Herhaling Spelling H4 en H5

Welkom 2E! :)
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 2E! :)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- Vooruitkijken 
- Oefenen met de toetsstof
- Zelfstandig werken + vragen noteren voor les 2
- Afsluiten
- Uitleg op aanvraag (les 2)
- Voorbereiden op proefwerk vrijdag / boekopdracht 

Slide 2 - Slide

(sorteren)
De ...... kleding

Slide 3 - Open question

(verloten)
De .... prijzen

Slide 4 - Open question

(benutten)
Een ..... kortingsbon

Slide 5 - Open question

(aanspoelen)
Een ..... flesje

Slide 6 - Open question

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord


Onze woning is verbrand 
De verbrande woning
Hij verbrandde zijn vinger

Waar wordt -verbranden- als bijvoeglijk naamwoord gebruikt in bovenstaande zinnen? 

Slide 7 - Slide

Geen zin in (uitpuilen) ...... kledingbakken of (graaiden)..... klanten?

Slide 8 - Open question

Dan is de goed (lopen) .... Kiloshop iets voor jou.

Slide 9 - Open question

Hier kun je als (rondsnuffelen)...... klant een (opvallen) ...... tasje krijgen om te vullen met kleding.

Slide 10 - Open question

Tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Al fluitend fiets ik over straat.
Die fluitende buurjongen is altijd vrolijk.
Ik hoorde de buurman naar zijn hond fluiten. 

In welke zin wordt het fluiten bijvoeglijk gebruikt?

Slide 11 - Slide

kwaliteit + controle

Slide 12 - Open question

peer + boom

Slide 13 - Open question

bruid + sluier

Slide 14 - Open question

schoonheid + slaapje

Slide 15 - Open question

groente + pakket

Slide 16 - Open question

Tussenletters (n en s)
Wanneer moet je een 'tussen -s' schrijven?
stationschef, criminaliteitscijfer

Wanneer moet je een 'tussen -n' schrijven?
daklozenkrant, kippenvel, berenpak

Hoe zit het dan met groentesoep, tarwemeel, zonnestraal?

Slide 17 - Slide

Dat was H4 Spelling...
Direct door naar H5? 
Of eerst zelf even oefenen?

Slide 18 - Slide

Zij (show).... gisteren haar outfit.

Slide 19 - Open question

Verstappen heeft gisteren een goede wedstrijd (racen)

Slide 20 - Open question

Hij stuurde zijn snaps naar de verkeerde groep, dus hij (deleten t.t.) ze snel.

Slide 21 - Open question

Ik (upgraden) gisteren mijn telefoon

Slide 22 - Open question

Engelse werkwoorden
Ik date                       Ik fiets 
                Hij datet                   Hij fietst              
       Wij daten                  Wij fietsen

Ik datete             Ik fietste
Hij datete             Hij fietste 
Wij dateten               Wij fietsen 

Slide 23 - Slide

Meervoud 'kolonie'

Slide 24 - Open question

Meervoud 'theorie'

Slide 25 - Open question

Meervoud 'zee'

Slide 26 - Open question

Meervoud 'trema'

Slide 27 - Open question

Trema's en apostrof
Trema: bacteriën, koloniën | zeeën, theorieën
Apostrof: taxi's, auto's, accu's , pizza's, baby's
ik hou van ys 

Waarom wel een trema bij reünie en niet bij buiig?
Geef een voorbeeld van een apostrof na een cijfer en afkorting.

Slide 28 - Slide