omgaan met pH en mol/L les 1

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

rekenen met de pH en mol/L

extra bij opgaven 29-35 van het rode boekje 5H Zuur-basen

de pH in de scheikunde...
(geef het beste antwoord)

1. zegt iets over wiskunde
2. is een wiskundige truc
3. zegt iets over H3O+
4. = -log (H3O+)

Met de pH kun je uitrekenen hoe zuur een oplossing is. Zuur heeft te maken met de hoeveelheid H3O+ in een oplossing.
Wat heb je nodig om de pH uit te rekenen?

1. concentratie in gram/L
2. concentratie in mol
3. concentratie in mol/L
4. molmassa in gram/mol

pH = - log [H₃O+]

wat is de pH van een oplossing 

met [H₃O+] = 6.24*10^-4 M?

1. 3.205
2. 3.2048
3. -3.20
4. -0.795

29 b bereken de pH van een oplossing van 15 mL met 1.3*10^-3 mol H3O+. 

Stap 1: Sleep de informatie naar de juiste plek.

mol
L	0.015

1.3*10^-3

1

0.0867

29 b bereken de pH van een oplossing van 15 mL met 1.3*10^-3 mol H3O+. 

Stap 2: reken nu de pH uit. Klopt het??

=

= 1.06

pH

- log

0.0867

 [H₃O+] = 10^-pH

Wat is de [H₃O+] in mol/L van een oplossing 

met een pH van 2.60?

1. 2.512⋅10​−3​​
2. 2.5⋅10​−3​​
3. 398
4. 0.025

31a maagzuur heeft een pH van 2,30.

De H₃O⁺ concentratie is te bereken via 10^-pH

^{Type in: "shift, log", dan "(-)", "2,30", en dan "="}

1. = 199.526...
2. = 5.01187...*10^-3
3. beide goed
4. beide fout

31b zwavelzuur heeft een pH van -0,70.

Wat is de H₃O⁺ concentratie? Dit is te bereken via 10^-pH

^{Let nu goed op de "-" en "-", die worden samen "+"}

1. = 5.0118...
2. = 0.8511...
3. beide goed
4. beide fout

bij 31: maakt het uit voor de berekening van de [H3O+] uit, welke stof er in de oplossing zit, als de pH is gegeven?

1. ja, want daaruit haal je hoeveel H+ er is afgestaan
2. ja, want je moet zeker weten dat het een zuur is
3. nee, want je hebt de pH al dus er zit blijkbaar H3O+ in
4. nee, maar ik weet niet waarom...

vraag 34 uitgebreid

34. Pim heeft 100 ml zoutzuur met pH = 2,50. 

Hij moet deze oplossing vijfmaal verdunnen en dan de pH berekenen. We gaan samen kijken wat hij moet doen.

34. Pim moet een oplossing van 100 mL vijfmaal verdunnen. Vijfmaal verdunnen betekent dat het volume 5 maal zo groot moet zijn. Wat kan hij doen?

1. Hij kan er 500 mL van maken
2. Hij kan er 500 mL bijdoen
3. Hij kan er 1/5 (20 ml) uithalen
4. Hij kan er 400 mL bijdoen

34. Pim heeft de oplossing vijfmaal verdund, bijvoorbeeld door er 400 mL bij te doen, en er 500 mL van te maken. de pH is nu anders. Wat moet je eerst weten om uiteindelijk de pH te berekenen?

1. het nieuwe volume in mL
2. de nieuwe concentratie H3O+ in mol/L
3. de nieuwe concentratie OH- in mol/L
4. zowel A als B is goed

34. De oplossing had een pH = 2,50. Deze is 5 x verdund. Bereken nu eerst de nieuwe H₃O⁺ concentratie. Hoe? En wat volgt?

stap 1: gegeven is de pH

stap 2 reken de [H3O+] uit

stap 3 verdun de [H3O+]

stap 4 reken de nieuwe pH uit

[H₃O⁺] = 10^-pH

 10^-2,50 = 3.16*10^-3

[H₃O+] = 3.16*10^-3/5

pH = -log 6.32 = 3.20

34. Overzicht: Pim heeft 100 ml zoutzuur met pH = 2,50. Hij heeft deze oplossing vijfmaal verdund, de pH is nu anders.

Wat moet je doen om de nieuwe pH te berekenen?

1. de [H₃O⁺] concentratie van de beginsituatie berekenen 

(dit kan met de pH)

2. de verdunning toepassen en de nieuwe  [H₃O⁺]  concentratie berekenen

3. met de nieuwe  [H₃O⁺]  concentratie de pH berekenen 

(pH = -log ( [H₃O⁺] )

met deze hulp-les kwam ik beter uit de pH vragen

1. nee, ik vind het juist lastiger
2. maakte niet uit
3. ja, deelstapjes zien helpt me bij de sommen
4. ik snap andere dingen niet

ik zou graag de volgende (scheikunde) onderwerpen met LessonUp hulplessen willen inhalen of bijwerken