Tekstverbanden en signaalwoorden

Startopdracht in stilte 
Was je er vorige les niet? 
Lees dan de tekst: Gamen ook als sport
en maak vraag 1 t/m 11.

Heb je deze al af? Dan ga je lezen in je leesboek.




timer
10:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Startopdracht in stilte 
Was je er vorige les niet? 
Lees dan de tekst: Gamen ook als sport
en maak vraag 1 t/m 11.

Heb je deze al af? Dan ga je lezen in je leesboek.




timer
10:00

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Je kunt aan het einde van de les tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Waarom zijn deze belangrijk? 
Ze geven structuur aan een tekst. Je snapt nu beter wat de schrijver duidelijk wil maken.

Slide 2 - Slide

Signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

dus

  slecht

Slide 3 - Drag question

8 meerkeuzevragen
Kijk hoeveel je er goed hebt.
Je krijgt voor elke vraag 1 punt en 10 seconden om te antwoorden.

Slide 4 - Slide


 Op welk tekstverband wijzen de   
 signaalwoorden maar, toch en echter?
 Vraag 4 van 12
timer
0:10
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
conclusie

Slide 5 - Quiz


 Op welk tekstverband wijzen de  
 signaalwoorden daardoor en zodat?
 Vraag 5 van 12
timer
0:10
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
conclusie
D
tegenstelling

Slide 6 - Quiz


 In welke zin wijzen de signaalwoorden  
 op een volgorde in tijd?
 Vraag 7 van 12
timer
0:10
A
Ik wil langskomen. Ik heb echter geen tijd.
B
Eerst ga ik sporten, daarna kom ik langs.
C
Ik heb tijd om langs te komen en ook veel zin.
D
Ik kom langs, omdat ik daar veel zin in heb.

Slide 7 - Quiz


 lees de tekst en beantwoord daarna vragen

Slide 8 - Slide


Om welk tekstverband gaat het in zin 2?
 Vraag 8 van 12
timer
0:10
A
volgorde van tijd
B
opsomming
C
reden
D
conclusie

Slide 9 - Quiz


 Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
 Vraag 9 van 13
timer
0:10
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen

Slide 10 - Quiz


Welk verband geeft het woord 'omdat' aan?
 Vraag 11 van 13
timer
0:10
A
reden
B
toelichting
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 11 - Quiz

Veel meiden willen naar het optreden van Ariana Grande, maar er zijn maar een beperkt aantal kaarten te koop.
timer
0:10
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
D
Tekstverband = tijdsvolgorde

Slide 12 - Quiz

Voor het maken van cupcakes heb je nodig: boter, meel, suiker, eieren en melk.
timer
0:10
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
D
Tekstverband = oorzaak- gevolg

Slide 13 - Quiz

Samenwerken op fluistertoon

20 Minuten: Eerste 10 samen op fluistertoon, daarna in stilte!

Maak opdracht 1, 2 en 4 van het werkblad.

Je schrijft de antwoorden in je schrift.

Gebruik het groene kader of stel een vraag aan de docent

Als je klaar bent, ga je lezen in het leesboek.

Het huiswerk voor de volgende les = 

Opdracht 1, 2, 4, 5 en 6 af hebben.



Slide 14 - Slide

GELEERD?


- je kunt met behulp van signaalwoorden de tekstverbanden

tijdsvolgorde (chronologie),  oorzaak-gevolg en voorwaarde in een tekst herkennen en begrijpen

verbanden en signaalwoorden

Slide 15 - Slide