What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Kapitel 3 - Grammatik - Het geslacht van zelfstandige naamwoorden
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is de vertaling van der, die, das?
Slide 2 - Mind map
mannelijk = der
Mannelijke persoons- en dierennamen
bijv. der Stier, der Wolf, der Hahn
De namen van de dagen, maanden, jaargetijden, windrichtingen
bijv. der Sonntag , der Januar, der Sommer, der Norden
De meeste stammen van werkwoorden
bijv. der Beginn (van beginnen), der Sitz (van sitzen)
Slide 3 - Slide
vrouwelijk = die
Vrouwelijke persoons- en diernamen
bijv. die Kuh, die Katze
De
meeste
woorden die op een
-e
eindigen zijn vrouwelijk
bijv. die Adresse, die Toilette
Woorden die eindigen op
-heit, -keit, -schaft, -ung, -ur, -ei, -ik, -ion, -tät
bijv. die Einheit, die Möglichkeit, die Freundschaft
de getallen
bijv. die Eins, die Zwei
Slide 4 - Slide
onzijdig = das
Veel onzijdige woorden in het Nederlands (het-woorden) zijn dat in het Duits ook.
bijv. das Pferd, das Fenster, das Lied, das Spiel
Woorden eindigend op
-chen of -lein (betekenis: -tje)
bijv. das Löffelchen = het lepeltje, das Kindlein = het kindje
Slide 5 - Slide
timer
1:00
die
der
das
Mann
Frau
Kind
Junge
Schule
Mädchen
Haus
Lehrer
Lehrerin
Slide 6 - Drag question
Der, die oder das?
Büchlein (boekje)
A
der
B
die
C
das
Slide 7 - Quiz
Der, die oder das?
Bruder
A
der
B
die
C
das
Slide 8 - Quiz
Der, die oder das?
Haus
A
der
B
die
C
das
Slide 9 - Quiz
Der, die oder das?
Westen
A
der
B
die
C
das
Slide 10 - Quiz
Der, die oder das?
Mutter
A
der
B
die
C
das
Slide 11 - Quiz
Der, die oder das?
Lehrerin
A
der
B
die
C
das
Slide 12 - Quiz
Der, die oder das?
Tier
A
der
B
die
C
das
Slide 13 - Quiz
Der, die oder das?
Mittwoch
A
der
B
die
C
das
Slide 14 - Quiz
Der, die oder das?
Mädchen
A
der
B
die
C
das
Slide 15 - Quiz
Der, die oder das?
Theater
A
der
B
die
C
das
Slide 16 - Quiz
Der, die oder das?
Universität
A
der
B
die
C
das
Slide 17 - Quiz
Der, die oder das?
Lampe
A
der
B
die
C
das
Slide 18 - Quiz
Der, die oder das?
Mannschaft
A
der
B
die
C
das
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
MAVO 1 Kapitel 3 "Schule" Grammatik DER DIE DAS
July 2025
-
38 slides
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
lidwoorden/ geslacht zelfstandige naamwoorden
July 2025
-
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Proefles Duits GHC
July 2025
-
28 slides
Duits
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
Voorbeeldslides voor taalvakken
February 2025
-
12 slides
LessonUp
Beroepsopleiding
LessonUp Inspiratie
De grote kennisquiz
August 2024
-
44 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Quiz!
3TL periode 1 les 25 Woordenboek
July 2025
-
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
4T K2 der- en ein-Gruppe in 3e en 4e naamval
January 2022
-
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
3TL periode 3 les 19 und 20
July 2025
-
8 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1