H1.2 Zuivere stoffen en mengsels

H1 Stoffen en materialen
Les 2 
Zuivere stoffen en mengsels


1 / 26
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 Stoffen en materialen
Les 2 
Zuivere stoffen en mengsels


Slide 1 - Slide

Leerdoelen: je kunt...
  • met het deeltjesmodel uitleggen wat het verschil is tussen een zuivere stof en een mengsel
  • met het deeltjesmodel uitleggen wat homogene en heterogene mengsels zijn
  • uit de temperatuurverandering tijdens fase-overgang afleiden of een stof zuiver is of een mengsel (kookpunt/traject, stolpunt/traject)
  • zes typen mengsels benoemen, voorbeelden geven
  • EXTRA: de functie van een emulgator beschrijven

Slide 2 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
  • Een zuivere stof is één soort stof met één soort moleculen, (bijvoorbeeld kristalsuiker of aluminium)
  • Een mengsel is een combinatie van stoffen, met meerdere soorten moleculen.

  • De meeste stoffen die wij gebruiken zijn mengsels.

Slide 3 - Slide

Zuivere stof/ mengsel

Slide 4 - Slide

Scheiden

Mengsels kun je ook weer scheiden in de afzonderlijke stoffen. 

Slide 5 - Slide

Zuivere stof
bij een zuivere stof heb je een: smeltpunt, stolpunt of kookpunt > tijdens de fase-overgang blijft de temperatuur constant

Slide 6 - Slide

Mengsel

Stoltraject
Mengsel
bij een mengsel heb je een: smelttraject, stoltraject of kooktraject > tijdens de fase-overgang is de temperatuur niet constant

Slide 7 - Slide

Bekijk de grafiek hier naast goed. Wat is het stolpunt van deze stof?
A
400 graden
B
250 graden
C
100 graden
D
Kun je niet zeggen

Slide 8 - Quiz

extra uitleg
op de volgende dia vind je in de gedeelde les een filmpje waarin de grafieken van een smelt/kookpunt en een smelt/kooktraject nog eens worden uitgelegd

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

Soorten mengsels
Op de volgende dia's krijg je uitleg over zes verschillende soorten mengsels. Maak een tabel in je schrift en vul in:





enzovoort voor alle zes de soorten mengsels
nr.
naam
gemengde stoffen
helder of troebel
homogeen of heterogeen
1
2

Slide 11 - Slide

oplosmiddel met opgeloste vaste stof, vloeistof of gas
1. OPLOSSING
= helder

Slide 12 - Slide

een oplossing is een homogeen mengsel
je kunt de stoffen niet meer afzonderlijk zien

Slide 13 - Slide

Vaste stof in een vloeistof die NIET oplost


2. SUSPENSIE

= troebel

Slide 14 - Slide

een suspensie is een heterogeen mengsel
je kunt de afzonderlijke stoffen in het mengsel zien
microniveau: moleculen zijn niet los, maar als groepjes gemengd

Slide 15 - Slide

3. Emulsie
= troebel (als je ze mengt)

twee vloeistoffen die onderling niet goed mengbaar zijn

Slide 16 - Slide

Druppels van de ene vloeistof zweven in de andere vloeistof. Elke druppel bestaat uit heel veel moleculen
een emulsie is een heterogeen mengsel

Slide 17 - Slide

nog meer soorten mengsels


4. gasmengsel      5. nevel (mist)         6. rook
 
gas + gas
homogeen
fijn verdeelde vloeistof in gas
heterogeen
fijn verdeelde vaste stof in gas
heterogeen

Slide 18 - Slide

ontmengen
emulsie
emulgator
EXTRA
Op de volgende dia's wordt uitgelegd wat een emulgator is en wat het verschil is tussen mengen en een chemische reactie
(zie gedeelde les)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

uitleg op microniveau
Bij een fase-overgang van een zuivere stof verandert de afstand en de beweging (snelheid) van de moleculen
Bij mengen van twee zuivere stoffen bewegen twee soorten moleculen door elkaar heen 
Bij een chemische reactie verdwijnen de moleculen van de beginstoffen en ontstaan nieuwe moleculen die er eerst nog niet waren (hier komen we later nog op terug).

Op de volgende dia zie je dit met molecuultekeningen weergegeven. 

Slide 21 - Slide


fase overgang
chemische reactie
mengsel

Slide 22 - Slide

Welk soort mengsel is dit?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 23 - Quiz

Welk mengsel is altijd helder?
A
Suspensie
B
Oplossing
C
Emulsie
D
Emulgator

Slide 24 - Quiz

Water gemengd met zand is een
A
Suspensie
B
Emulsie
C
Oplossing

Slide 25 - Quiz

Hoe heet het mengsel van een vloeistof in een gas?
A
schuim
B
rook
C
oplossing
D
nevel

Slide 26 - Quiz