Theorie lezen 1-6

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welk onderwerp is goed geformuleerd?

1. schoolreizen
2. over schoolreizen
3. Leerlingen van groep 8 gaan op schoolreis
4. reizen

Wat is een deelonderwerp?

1. alinea's waarboven een kopje staat
2. de delen van een tekst
3. verschillende alinea's die over hetzelfde onderwerp gaan
4. verschillende aspecten van het onderwerp

Wat is geen manier om een tekst in te leiden?

1. anekdote
2. bijzondere situatie
3. onderwerp benoemen
4. samenvatting

Wat is een hoofdgedachte?

De hoofdgedachte staat altijd letterlijk in de tekst. juist/onjuist

Moeder bakt een lekkere cake. Intussen maakt Karin een heerlijke taart.

1. tegenstellend verband
2. opsommend verband
3. chronologisch verband
4. toelichtend verband

Nadat ik mijn sleutels heb gevonden, stap ik meteen in de auto.

1. tegenstellend verband
2. opsommend verband
3. chronologisch verband
4. toelichtend verband

Hoewel ik weet dat het ongezond is, eet ik elke dag een zak chips.

1. tegenstellend verband
2. opsommend verband
3. chronologisch verband
4. toelichtend verband

Ik hou niet alleen van chips, maar ook van chocolade.

1. tegenstellend verband
2. opsommend verband
3. chronologisch verband
4. toelichtend verband

Mijn moeder maakt vaak Italiaanse gerechten, zoals pasta.

1. tegenstellend verband
2. opsommend verband
3. chronologisch verband
4. toelichtend verband

bijvoorbeeld, zo, als, denk aan, neem nou

1. opsommend verband
2. chronologisch verband
3. tegenstellend verband
4. toelichtend verband

amuseren

informeren

overtuigen

activeren

dat je je vermaakt

dat je iets te weten komt

dat je zijn mening overneemt

dat je iets wel of niet gaat doen

mop

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

betoog

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

reclamefolder

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

roman

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Welke vier functies kan een illustratie hebben?