4.3 beenverbindingen

Welkom! Wat wordt van je verwacht bij binnenkomst?
- Kom rustig binnen en ga direct naar je werkplek (klasopstelling).
-> Jassen op de gang, oortjes/kauwgom uit, werkspullen op tafel.

- 2 minuten kletstijd (zie timer).

- Tablet dicht op hoek van tafel, werkspullen voor je.

- Start van het leesmoment (lezen theorie uit je lesboek).

- Daarna: vragenuitleg en zelfstandig werken.
timer
1:00
1 / 50
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom! Wat wordt van je verwacht bij binnenkomst?
- Kom rustig binnen en ga direct naar je werkplek (klasopstelling).
-> Jassen op de gang, oortjes/kauwgom uit, werkspullen op tafel.

- 2 minuten kletstijd (zie timer).

- Tablet dicht op hoek van tafel, werkspullen voor je.

- Start van het leesmoment (lezen theorie uit je lesboek).

- Daarna: vragenuitleg en zelfstandig werken.
timer
1:00

Slide 1 - Slide

4.3 Beenverbindingen

Slide 2 - Slide

Even herhalen
Wat weet je al van basisstoffen 4.1 en 4.2?

Slide 3 - Slide

Waar zit meer kalk en waar zit meer lijmstof?
Bevat meer kalk
Bevat meer lijmstof

Slide 4 - Drag question

Vooral
kraakbeen-weefsel
Botten met
weinig lijmstof en veel
kalk
Botten met veel lijmstof en weinig kalk
Buigzaam skelet
Breekbaar skelet

Slide 5 - Drag question

Wat is de
bekkengordel?
A
heupbeen
B
heupbeen en heiligbeen
C
heupbeen, heiligbeen en staartbeen
D
heupbeen, heiligbeen, staartbeen en rugwervels

Slide 6 - Quiz

Geef de naam van onderdeel 25?
A
schouderblad
B
sleutelbeen
C
rib
D
borstbeen

Slide 7 - Quiz

Geef de naam van onderdeel 11
A
bovenarm
B
opperarmbeen
C
spaakbeen
D
ellepijp

Slide 8 - Quiz

Geef de naam van onderdeel 20
A
scheenbeen
B
dijbeen
C
kuitbeen
D
spaakbeen

Slide 9 - Quiz

Geef de naam van onderdeel 16
A
heupbeen
B
heiligbeen
C
bekken
D
staartbeen

Slide 10 - Quiz

Geef de naam van onderdeel 10
A
borstbeen
B
wervel
C
ribben
D
bostkas

Slide 11 - Quiz

Zit er in de botten van bejaarden meer lijmstof dan kalkstof?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Leerdoelen 4.3 Beenverbindingen
  • Je kunt de 4 beenverbindingen beschrijven
  • Je kunt de onderdelen van een gewricht en hun functies benoemen
  • Je kunt de drie typen gewrichten onderscheiden en hun werking uitleggen.

Slide 13 - Slide

Beenverbindingen
Botten zijn verbonden met elkaar
Beweeglijk of juist niet beweeglijk
Afhankelijk van functie

Slide 14 - Slide

beenverbindingen 
Er zijn 4 verschillende verbindingen. 
vergroeiing - naadverbinding - kraakbeenverbinding - gewricht

Slide 15 - Slide

Vergroeide verbinding
Sommige botten zijn vergroeid.

Er is geen beweging mogelijk.

Het heiligbeen en het staartbeen. Dit zijn vergroeide wervels.

Slide 16 - Slide

naadverbinding
Je schedelbeenderen zijn verbonden met naadverbindingen

De naden zijn kronkelig.

Bij een baby zitten de schedelbeenderen nog niet helemaal aan elkaar gegroeid en kunnen ze over elkaar heen schuiven. Dit vergemakkelijkt de geboorte.

Er is geen beweging mogelijk

Slide 17 - Slide

Kraakbeenverbinding
Wanneer twee botten met kraakbeen verbonden zijn, noemen we dit een kraakbeenverbinding.

De ribbenkast en ruggenwervel zijn hier voorbeelden van. 
--> tussen ribben en borstbeen
--> tussen wervels

Er is weinig beweging mogelijk

Slide 18 - Slide

gewrichten
zeer bewegelijk

3 verschillende soorten:

- kogelgewricht (nr.1 op afbeelding)

- rolgewricht (nr.2 op afbeelding)

- scharniergewricht (nr.3 op afbeelding)


Slide 19 - Slide

Rolgewricht
Een rolgewricht zorgt ervoor dat twee beenderen langs elkaar kunnen bewegen.

