H8.6 | Formules veranderen

1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Leerdoelen van de les;
  • Herhalen H8.5
  • Instructie H8.6
  • Aan de slag;
  • Afsluiting van de les;

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Temperatuur = 25 - 0,2 x tijd 
Begingetal
Stijggetal 
Daalgetal 

Slide 4 - Drag question

beltegoed (€) = 25 - 0,20 x tijd (minuten)
0,20
25
staat er niet bij
begingetal
stijggetal
daalgetal

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Spoorwegen
Utrecht - Groningen

Slide 8 - Slide

De trein naar Groningen
Een trein vertrekt uit station Utrecht met 80 passagiers aan boord. Bij elk volgend station stappen er 12 passagiers bij. De trein stopt bij meerdere stations op weg naar Groningen.

  1. Stel een woordformule op voor het aantal passagiers in de trein na een aantal tussenstops.
  2. Gebruik de letter s voor het aantal tussenstops.

Slide 9 - Slide

Vul hier de woordformule in
Een trein vertrekt uit station Utrecht met 80 passagiers aan boord. Bij elk volgend station stappen er 12 passagiers bij. De trein stopt bij meerdere stations op weg naar Groningen.

Slide 10 - Open question

Extra passagiers
De trein uit Utrecht vertrekt met 80 passagiers. Bij elk station stappen er 12 passagiers bij. De avond voor vertrek wordt er nog gekeken naar het aantal reserveringen. Nu blijkt dat er meer passagiers vanuit Utrecht met de trein gaan. De trein vertrekt met 100 passagiers.

  1. Aantal passagiers = 80 + 12s
    s is het aantal tussenstops
  2. Pas de formule aan

Slide 11 - Slide

Vul hier de woordformule in
Een trein vertrekt uit station Utrecht met 80 passagiers aan boord. Bij elk volgend station stappen er 12 passagiers bij. De trein stopt bij meerdere stations op weg naar Groningen.

Slide 12 - Open question

Extra wagon
De trein uit Utrecht vertrekt met 100 passagiers. Bij elk station stappen er 12 passagiers bij. Vlak voor vertrek wordt er nog gekeken naar het aantal reserveringen. Nu blijkt dat er meer passagiers met de trein gaan. Bij elk station stappen nu 20 passagiers in. 

  1. Aantal passagiers = 100 + 12s
    s is het aantal tussenstops
  2. Pas de formule aan

Slide 13 - Slide

Vul hier de woordformule in
De trein uit Utrecht vertrekt met 80 passagiers. Bij elk station stappen er 12 passagiers bij. Vlak voor vertrek wordt er nog gekeken naar het aantal reserveringen. Nu blijkt dat er meer passagiers met de trein gaan. Bij elk station stappen nu 20 passagiers in. 

Slide 14 - Open question

Formules
bedrag (€) = 15 + 5 x tijd (dagen)

bedrag (€) = 15 + 5t
t = tijd in dagen

Slide 15 - Slide

Formules
bedrag (€) = 15 + 5 x tijd (dagen)

bedrag (€) = 15 + 5t
t is tijd in dagen
is hetzelfde

Slide 16 - Slide

Formules veranderen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Aan de slag




Wat? ->  Maken: 8.6
Waar? -> In je ruitjesschrift / in je werkboek (dingen invullen)
Wanneer?  -> Deze les. Alles wat niet af is, is huiswerk voor maandag 12 mei
Wat heb je nodig? -> Pen en rekenmachine
Klaar? -> Nakijken. 



Niet overleggen, geen vragen             -->
Niet overleggen, wel vragen                -->
Overleg én vragen wel toegestaan    -->

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Leerdoelen van de les
Aan het einde van de les:
  • Je kunt een formule aanpassen als de situatie verandert.

Slide 21 - Slide