Semaine 13: Unité 3, laatste les en Toets

Bonjour et bienvenue!
Comment ça va?

1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Bonjour et bienvenue!
Comment ça va?

Slide 1 - Slide

La semaine 13:                                                                                        
lundi mardi et mercredi, le vingt-huit, le vingt-neuf et le trente mars

Slide 2 - Slide

Le programme d'aujourd'hui: 
1. Questions? 
2. Quizlet alle woorden
3. Herhalen vervoegen werkwoorden, gevoelswerkwoorden, vraagwoorden etc. 
4. Questions?
5. Faire:  Apprendre 1,2,4,6,8,10 F/N
                 Apprendre 3,5, begrijpen en kunnen toepassen


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Sleep de juiste vertalingen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord

Schrijf op welke je niet wist. (!)
il
nous
vous
elle
tu
je
wij
zij
ik
jullie
jij
hij

Slide 5 - Drag question

Les verbes réguliers en -ER
GR. I
Un. 3

Slide 6 - Slide

Ezelsbruggetje -er

Slide 7 - Slide

Regelmatige werkwoorden:
Vul de juiste vorm van aangegeven regelmatige werkwoorden op -er in.

Slide 8 - Slide

je (expliquer)

Slide 9 - Open question

tu (donner)

Slide 10 - Open question

Aya (chercher)

Slide 11 - Open question

Aya et Adam (fermer)

Slide 12 - Open question

Marie (travailler)

Slide 13 - Open question

Vous (oublier)

Slide 14 - Open question

Lina et Amin (dessiner)

Slide 15 - Open question

De uitgangen van de présent van de werkwoorden op -er zijn: stam+
A
es/es/e/ons/ez/ent
B
es/es/es/ons/ez/ont
C
e/es/e/ont/ez/ent
D
e/es/e/ons/ez/ent

Slide 16 - Quiz

Werkwoorden op ER
Nous parl... français!
A
e
B
es
C
ons
D
ez

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste vervoeging:
Je/J' ... de la musique!
A
écoutons
B
écoutes
C
écoutent
D
écoute

Slide 18 - Quiz

Kies de juiste vervoeging:
Maria ... les maths
A
aimes
B
aimons
C
aime
D
aiment

Slide 19 - Quiz

Eva et Luc ______ (travailler) ensemble.

Slide 20 - Open question

Vous __________ (trouver) le dessert délicieux?

Slide 21 - Open question


Hoe ging het ?
A
Appeltje eitje !!
B
Paar foutjes, verder goed.
C
Wel oké, beetje moeilijk
D
Pfff, snap er niks van!

Slide 22 - Quiz


Hoe ging het ?
A
Appeltje eitje !!
B
Paar foutjes, verder goed.
C
Wel oké, beetje moeilijk
D
Pfff, snap er niks van!

Slide 23 - Quiz

Et maintenant? 
1. Questions? 
2. Opties voor vandaag: 
- mk extra ex. om te oefenen: 8f,g,h en 16f,g,h (samen)
- ler. vocabulaire quizlet (ZS)
- extra uitleg of samen oefenen
- samenvatting maken/ planning
3. Apprendre le teste. 

Slide 24 - Slide

Aujourd'hui le teste: Bon courage!!

Slide 25 - Slide

Le but du cours: 
Objectif du cours:
Pouvoir raconter quelque chose sur habiter.

Slide 26 - Slide

Le programme d'aujourd'hui: 
1. Questions? 
2. Intro Unité 4
3. Civilisation
4. Évaluation
5. Faire:  Apprendre 1 F/N  -  ex. 4.1: 1 et 2
                


Slide 27 - Slide

Tu habites où?

Slide 28 - Mind map

Samen lezen 4.0, intro, noteer in je persoonlijke woordenlijst de woorden die je niet kent..

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Le jardin
La cuisine
La cave
Les escaliers
Le grenier
Le garage
Le salon
Le couloir
La salle de bains
Le toit
La chambre
La cheminée

Slide 31 - Drag question

Une fenêtre
Une
chaise
Un
lit
une table
Un mur

Slide 32 - Drag question

Les devoirs: 
Apprendre 1 F/N - ex. 4.1: 1 et 2

Slide 33 - Slide