Voorbeeld: je onderarm (spaakbeen/ellepijp) 
--> daardoor kan je hand draaien.

Slide 20 - Slide

Kogelgewricht
  • Het kogelgewricht is het meest beweeglijk

  • De ronde knobbel draait in de kom. 

  • Schouder en heup


Slide 21 - Slide

Komgewricht

Slide 22 - Slide

Scharniergewricht


Scharniergewricht

  • Beweging in 1 richting
  • Elleboog
  • Knie
  • Vingers

Slide 23 - Slide

Scharniergewricht

  • ellenboog
  • knie
  • vingers

Slide 24 - Slide

Kogelgewricht
Scharniergewricht

Slide 25 - Slide

Bouw van een gewricht

Gewrichtskapsel: vlies rondom de botten.

Kapselband: houdt botten bij elkaar. 

Slide 26 - Slide

Bouw van een gewricht

Gewrichtskapsel: vlies rondom de botten.

Kapselband: houdt botten bij elkaar. Alleen bij botten die veel belast worden!

Slide 27 - Slide

Bouw van een gewricht

Gewrichtssmeer: zorgt voor soepel gewricht.
Wordt gemaakt door gewrichtskapsel.

Kraakbeenlaagje: beschermt botten tegen slijtage.

Slide 28 - Slide

Eens even kijken wat je nu al weet!

Slide 29 - Slide

Gewricht
Naad
Vergroeid
Kraakbeen

Slide 30 - Drag question

Sleep de beenverbinding naar de juiste beenderen
Twee teenkootjes
De wervels van het heiligbeen
Het heupbeen en het dijbeen
Ribben en het borstbeen
Gewricht
Vergroeid
Gewricht
Kraakbeen

Slide 31 - Drag question

Er is geen beweging mogelijk bij de volgende beenverbinding
A
Naden
B
Gewricht
C
Kraakbeen
D
Vergroeid

Slide 32 - Quiz

Welke beenverbinding is het meest beweeglijk?
A
Kraakbeen
B
Naad
C
Vergroeid
D
Gewricht

Slide 33 - Quiz

Welke beenverbinding
zit er tussen de wervels?
A
Naden
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 34 - Quiz


Welk type beenverbinding is er te vinden  
tussen de ribben en het borstbeen? 
In de afbeelding aangegeven met een  
pijl.
A
Vergroeiing
B
Naadverbinding
C
Kraakbeenverbinding
D
Gewricht

Slide 35 - Quiz

Waardoor kunnen botten in een gewricht soepel langs elkaar bewegen?
A
Door gewrichtssmeer
B
Door gewrichtsbanden
C
Door kraakbeen
D
Door de beenverbinding

Slide 36 - Quiz

Wat is het meest bewegelijk gewricht?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht

Slide 37 - Quiz


Soort gewricht
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
draaikogelgewricht

Slide 38 - Quiz

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht

Slide 39 - Quiz

Wat voor soort gewricht is B
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 40 - Quiz


Wat voor soort gewricht is C?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht
D
Eivormig gewricht

Slide 41 - Quiz

Hoe heet gewricht nummer 5?
A
rolgewricht
B
zadelgewricht
C
scharniergewricht
D
eivormiggewricht

Slide 42 - Quiz

Welk van de plaatjes is een kraakbeenverbinding
A
B
C
D

Slide 43 - Quiz

Een rolgewricht is een verbinding tussen
A
spaakbeen en ellepijp
B
ellepijp en opperarmbeen
C
dijbeen en scheenbeen
D
borstbeen en rib

Slide 44 - Quiz

welke van onderstaande beenverbindingen is een vergroeiing?
A
schedelbeenderen
B
heiligbeenderen
C
wervels

Slide 45 - Quiz

Wat is de taak van het gewrichtskapsel?
A
Geeft extra versteviging.
B
Houdt de botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer
C
Voorkomt dat de botten slijten
D
Hierdoor beweegt het gewricht soepel

Slide 46 - Quiz

Oefenen plaats van de gewrichten
kogelgewricht
kogelgewricht
rolgewricht
scharniergewricht
scharniergewricht
scharniergewricht
scharniergewricht

Slide 47 - Slide

Oefenen plaats van de gewrichten
kogelgewricht
kogelgewricht
rolgewricht
scharniergewricht
scharniergewricht
scharniergewricht
scharniergewricht

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Video

Aan de slag!
Thema 4, basisstof 3
Opdracht 1-7 maken en nakijken

Strijders
Plus-opdrachten / Samenhang

Klaar?
- Alles nagekeken?
- Door met de volgende lesson-up


Slide 50 - Slide