Week 3 - Argumentatieleer - soorten argumenten en argumentatieschema's

Niet vergeten: mondeling plannen
zet de agenda actief in!
Schrijf je (met een klasgenoot) in voor het mondeling en lees de boeken voor de lijst.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Niet vergeten: mondeling plannen
zet de agenda actief in!
Schrijf je (met een klasgenoot) in voor het mondeling en lees de boeken voor de lijst.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

eens of oneens

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelen van de les
1. Je kent de voorwaarden voor argumentatie.
2. Je kunt een gevoerde argumentatie beoordelen.
3. Je kent het verschil tussen objectieve en subjectieve argumentatie.
4. Je kent de argumentsoorten en je kunt ze herkennen.
5. Je kent de argumentatieschema's en je kunt ze herkennen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Argumentatieleer
Leg uit waarom er in deze video wel of niet sprake is van argumentatie. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Bespreking
STEMMING: GOED PLEIDOOI OF NIET?​

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wie vindt dat er geen sprake is van argumentatie gaat nu staan.

Slide 7 - Slide

Eerste de keuze laten toelichten. Dan theorie geven:​

Er is pas sprake van argumentatie wanneer er een standpunt wordt gegeven en wanneer er argumenten worden aangedragen ter onderbouwing. Er is in de video sprake van indirecte argumentatie. Hij noemt niet letterlijk zijn standpunt, maar het is duidelijk dat Taylor Mali van mening is dat een docent meer verdient en bereikt dat een rechter. ​

Objectieve argumenten
"De milieuvervuiling is in Nederland een groot probleem. Uit metingen blijkt dat in onze lucht te veel fijnstof zit"​

"De invoering van de OV-chipkaart heeft al veel problemen opgeleverd. Oplaadpalen doen het bijvoorbeeld vaak niet"

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Geef een objectief argument voor of tegen het standpunt 'Mobieltjes moeten verboden worden op middelbare scholen.'

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Subjectief argument
"Je moet je huiswerk goed plannen. Dat heb ik vorig jaar ook gedaan en ik haalde goede cijfers" ​

"Abortus moet verboden worden. Een ongeboren kind heeft ook recht om te leven!"​

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Geef een subjectief argument voor of tegen het standpunt 'Op het BC moet de iPad worden afgeschaft.'

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Soort argumenten
Er zijn verschillende soorten argumenten: feiten, onderzoek, ervaring, gevoel/emotie, geloof, normen/waarden, vermoedens​

Deze zijn in te delen in twee categorieën:

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Objectief

Feiten​
Onderzoek
Subjectief

Ervaring​
Gevoel/emotie​
Geloof​
Normen/waarden​
Vermoedens

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Energiedrankjes moeten verboden want uit onderzoek blijkt energiedrankjes hartritme- stoornissen veroorzaken bij jongeren.
Iemand die steelt van zijn baas moet een taakstaf krijgen. Je gaat toch niet stelen als je vindt dat je te weinig verdient.
Laat dat maar staan want dat soort vlees mag ik van mijn geloof niet eten.
De iPhone 6 kan je het beste bij Tele2 kopen daar is hij volgens IphoneDeals het goedkoopst.
Ajax wordt volgens mij dit jaar geen kampioen. Ik kan me niet voorstellen dat dat met dit elftal mogelijk is.
Normen/waarden
Onderzoek
Geloof
Feit
Vermoeden

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Argumentatieschema
de link tussen het standpunt en het argument

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oorzaak-gevolg
Je noemt een oorzaak als argument voor het standpunt


"Ik ben totaal niet gemotiveerd om deze uitleg te volgen. Dat komt doordat Christmas zo'n saaie prater is."

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Kenmerk of eigenschap
Je geeft een kenmerk van iets of iemand om een standpunt over diezelfde iets of iemand te onderbouwen.

"Het feestje van Gerard zal wel een groot succes worden.
Hij is een echte gangmaker."

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Voor- en nadelen
Op basis van een nadeel of een voordeel van een handeling of actie onderbouw je een standpunt.


"Laten we dit jaar maar niet naar Zuid-Frankrijk gaan.
Het is daar zo extreem heet in de zomer."

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
Je gebruikt een voorbeeld van wat je in je standpunt beweert.


"Humoristische televisieseries kunnen heel leerzaam zijn. In Friends wordt heel duidelijk dat vriendschappen niet alleen maar leuke momenten kennen ."

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vergelijking
Je vergelijkt twee zaken met elkaar, waarbij je ervan uit gaat dat beide gevallen tot hetzelfde resultaat zullen leiden

"Het openbaar vervoer in Nederland moet gratis worden. Dat hebben ze in België ook gedaan en daar werd het een groot succes. (en in NL zal dat dus ook zo zijn)" 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Gezag/autoriteit
Je noemt een bron of een deskundige ter ondersteuning van je standpunt

"De duidige tweede coronagolf zal niet leiden tot een overbelasting van de ic-zorg. Ic-specialist Gommers zei gisteravond in Nieuwsuur dat door een betere behandeling nog slechts 2% van alle patienten op de IC geholpen hoeft te worden." 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Depay en De Jong laten in Barcelona nog maar eens duidelijk zien dat het werk van een voetballer kwetsbaar is.
Middelbare scholieren zijn steeds minder goed in leesvaardigheid. Het niveau van het onderwijs op de basisschool is de laatste jaren ernstig achteruit gegaan. 
Als de scholen dichtgaan vanwege het Coronavirus, dan kan ik eindelijk tijd vrijmaken om een nieuw boek te schrijven.
De berichtgeving rondom Corona is noodzakelijk en niet paniekzaaiend. Bij de economische crisis in 2008 werd er ook geroepen om geen negatieve berichten meer te publiceren over de recessie omdat mensen in paniek kunnen raken. Die oproep was onzinnig: media hebben als doel om mensen te informeren, hoor en wederhoor toe te passen. 
Volgens het RIVM zijn verdere maatregelen om Corona te bestrijden op dit moment niet nodig. De Nederlandse leerlingen kunnen dus prima naar school toe. 
Oorzaak-gevolg
Voorbeelden
Voor- en nadelen
Vergelijking
Autoriteit

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Slide 23 - Link

This item has no instructions

Doelen van de les
1. Je kent de voorwaarden voor argumentatie.
2. Je kunt een gevoerde argumentatie beoordelen.
3. Je kent het verschil tussen objectieve en subjectieve argumentatie.
4. Je kent de argumentsoorten en je kunt ze herkennen.
5. Je kent de argumentatieschema's en je kunt ze herkennen.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions