3V bi (Vel) week van 13 april

Herhalen B7 en 8
Heb je de opdrachten van vorige week gemaakt en gecontroleerd?

- Maak het onderstaande woordweb.

- Welk voorbehoedmiddel helpt ook tegen SOA's (geslachtsziekten)?
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Herhalen B7 en 8
Heb je de opdrachten van vorige week gemaakt en gecontroleerd?

- Maak het onderstaande woordweb.

- Welk voorbehoedmiddel helpt ook tegen SOA's (geslachtsziekten)?

Slide 1 - Slide

Zwangerschap en geboorte

Slide 2 - Mind map

Herhalen T4 + Mitose en meiose
Om T4 te herhalen, lees je de samenvatting in je boek door, doelstelling 1 t/m 9. Als dingen onduidelijk zijn, kan je de betreffende basisstof nog eens nalezen.
Daarna ga je Test Jezelf maken in het digitale werkboek.

Slide 3 - Slide

Herhalen T4 + Mitose en meiose
Ook gaan we mitose en meiose behandelen. Deze stof staat niet in jullie boek, maar hoort wel bij de toets.
Mitose is de gewone celdeling. Hierbij ontstaan nieuwe cellen voor groei, vervanging en herstel. 
Meiose is de reductiedeling. Hierbij ontstaan geslachtscellen.
En het is belangrijk dat je weet dat een mens 46 chromosomen (23 paar) heeft in elke celkern. 

Slide 4 - Slide

karyogram
Hieronder zie je het karyogram (chromosomenportret) van een mens. Je ziet duidelijk dat er van elk type 2 chromosomen zijn (een paar = 2).
Het laatste, 23e paar bestaat uit de geslachtschromosomen. Er zijn 2 soorten geslachtschromosomen: het X-chromosoom en het Y-chromosoom.
Vrouwen hebben 2 X-chromosomem (XX) 
Mannen hebben 1 X- en 1 Y-chromosoom (XY). Bij mannen bestaat het 23e paar dus uit 2 verschillende chromosomen!   

Slide 5 - Slide

Is dit een karyogram (= beeld van alle 46 chromosomen) van een man of vrouw?

Slide 6 - Slide

Mitose
Bij mitose ontstaan uit 1 cel 2 dochtercellen met hetzelfde aantal chromosomen. 
Hiervoor moeten de chromosomen eerst gekopieerd worden. Dit heet ook wel DNA-replication.  Na het kopieren blijven de 2 kopieen bij elkaar. Het chromosoom bestaat dan uit 2 draden (de 2 kopieen) die in het midden bij elkaar gehouden worden.
De chromosomen worden voorafgaand aan de celdeling korter en dikker zodat je ze onder de microscoop kan zien.

Slide 7 - Slide

Vervolgens worden de 2 kopieen van elkaar gescheiden. De ene kopie gaat naar de ene dochtercel en de andere kopie naar de andere dochtercel. 
Beide dochtercellen hebben nu chromosomen die uit 1 draad (1 kopie) bestaan. 
Beide dochtercellen hebben wel hetzelfde aantal chromosomen als de moedercel.

Slide 8 - Slide

Mensen hebben 23 verschillende typen chromosomen. In alle cellen (behalve de geslachtscellen) heb je van elk type chromosoom er 2. Je hebt nl. van elk type 1 chromosoom van je vader gehad, en 1 van je moeder.
Totaal bevat elke  cel dus 23 x 2 = 46 chromosomen.
Geslachtscellen bevatten van elk type chromosoom er maar 1. Dus een geslachtscel van een mens bevat 23 chromosomen, van elk type maar 1.

Slide 9 - Slide

Mitose, gewone celdeling

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Mitose kan je ook schematisch weergeven:

2n --> 2n + 2n

Hierbij is n het aantal verschillende typen chromosomen. Bij een mens  geldt: n = 23. Bij andere soorten kan n een ander getal zijn.

Slide 12 - Slide

Hoe groot is n bij dia 11? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Video

Wat is het nut van mitose?

Slide 15 - Open question

Meiose
Meiose is de celdeling waarbij geslachtscellen ontstaan. Hierbij wordt het aantal chromosomen gehalveerd. Elke dochtercel heeft maar 1 chromosoom van elk type. Bij een mens hebben eicel en zaadcel dus 23 chromosomen, en dat zijn 23 verschillende chromosomen.
Omdat het aantal chromosomen gehalveerd wordt, wordt meiose ook wel reductiedeling genoemd.

Slide 16 - Slide

Meiose: meiose I
De meiose bestaat eigenlijk uit 2 celdelingen die na elkaar plaatsvinden: meiose I en meiose II.
Voorafgaand aan meiose I worden de chromosomen eerst weer gekopieerd. De chromosomen worden vervolgens korter en dikker zodat je ze onder de microscoop kan zien. De kopieen blijven weer bij elkaar, en je ziet dus dat elk chromosoom uit 2 draden bestaat.

Slide 17 - Slide

Meiose: meiose I
Vervolgens gaan de chromosomen van hetzelfde type uit elkaar. Er ontstaan dan 2 dochtercellen met elk 23 chromosomen, van elk type chromosoom hebben ze er
maar 1!
Elk chromosoom bestaat nu nog uit 2 draden!

Slide 18 - Slide

Meiose: meiose II
Vervolgens begint de 2e deling: meiose II.
Bij meiose II gaan de 2 kopieen van elk chromosoom uit elkaar. De dochtercellen die nu ontstaan, hebben elk 23 chromosomen, van elk type 1. En elk chromosoom bestaat nu uit 1 draad.

Slide 19 - Slide

Meiose

Slide 20 - Slide

Hoe groot is n in dia 20? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open question

Meiose I en II kan je ook schematisch weergeven:

Meiose I:   2n --> n + n
Meiose II:  n --> n + n
Hierbij is n het aantal verschillende typen chromosomen. Bij een mens  geldt: n = 23. Bij andere soorten kan n een ander getal zijn.

Bij de bevruchting versmelten de kernen van zaadcel en eicel. De bevruchte eicel heeft dan weer 46 chromosomen! (bij een mens)

Slide 22 - Slide

MEIOSE

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Er vindt celdeling plaats om zaadcellen te maken. Is dit mitose of meiose
A) Mitose B) meiose
A
Mitose
B
Meiose

Slide 25 - Quiz

Waar worden chromosoomparen gescheiden?
A
Mitose
B
Meiose
C
Zowel mitose als meiose
D
Zowel niet in mitose als meiose

Slide 26 - Quiz

Waarbij hoort deze formule:
2N --> N + N
A
Mitose
B
Meiose I
C
Meiose II
D
Bevruchting

Slide 27 - Quiz

Geeft de afbeelding hiernaast een meiose of mitose weer? Leg je antwoord uit.

Slide 28 - Open question

Een bepaalde cel bevat 15 chromosomen. Is dit een geslachtscel of een lichaamscel? Leg je antwoord uit.

Slide 29 - Open question

Afsluiting en opgaven
Opdrachten:
Herhalen T4: Maak Test jezelf in de digitale leeromgeving
Mitose, meiose: hierbij horen alleen de opdrachten die in lesson-up staan. Als je de opdracht fout beantwoord hebt, maak hem dan opnieuw. Totdat het antwoord goed is. 
En probeer mitose en meiose in je eigen woorden te zeggen. Hierbij kan je de dia's van deze les gebruiken.
Succes!




Slide 30 - Slide