This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Welkom
3h2!
Slide 1 - Slide
Programma
Huiswerkopdracht bekijken
Korte terugblik vorige les
Slot betoog
Afsluiting en vooruitblik
Slide 2 - Slide
10 minuten lezen
Slide 3 - Slide
Bekijk de inleiding van je klasgenoot en beantwoord de volgende vragen. 1. Wat is de stelling/het standpunt van het betoog van je klasgenoot? En wordt deze geïntroduceerd in de inleiding? 2. Welke manier van inleiden wordt er gebruikt? 3. Is er een duidelijke overgang van de manier van inleiden naar de stelling/het standpunt? 4. Worden er argumenten gegeven in de inleiding?
Slide 4 - Open question
Bekijk het middenstuk van je klasgenoot en beantwoord de volgende vragen: 1. Behandelt elke alinea een ander deelonderwerp (argument)? 2. Worden er signaalwoorden gebruikt aan het begin van elke alinea? 3. Worden de argumenten aan het begin van elke alinea gepresenteerd?
Slide 5 - Open question
Met wat voor soort argumenten kun je je standpunt het beste ondersteunen?
Slide 6 - Open question
Hoe kun je je alinea's in het middenstuk het beste opbouwen?
Slide 7 - Open question
Slot betoog
Slide 8 - Slide
Functies slot
Functies van een slot:
- een samenvatting geven (Kortom, al met al)
- een conclusie trekken (Dus, dan ook)
- een waarschuwing geven
- een toekomstverwachting geven
- een voorbeeld geven
- een aanbeveling doen (advies geven)
Slide 9 - Slide
Uitsmijter
Slide 10 - Slide
Uitsmijter
Het einde van het slot kan afgesloten worden met een uitsmijter. Een uitsmijter kan je herkennen aan:
Een pakkende zin die in je hoofd blijft hangen.
Een werkwoordspeling/ woordgrap of toepasselijke uitdrukking.
Een vraag aan de lezer waardoor hij blijft nadenken over de tekst.
Voorbeeld bij een tekst over overgewicht: “Want dik zijn, is niet vet!”
Slide 11 - Slide
5. In het slot van een betoog geeft de schrijver argumenten voor zijn mening.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Wat doet de schrijver in het slot van zijn betoog?
A
een nieuwe mening geven
B
argumenten geven
C
een conclusie trekken
Slide 13 - Quiz
Is de volgende stelling waar of niet waar?
Het standpunt in een betoog vind je terug in de inleiding en het slot.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Wat is het middenstuk van je betoog?
A
De inleiding
B
Je argumentatie
C
De kern
D
Het slot
Slide 15 - Quiz
Welke functie heeft het slot van een betoog?
A
oproep
B
conclusie
C
aanbeveling
D
samenvatting
Slide 16 - Quiz
Welke manieren kun je gebruiken om een tekst af te sluiten?
Slide 17 - Mind map
Welke manieren zijn passend voor het slot van een betoog?
Slide 18 - Open question
Wat moet je vooral niet doen in het slot van een tekst?
Slide 19 - Open question
Wat is een uitsmijter?
Slide 20 - Mind map
Wat wordt er bedoeld met het cirkeltje rond maken?
Slide 21 - Mind map
Heeft dit slot een uitsmijter en wordt het cirkeltje rond gemaakt?
A
wel uitsmijter, geen cirkeltje
B
geen uitsmijter, wel cirkeltje
C
geen uitsmijter, geen cirkeltje
D
uitsmijter én cirkeltje
Slide 22 - Quiz
Citeer de conclusie. (noteer de eerste twee woorden en de laatste twee woorden)
Slide 23 - Open question
Heeft dit slot een uitsmijter en wordt het cirkeltje rond gemaakt?
A
wel uitsmijter, geen cirkeltje
B
geen uitsmijter, wel cirkeltje
C
geen uitsmijter, geen cirkeltje
D
uitsmijter én cirkeltje
Slide 24 - Quiz
Citeer de conclusie. (noteer de eerste twee woorden en de laatste twee woorden)
Slide 25 - Open question
Heeft dit slot een uitsmijter en wordt het cirkeltje rond gemaakt?
A
wel uitsmijter, geen cirkeltje
B
geen uitsmijter, wel cirkeltje
C
geen uitsmijter, geen cirkeltje
D
uitsmijter én cirkeltje
Slide 26 - Quiz
Citeer de conclusie. (noteer de eerste twee woorden en de laatste twee woorden)
Slide 27 - Open question
Heeft dit slot een uitsmijter en wordt het cirkeltje rond gemaakt?
A
wel uitsmijter, geen cirkeltje
B
geen uitsmijter, wel cirkeltje
C
geen uitsmijter, geen cirkeltje
D
uitsmijter én cirkeltje
Slide 28 - Quiz
Citeer de conclusie. (noteer de eerste twee woorden en de laatste twee woorden)
Slide 29 - Open question
Huiswerkopdracht: Lees het betoog Alcoholleeftijd moet zeker naar 18 jaar op Teams. Het slot van dit betoog ontbreekt. Schrijf dit slot. Gebruik ongeveer 50 woorden.
Slide 30 - Open question
Beoordeling betoog
Slide 31 - Slide
Geef bij elk betoog drie argumenten waarom je dat betoog daar op de schaal hebt geplaatst: 1 argument dat iets zegt over de inhoud; 1 argument dat iets zegt over de structuur; 1 argument dat iets zegt over het taalgebruik.
Leg per tweetal de 3 gekregen betogen in duo's op volgorde waarbij je gebruikmaakt van deze schaal: