• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

Miniles - Woordenschat

Woordenschat
Miniles Esther
Woordenschat
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
Miniles Esther
Woordenschat

Slide 1 - Slide


Mijn groep


8 cursisten   - niet-Westers
4 cursisten - A0/A1
4 cursisten - A1/A2

Opleidingsniveau - laag tot hoog






                                                     

Slide 2 - Slide

Taalcompleet A1   
5.3, 6.1, 6.3, 6.5 en 6.7
- Gezichtskenmerken
- Haar en Gezichtsbeharing
- Kleding 
- Accessoires

Slide 3 - Slide

Woordenschat "Uiterlijk"

                                                     HET VIERTAKTMODEL  
                    voorbewerken - semantiseren - consolideren - controleren

                                                     Gezicht / haar / gezichtsbeharing
                                                     Kleding
                                                     Accessoires
                                                     Ondergoed - semantiseren en een oefening

Slide 4 - Slide

A                         B                          C                      D                        E
F                           G                       H                        I                         J
K                            L                      M                       N                       O
P                          Q                        R                       S                       T
Wie is het? 
Gezichtskenmerken 

Slide 5 - Slide

Wie is het? 
Gezichtskenmerken en kleding

Slide 6 - Slide

Kijkvragen
1e deel van de les - Semantiseren van nieuwe woorden
KIJKVRAAG: 
Hoe controleer ik of de cursisten de woorden 
begrepen hebben?

2e deel van de les - Werkvorm - consolideren
KIJKVRAAG:
Reageerde ik tijdig op hulpvragen 
(verbaal of non-verbaal) van cursisten?

Slide 7 - Slide

Kleding
De les gaat beginnen
Het ondergoed

Slide 8 - Slide

  • Ik heb het koud, ik trek morgen een onderhemd aan onder mijn trui.



  • Sam had geen zwembroek bij zich, hij ging toen maar in zijn onderbroek zwemmen. 



  • Ik ga naar de Hema om een beha en 3 onderbroeken te kopen.




Slide 9 - Slide

Het onderhemd








Ik heb het koud, ik trek morgen een onderhemd aan onder mijn trui.






Slide 10 - Slide

De onderbroek








Sam had geen zwembroek bij zich, 
hij ging toen in zijn onderbroek zwemmen. 






Slide 11 - Slide

De beha








Ik ga naar de Hema om een beha en 3 onderbroeken te kopen. 




Slide 12 - Slide

We gaan oefenen!

Slide 13 - Slide

  • Op het werkblad - schrijf samen woorden in de juiste kolom.
  • Na 1 minuut - Als Esther "stop" zegt, geef dan jullie blaadje aan het groepje links van jullie. 
  • Jullie krijgen het blaadje van het groepje rechts van jullie, schrijf daar een paar woorden bij.
  • Geef de blaadjes 4 x door, je krijgt dan je eigen werkblad weer terug.

  • Taalcompleet A1, Thema 5 en 6
  • Esther.

2 personen
10 minuten
Hulp?
Woorden bedenken en in kolommen schrijven
Klaar?
  • Checken of je alle woorden op je blaadje kent.
Wat?
En dan?
  •  We bespreken woorden die je niet kent in de groep.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

kort haar ⎜ lang haar ⎜ krullen⎜ glad haar
zwart haar ⎜ bruin haar ⎜rood haar⎜ blond haar
de snor ⎜ de baard ⎜ de wenkbrauwen
de hoed ⎜ de pet ⎜ de muts⎜ de hoofddoek
de sokken ⎜ de schoenen ⎜ de laarzen
de trui ⎜ de rok ⎜ de jurk ⎜ de bloes ⎜ het t-shirt
het vest ⎜ het overhemd ⎜ de broek⎜ het jack ⎜ het t-shirt  
de tas ⎜ de riem ⎜ de ketting⎜ de oorbellen
het onderhemd ⎜ de onderbroek ⎜ de beha
 
kort haar  ⎜  lang haar  ⎜  krullen ⎜  glad haar
zwart haar ⎜  bruin haar  ⎜  rood haar  ⎜  blond haar
de snor  ⎜  de baard  ⎜  de wenkbrauwen
de hoed  ⎜  de pet  ⎜  de muts  ⎜ de hoofddoek
de sokken  ⎜  de schoenen  ⎜  de laarzen
  de rok  ⎜  de jurk  ⎜  de bloes  ⎜  het t-shirt
het vest  ⎜  het overhemd  ⎜  de broek 
de trui  ⎜  de jas  ⎜  het jack  ⎜  het t-shirt  
de tas  ⎜  de riem  ⎜  de ketting  ⎜  de oorbellen
het onderhemd ⎜ de onderbroek  ⎜  de beha

Slide 16 - Slide

Nu kun je:
Praten over uiterlijk: kleding, haar, gezicht

"ik, jij/je, hij/zij/u, ..." gebruiken

"mijn, je/jouw, zijn/haar/uw, ..." gebruiken

Zinsaccent horen en gebruiken 



Slide 17 - Slide

Huiswerk

  • Quizlet - Gezicht, Haar, Kleding
  •  Deze les in LessonUp 
  • Verdergaan in je boek

Slide 18 - Slide

More lessons like this

6.1: de jas, de broek, de schoenen

February 2025 - Lesson with 33 slides
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

18-11-2024 C TC A1 Thema 6.1: de jas, de broek, de schoenen

November 2024 - Lesson with 46 slides
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

6.1: de jas, de broek, de schoenen

November 2023 - Lesson with 17 slides
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

19-11-2024 C TC A1 Thema 6.2 De en het, Thema 6.3 Kleding kopen

November 2024 - Lesson with 38 slides
NT2MBOStudiejaar 2

Alfa 3 A1 TC 6.1 en 6.2

December 2022 - Lesson with 21 slides
NT2MBOStudiejaar 2

19-11-2024 C TC A1 Thema 6.2 De en het, Thema 6.3 Kleding kopen

March 2025 - Lesson with 37 slides
NT2MBOStudiejaar 2

Herhaling: de kleding

August 2024 - Lesson with 24 slides
BurgerschapMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Alfa 3 Th 6 kleding

March 2024 - Lesson with 45 slides
NT2MBOStudiejaar 3
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings