BMBE lassen

BMBE lassen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
TechniekMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BMBE lassen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is BMBE (Booglassen met Beklede Elektrode)?

Slide 2 - Slide

Bij BMBE (Booglassen met Beklede Elektrode) wordt de lasboog ontstoken door kortsluiting tussen elektrode en werkstuk. 
De hoge temperatuur smelt druppels van de elektrode af in het smeltbad. Gassen uit de bekleding beschermen het smeltbad, en de slak dekt het vloeibare metaal af. 
Slak moet na iedere laag verwijderd worden om insluitingen te voorkomen.
Laselektrode
Functie van de elektrode.
Opbouw: kerndraad + bekleding.
Gegevens op de doos (materiaal, soort, dikte, stroomsterkte).

Slide 3 - Slide

Een laselektrode is een metalen staaf met bekleding. De elektrode is verbonden met de pluspool, het werkstuk met de minpool. Tik je het werkstuk aan, dan ontstaat kortsluiting en daarna de lasboog. 

De bekleding zorgt voor gasbescherming, slakvorming en houdt de boog stabiel. 

Op de verpakking staan materiaal, soort bekleding, diameter en aanbevolen stroomsterkte.
Cellulose laselektrode
Eigenschappen: diepe inbranding, veel rook/spatten, hoge lassnelheid.
Toepassing: pijpleidingen, scheepsbouw.


Slide 4 - Slide

Deze elektrode bevat veel cellulose, waardoor een felle boog ontstaat met diepe inbranding en hoge lassnelheid. Nadeel: veel rook en spatten. 

Toepassing: pijpleidingen en scheepsbouw, ook op roestig materiaal. Goed bruikbaar in de verticaal neergaande positie. Vereist veel vakmanschap.

Vraag: Waarom handig bij roestig materiaal?
Omdat hij diepe inbranding geeft en tolerant is voor roest
Cellulose elektroden hebben een fel spuitende boog met diepe inbranding en kunnen goed lassen op roestig materiaal of grote vooropeningen.
Rutiel laselektrode
Zachte boog, makkelijk te ontsteken, minder spatten.
Mooie gladde lassen, goede slaklossing.


Slide 5 - Slide

Rutiel elektroden bevatten veel TiO₂(Rutiel) en SiO₂(silicum oxide). Ze hebben een zachte boog, ontsteken makkelijk, geven minder spatten en vloeien mooi aan. 

Worden vaak gebruikt voor hoeklassen en vullen van naden. Verkrijgbaar voor alle posities en geschikt voor wissel- en gelijkstroom. Nadeel: minder diepe inbranding en relatief hoog waterstofgehalte.

Vraag: Waarom vaak gebruikt voor hoeklassen?
Rutiel elektroden zijn makkelijk te ontsteken, geven een zachte boog en mooie gladde lassen die goed aan de te verbinden delen vloeien. Daarom zijn ze ideaal voor hoeklassen.

Basische laselektrode
Zuiver lasmetaal, laag waterstofgehalte, goede kerftaaiheid.
Minder makkelijk te lassen (kortere boog nodig).
Werkvorm: laat leerlingen vergelijken met rutiel: voordelen/nadelen.

Slide 6 - Slide

Basische elektroden bevatten krijt en vloeispaat. Ze reinigen het smeltbad, waardoor sterk en taai lasmetaal ontstaat met een laag waterstofgehalte. 

Lastiger te lassen: korte boog vereist, grove lasstructuur, moeilijker slaklossing. Grote voordelen bij zwaar belaste constructies, omdat ze scheurvorming voorkomen.
Opslag laselektroden
Droog, goed geventileerd bewaren.

Vacuüm verpakking = lange houdbaarheid.


Slide 7 - Slide

Altijd droog en goed geventileerd opslaan. Ideaal: temperatuur 10 °C boven buitentemperatuur. Droogte is belangrijker dan warmte. 
Origineel verpakt zijn ze vrijwel onbeperkt houdbaar. 
Vaak vacuüm verpakt om vochtopname te voorkomen.

Vraag: Wat gebeurt er als elektroden vochtig worden?
Vocht tast de bekleding aan. Tijdens het lassen kan waterstof vrijkomen, wat leidt tot poriën en kans op koudscheuren.
Stroomsterkte
Afhankelijk van elektrodedikte (ca. 40A/mm).

Voorbeeldberekening: 4 mm elektrode → ca. 160A.

Werkvorm: leerlingen zelf laten berekenen voor 3 en 5 mm.

Slide 8 - Slide

De lasstroom hangt af van de elektrodediameter. 
Rekenregel: ca. 40 A per mm. 

Voorbeeld: bij 4 mm elektrode is dat ±160 A.
In de praktijk gebruik je 140–180 A. 
Laat leerlingen oefenen met berekeningen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lasapparaat (stroombronnen)
Wisselstroom vs. gelijkstroom.

Inverter techniek: lichter, kleiner, uitbreidbaar.


Slide 10 - Slide

Elektroden kunnen meestal op zowel wissel- als gelijkstroom worden gelast. Moderne inverters zijn klein, licht en makkelijk mee te nemen. Ze kunnen worden uitgebreid met modules voor MIG/MAG of TIG lassen.

Vraag: Waarom zijn moderne apparaten handiger voor montagewerk?
Door invertertechniek zijn moderne lasapparaten compact en licht. Dit maakt ze zeer geschikt voor montagewerk op locatie en eenvoudig uit te breiden met MIG/MAG of TIG modules.
Genormaliseerde lasposities (NEN-EN 287-1)
Posities (PA, PB, PC, PD, PE, PF).


Slide 11 - Slide

Verschillende posities: plat (PA), horizontaal (PB), verticaal (PC, PF), bovenhand (PE) en pijp-posities.
Afsluiting / Quiz
Korte multiple-choice of sleepvragen per onderwerp.

Toetsing begrip: elektroden, posities, berekening stroomsterkte.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoe bereken je de juiste lasstroom bij een elektrode?
A
10 A per mm elektrodedikte
B
25 A per mm elektrodedikte
C
40 A per mm elektrodedikte
D
100 A per mm elektrodedikte

Slide 13 - Quiz

De vuistregel is ca. 40 A per mm elektrodedikte. Bijvoorbeeld: een elektrode van 4 mm → ±160 A.
Waar wordt een cellulose laselektrode vaak toegepast?
A
Voor het lassen van dunne plaatconstructies
B
Voor pijpleidingen en scheepsbouw
C
Voor sierlassen op aluminium
D
Voor lassen onder water

Slide 14 - Quiz

Cellulose elektroden zijn geschikt voor diepe inbranding, werken goed op roestig materiaal en worden veel toegepast bij pijpleidingen en scheepsbouw.
Welke eigenschap hoort bij een rutiel laselektrode?
A
Geeft een diepe inbranding
B
Geeft veel rook en spatten
C
Geeft mooie gladde lassen en vloeit goed aan
D
Vereist veel vakmanschap en korte boog

Slide 15 - Quiz

Rutiel elektroden zijn makkelijk te ontsteken, geven weinig spatten en mooie, gladde lassen. Daarom zijn ze de meest gebruikte elektroden.
Wat is belangrijk bij het opslaan van laselektroden?
A
In een natte ruimte met constante temperatuur
B
In een afgesloten plastic zak bij kamertemperatuur
C
In de koelkast om vocht te voorkomen
D
Altijd in een droge, goed geventileerde ruimte

Slide 16 - Quiz

Elektroden moeten droog en geventileerd bewaard worden. Vocht tast de bekleding aan, waardoor lasfouten en waterstofinsluiting kunnen ontstaan.