Toets uitdelen
2. Bespreken toets

Slide 2 - Slide

Hoe? 


- Eerst bespreek ik de vragen klassikaal.

- Vragen? schrijf ze even op aan het einde mogen er vragen gesteld worden. 

Slide 3 - Slide

Vraag 1
Omstreeks 1500 bestudeerde de humanist Erasmus de Bijbel aan de hand van de
oorspronkelijke Griekse teksten. Hierdoor ontdekte hij in de gangbare Latijnse
vertaling van de Bijbel veel fouten.

Leg uit dat dit gegeven past bij een kenmerkend aspect van de zestiende
eeuw. (2p T) (dus ka noemen en uitleg waarom je hiervoor hebt gekozen)

Slide 4 - Slide

Vraag 2
Een interpretatie:
Op grond van deze bron kun je stellen, dat de kritiek van Vasalius op de
artsen uit zijn tijd beter past bij de Renaissance dan bij de middeleeuwen.
Ondersteun deze interpretatie door aan te geven:

a. Welke kritiek Vasalius op de artsen heeft.(1p T)
b. Waardoor deze kritiek beter past bij de Renaissance. (1p R)
c. Waardoor deze kritiekminder past bij de middeleeuwen. (1p R)

Slide 5 - Slide

Vraag 3
Beide standpunten uit het debat van 1550 worden gesteund door Spanjaarden
in Zuid-Amerika, maar Juan de Sepulvéda krijgt meer steun dan Bartolomé de
las Casas. Geef hiervoor een verklaring. Doe dat door:

a. Het standpunt van Juan de Sepulvéda uit te leggen. (1p T)
b. Het standpunt van Bartolomé de las Casas uit te leggen. (1p T)
c. Daarmee uit te leggen waarom Juan de Sepulvéda meer steun van
Spanjaarden in Zuid-Amerika krijgt dan Bartolomé de las Casas. (1p T)

Slide 6 - Slide

Vraag 4

Amerigo Vespucci (1454-1512) maakte in het begin van de zestiende eeuw in
opdracht van de koning van Portugal reizen naar Amerika.
Vespucci schreef in zijn brieven aan de koning bewust weinig informatie op
over de gevolgde routes.

Geef hiervoor een handelspolitieke reden. (dus een reden die met handel
heeft te maken) (1p I)

Slide 7 - Slide

Vraag 5
a. Welk politiek motief heeft Karel V om deze toespraak te houden? (2p T)
b. Waarom draagt Karel V, met deze toespraak, bij aan een splitsing in de
christelijke kerk van West- Europa? (2p T)

Slide 8 - Slide

Vraag 6
Gebruik de bron
Uit deze bron kun je de conclusie trekken dat de opstand tegen koning Filips II
een godsdienstoorlog was.
Leg dit met de bron uit. 

(2p T) Je moet dus uitleggen, met behulp van de bron,
waarom de Opstand een godsdienstoorlog was.

Slide 9 - Slide

Vraag 7
Gebruik de bron
Bij deze bron passen twee beweringen:
1 De Reformatie heeft in 1580 Friesland bereikt.
2 Met deze bepalingen kiezen de Staten van Friesland partij in de Opstand Ze
kiezen partij tegen de Spanjaarden en voor Willem van Oranje.  Toon de juistheid van beide beweringen aan, telkens met een verwijzing naar
de bron. (4p T) 

Dus je moet uitleggen waarom bewering 1 juist is, en daarvoor moet je de
bron gebruiken. (2p T) Bewering 1 is juist omdat…..
Je moet ook uitleggen waarom bewering 2 juist is, en ook daarvoor moet je de
bron gebruiken. (2p T) Bewering 2 is juist omdat…..

Slide 10 - Slide

Vraag 8
Uit de bron blijkt dat de autoriteiten van Delft aanhangers zijn van de
Reformatie.

Leg dit uit met behulp van de bron (2p T)

Slide 11 - Slide

Vraag 9
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden vormde in de zeventiende
eeuw een uitzondering op staatkundig gebied.
Licht dit toe door:

a. Aan te geven wat de Republiek in staatkundig opzicht bijzonder
maakte in de zeventiende eeuw. (1p R)
b. Uit te leggen dat deze bijzondere positie samenhing met het ontstaan
van de Republiek. (2p T)

Slide 12 - Slide

Vraag 10
In 1618-1619 vond een vergadering plaats in Dordrecht om een eind te maken
aan onenigheid binnen de calvinistische kerk in de Republiek. De
vergaderstukken werden bewaard in een speciaal daarvoor gemaakte kist. De
kist had acht sloten: één voor de Staten-Generaal en één voor elk van de
zeven gewesten. Alleen als iedereen een vertegenwoordiger met een sleutel
stuurde, kon de kist worden geopend.
\

Leg uit dat deze bijzondere wijze van bewaren van de vergaderstukken paste
bij de staatsinrichting van de Republiek. (2p I)

Slide 13 - Slide

Vraag 11
Gebruik de bron
Een bewering:
De Saint-Simon beschrijft hier het hof van een absoluut vorst die vanuit 
politieke motieven zijn adel verplicht zich te laten vermaken aan het hof in
Versailles. 
Ondersteun deze bewering door aan te geven:

a. Hoe in deze bron het absolutisme van Lodewijk XIV naar voren komt.
(1p T) Het absolutisme komt in de bron naar voren op de volgende wijze….
b. Welk politiek motief heeft Lodewijk XIV om de adel aan zijn hof te binden.
(1p R)

Slide 14 - Slide

Vraag 12
Deze gegevens over Maerten Soolmans en Oopjen Coppit passen bij de
Gouden Eeuw van de Republiek.
Licht dit toe, door uit deze vier gegevens:

a. Eén gegeven te kiezen en daarmee aan te geven wat de bijzondere plaats in
staatkundig opzicht van de Republiek was. (nr 1,2,3,4 + uitleg) (1p T)
b. Een ander gegeven te kiezen en daarmee de bloei in cultureel opzicht van de
Republiek zichtbaar te maken. (nr 1,2,3,4 + uitleg) (1p T)

Slide 15 - Slide

Vraag 13
Bij deze vier gegevens over Maerten Soolmans en Oopjen Coppit passen de
begrippen 'moedernegotie' en 'de Nederlandse Opstand'.
Toon het verband aan tussen:

a. Eén van deze gegevens en de moedernegotie (nr 1,2,3,4 en uitleg)
(1p T)
b. Een ander gegeven en de Nederlandse Opstand. (nr 1,2,3,4 en uitleg)
(1p T)

Slide 16 - Slide

Vraag 14
Gebruik de bron.
Een bewering:
Dit schilderij illustreert verschillende aspecten van de zeventiende eeuw, 
namelijk de economische bloei en de culturele bloei van de Republiek en het
ontstaan van wereldwijde handelscontacten.
Maak voor elk van deze drie aspecten duidelijk dat het schilderij dit aspect  illustreert. (3p T) 

Dus je legt uit hoe je de economische bloei kan zien op het schilderij (1p T)
hetzelfde doe je voor de culturele bloei en ook voor het ontstaan van
wereldwijde handelscontacten. In totaal leg je dus 3 dingen uit!

Slide 17 - Slide

Vragen? 

Als er vragen/opmerkingen zijn steek je je hand op.

Als je geen vragen hebt ga je rustig iets voor jezelf doen. 

Slide 18 - Slide