Les 2. schrijven

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • La diferencia entre presente perfecto,  imperfecto 
e indefinido

miércoles, 22 de mayo
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • La diferencia entre presente perfecto,  imperfecto 
e indefinido

miércoles, 22 de mayo

Slide 1 - Slide

Presente Perfecto
- Het resultaat van de handeling of situatie is nog merkbaar. 

- Wanneer er een tijdstip wordt aangegeven waarvan het heden nog deel uitmaakt of tot het recente verleden behoort (hoy, esta mañana, este verano, este fin de semana, hace un rato, etc.).

- Als het tijdstip buiten beschouwing wordt gelaten (ya, todavía no, alguna vez, nunca, etc). 


Slide 2 - Slide

Hoe vorm je de Presente Perfecto?

Slide 3 - Open question

Presente Perfecto
haber + voltooid deelwoord
he
has
ha                               +           -ado / -ido
hemos
habéis
han
onregelmatige volt.dw:
abrir: abierto
decir: dicho
escribir: escrito
hacer: hecho
poner: puesto
ver: visto
volver: vuelto

Slide 4 - Slide

Este verano (nosotros - estar) de vacaciones en España.

Slide 5 - Open question

Hoy no (yo - ver) a mi hermana.

Slide 6 - Open question

Met welke tijdsaanduiding gebruik je de Presente Perfecto?
A
esta mañana
B
anteayer
C
ayer
D
la semana pasada

Slide 7 - Quiz

Indefinido
Wanneer gebruik je de pretérito indefinido?


Welke signaalwoorden horen bij de indefinido?
  • Gebeurtenissen/handelingen waarbij begin en/of einde bekend is. 
  • De periode waarin de gebeurtenis zich afspeelde is voor de spreker afgesloten. 
anoche, el año pasado, en 2001, hace 2 meses, de repente, en agosto, en verano.......

Slide 8 - Slide

Indefinido
- Afgesloten handeling in het verleden. Geen relatie tot het heden. 

- Opeenvolgende gebeurtenissen uit het verleden opsommen, bijvoorbeeld levensbeschrijvingen. 

- Tijdsaanduidingen als ayer, la semana pasada, el año pasado, en abril. el lunes pasado, en 1945, hace tres meses, etc. 

Slide 9 - Slide

Indefinido
hablar
comer
vivir
(yo)
hablé
comí
viví
(tú)
hablaste
comiste
viviste
(él, ella, usted)
habló
com
viv
(nosotros/-as)
hablamos
comimos
vivimos
(vosotros/-as)
hablasteis
comisteis
vivisteis
(ellos/-as/ustedes)
hablaron
comieron
vivieron

Slide 10 - Slide

Met welke tijdsaanduiding gebruik je de Indefinido?
A
hoy
B
mañana
C
ayer
D
esta noche

Slide 11 - Quiz

La semana pasada (yo - hablar) con José Manuel.

Slide 12 - Open question

En 2010 mis tíos (comprar) una casa bonita en Emmen.

Slide 13 - Open question

Practicar el indefinido
Abre la página de verbuga.eu y practica las formas de Imperfecto durante 10 minutos. 
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Blooket
Ga naar: link
timer
15:00

Slide 15 - Slide

Schrijf een biografie (een half A4)
-Vertel zoveel mogelijk over een beroemde persoon (in de verledentijd 
-Gebruik de werkwoorden van blooket


Slide 16 - Slide