Deel D samenvatting

• Economie en Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Deel C+D samenvatting

Wat doen we vandaag? 

- Iedereen schrijft mee

- Per paragraaf de belangrijkste punten 

- Stel tussendoor vragen! 

3.16- HACCP code 

- HACCP code = hygiene code. 

- Wettelijk bepaald

- THT en TGT 

- Schoonmaakmiddelen en persoonlijke hygiene. 

Controle diepvries:

- Verpakking

- Etiket (THT, TGT)

- Aflevertemperatuur

- Product kwaliteit 

 3.17-Houdbaarheidsdatum

TGT (Te gebruiken tot) 

- Vis, vlees, melk, verproducten

- Let op FIFO 

THT (tenminste houdbaar tot) 

- Langer houdbare producten

- Maar wel producten met  een einddatum!! 

3.18 - Opslagsystemen 

Vaste locatiesysteem

- Elk product heeft een vaste plek

- Geen voorraad? Vak leeg

- Werkt makkelijk

Vrije locatiesysteem

- Artikelen hebben geen vaste plek

- Computer zegt waar producten moeten

- Nooit lege vakken 

3.19 - WMS

Warehouse management system 

1. WMS weet de voorraad

2. Artikel binnen? Medewerker scant artikelcode

3. WMS bepaalt waar artikel komt in magazijn

4. Klantbestellingen komen in WMS

5. WMS geeft orderverzamellijst (orderpicklijst)

6. Verzenden naar klant? Melding vanuit WMS naar klant

3.20 - Onderdelen van het WMS

Handscanner voor: 

- Goederenontvangst (binnen)

- Goederenopslag  (waar opslaan)

- Orderverzamelaar (ophalen artikelen)

- Expeditie (Goederen naar klant) 

3.21 - Soorten voorraad

1. Technische voorraad  = werkelijke voorraad

2. Economische voorraad =

Technische voorraad+inkoop-verkoop

3. Adminstratieve voorraad = vooraad zoals in het systeem 

3.22- Minimale en maximale voorraad 

Minimale voorraad: wat er op zijn minst aanwezig moet zijn

Maximale voorraad: wat er maximaal aanwezig mag zijn 

Bepalen van voorraadaantallen: 

1. De levertijd                  4. De gemiddelde verkopen

2. De bestelkosten     5. De verkoopverwachting

3. De omvang                  6. Het risico op veroudering

3.23 - De bestellijst

De bestellijst is een hulpmiddel bij bestellen. Je gebruikt het voor goederen die je regelmatig besteld. 

Wat moet er gebeuren voordat de goederen afgeleverd zijn? (blz. 215 rijtje moet je kennen) 

3.24 - Het schappenplan

Manieren op producten te presenteren:

 1. Schappen

2. Vitrine

3. Displays

Schappenplan is een plattegrond van een schap, maar dan van de VOORKANT 

3.25 - Lifo en fifo

Lifo= last in first out -> producten zonder houdbaarheidsdatum

Fifo= First in first out -> producten  met houdbaarheidsdatum 

3.26 - Goederen verkoopklaar

- Ompakken

-Controleren van het artikel

- Bewerken

- Prijzen

- Beveiliging aanbrengen 

3.27 - Aanvullen en spiegelen

Aanvullen: vakken vullen

Opruimen: Werkplek moet netjes zijn

Spiegelen: Artikelen moeten altijd naar voren gehaald worden 

3.28 - Inventariseren

Waarom inventariseren (tellen en registreren)

1. Wettelijk verplicht

2. Administratieve voorraad controleren  

Bedrijven gebruiken een inventarisatieplan 

3.29 - Voorraad tellen

- Tijdens het tellen mag niks binnen komen of verkocht worden

- Je kan alle artikelen tellen 

- Je kan een deel van het magazijn tellen 

- Verschil tussen blind tellen niet-blind tellen 

3.30 - Derving

Derving = verlies van goederen 

1. Bekende derving 

bijvoorbeeld: bederven, kapot vallen, of diefstal in de winkel

2. Onbekende derving 

Bijvoorbeeld: niet goed controleren, niet goed tellen, niet goed controleren, diefstal collega's 

3.31 - Derving voorkomen

1. Voorzichtig zijn

2. Goed stapelen

3. Artikelen op de juiste plek

4. Nauwkeurig tellen

5. Controleer de vrachtbrief

6. Controleer de pakbon

7. Let op bij levering op beschadiging 

3.32 - Het werk inplannen

Waar denk je bij plannen aan: 

1. personeel inplannen

2. Ontvangst goederen

3. Administratief werk plannen

4. Op basis van planning werk verdelen