✍️ Verdiepende schrijfopdracht – Verhaal in twee tijden
Werk in tweetallen. Jullie schrijven samen een kort verhaal van ongeveer 10 zinnen.
1. Deel 1 (tegenwoordige tijd)
• Je schrijft 5 zinnen in de tegenwoordige tijd.
• Gebruik minstens drie verschillende werkwoorden, waarvan één sterk en één zwak.
2. Deel 2 (verleden tijd)
• Je buur herschrijft diezelfde 5 zinnen in de verleden tijd.
• Let op de persoonsvormen en gebruik het juiste voltooid deelwoord als dat nodig is.
3. Controle
• Lees elkaars tekst hardop voor.
• Onderstreep alle persoonvormen en voltooid deelwoorden.
• Bespreek samen of de werkwoorden sterk of zwak zijn en of ze op de juiste wijze zijn vervoegd.
Let ook op de interpunctie!