Taalklas 1 extra H8 het ziekenhuis

Taalklas 1 extra H8

het ziekenhuis

1 / 134

Slide 1: Slide

NT2ISK

This lesson contains 134 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Taalklas 1 extra H8

het ziekenhuis

Slide 1 - Slide

Doelen

- we kennen 15 woorden

- we begrijpen de leestekst

- we antwoorden in juiste zinnen

Slide 2 - Slide

Hoe vaak ben jij in het ziekenhuis geweest?

Nog nooit

1 keer

ieder jaar

iedere maand

meer dan iedere maand

Slide 3 - Poll

Waar was dat ziekenhuis?

Slide 4 - Mind map

Wat was je probleem?

Slide 5 - Mind map

Ben je nu gezond?

nee

Slide 6 - Quiz

Woorden

het ziekenhuis

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

1. de operatie

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

2. de afdeling

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

3. de specialist

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

4. de prik

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

5. het gips

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

6. het verband

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

7. de chirurg

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

8. verdoven

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

9. gebroken

Slide 25 - Slide

10.

Slide 26 - Slide

10. ziekenhuis

Slide 27 - Slide

11.

Slide 28 - Slide

11. de controle

Slide 29 - Slide

12.

Slide 30 - Slide

12. onderzoeken

Slide 31 - Slide

13.

Slide 32 - Slide

13. de wond

Slide 33 - Slide

14.

Slide 34 - Slide

14. leven

Slide 35 - Slide

15.

Slide 36 - Slide

15. de ziekte

Slide 37 - Slide

NOG 1 X

Daarna dictee

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

1. de afdeling

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

2. de prik

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

3. het verband

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

4. verdoven

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

5. ziekenhuis

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

6. onderzoeken

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

7. leven

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

8. de operatie

Slide 54 - Slide

Slide 55 - Slide

9. de specialist

Slide 56 - Slide

10.

Slide 57 - Slide

10. het gips

Slide 58 - Slide

11.

Slide 59 - Slide

11. de chirurg

Slide 60 - Slide

12.

Slide 61 - Slide

12. gebroken

Slide 62 - Slide

13.

Slide 63 - Slide

13. de ziekte

Slide 64 - Slide

14.

Slide 65 - Slide

14. de controle

Slide 66 - Slide

15.

Slide 67 - Slide

15. de wond

Slide 68 - Slide

Dictee!

Slide 69 - Slide

1..

Slide 70 - Slide

Slide 71 - Slide

Slide 72 - Slide

Slide 73 - Slide

Slide 74 - Slide

Slide 75 - Slide

Slide 76 - Slide

Slide 77 - Slide

Slide 78 - Slide

10.

Slide 79 - Slide

11.

Slide 80 - Slide

12.

Slide 81 - Slide

13.

Slide 82 - Slide

14.

Slide 83 - Slide

15.

Slide 84 - Slide

Nakijken

Slide 85 - Slide

1. ziekenhuis

Slide 86 - Slide

2. de operatie

Slide 87 - Slide

3. het gips

Slide 88 - Slide

4. gebroken

Slide 89 - Slide

5. de afdeling

Slide 90 - Slide

6. de prik

Slide 91 - Slide

7. het verband

Slide 92 - Slide

8. verdoven

Slide 93 - Slide

9. onderzoeken

Slide 94 - Slide

10. leven

Slide 95 - Slide

11. de specialist

Slide 96 - Slide

12. de chirurg

Slide 97 - Slide

13. de wond

Slide 98 - Slide

14. de ziekte

Slide 99 - Slide

15. de controle

Slide 100 - Slide

STENCILS MAKEN

- leer de woordjes (1)

- vertaal de woorden (2)

- invuloefening (3)

- volgorde letters (4)

- leesopdracht (5)

Slide 101 - Slide

2. Laat je woordenlijst zien

- overgeschreven

- vertaald naar jouw taal

Slide 102 - Slide

3. invuloefening

- typ je antwoord

- verbeter je stencil

Slide 103 - Slide

1. Hij heeft een afspraak met ..............

operatie

afdeling

de specialist

Slide 104 - Quiz

2. Ik heb vandaag een .............

operatie

afdeling

de specialist

Slide 105 - Quiz

3. Zij werkt op een andere ............ in het ziekenhuis.

Slide 106 - Open question

4. Mijn arm zit in .......................

prik

het gips

verdoven

Slide 107 - Quiz

5. De tandarts gaat mijn tand ...............

prik

het gips

verdoven

Slide 108 - Quiz

6. Ik krijg een ............... tegen de griep.

Slide 109 - Open question

7. Mijn been is .................

het verband

gebroken

De chirurg

Slide 110 - Quiz

8. .................... doet de operatie.

het verband

gebroken

De chirurg

Slide 111 - Quiz

9. De dokter doet ....................... om mijn wond.

Slide 112 - Open question

10. Ik heb morgen een ....... bij de specialist.

het ziekenhuis

controle

onderzoeken

Slide 113 - Quiz

11. Ik ga naar ........... voor een afspraak.

het ziekenhuis

controle

onderzoeken

Slide 114 - Quiz

12. De dokter wil mijn knie ....................

Slide 115 - Open question

13. Ik wil gezond ..............

De wond

leven

De ziekte

Slide 116 - Quiz

14. ................ doet pijn als ik loop.

De wond

leven

De ziekte

Slide 117 - Quiz

15. ................ maakt hem erg moe.

Slide 118 - Open question

Laat je invuloefening zien

Slide 119 - Slide

4. Volgorde letters

Zet de letters in de juiste volgorde.

Slide 120 - Slide

k - r - i - p

Slide 121 - Open question

i - p - g - s

Slide 122 - Open question

e - l - v - n - e

Slide 123 - Open question

d - w - o - n

Slide 124 - Open question

i - k - z - e- t - e

Slide 125 - Open question

c - i - h - u - r - g - r

Slide 126 - Open question

5 Leesopdracht

Slide 127 - Slide

5 Lees de tekst:

Ivana is in het ziekenhuis.

Ze heeft een afspraak met de specialist.

De specialist onderzoekt haar arm.

De arm doet pijn. Ivana krijgt een prik.

Dat is niet fijn.

De prik helpt gelukkig.

Ivanna heeft geen pijn meer.

Slide 128 - Slide

Wat onderzoekt de specialist bij Ivana?

Slide 129 - Mind map

Wat krijgt Ivana?

Slide 130 - Mind map

Heeft Ivana na de prik nog steeds pijn?

Slide 131 - Mind map

woordzoekerfabriek.nl

Slide 132 - Link

Slide 133 - Slide

BLOOKET

Slide 134 - Slide