Some/Any en samenstellingen

Some/Any en samenstellingen
Some, any + samenstellingen horen bij de "indefinite pronouns" (=onbepaalde voornaamwoorden). In deze les leer je hoe ze te gebruiken.
Some, any + samenstellingen (someone, somewhere, anyone, anything, etc.) horen bij de "indefinite pronouns" (=onbepaalde voornaamwoorden). 
In deze les leer je hoe ze te gebruiken.
"Some"  en "Any"
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Some/Any en samenstellingen
Some, any + samenstellingen horen bij de "indefinite pronouns" (=onbepaalde voornaamwoorden). In deze les leer je hoe ze te gebruiken.
Some, any + samenstellingen (someone, somewhere, anyone, anything, etc.) horen bij de "indefinite pronouns" (=onbepaalde voornaamwoorden). 
In deze les leer je hoe ze te gebruiken.
"Some"  en "Any"

Slide 1 - Slide

Some - Any
Over het algemeen geldt:
some gebruik je in bevestigende zinnen en bij iets aanbieden,
any gebruik je in 
ontkennende zinnen en vragen waar je het antwoord niet weet.

Slide 2 - Slide

There was ......(some/any) money left.

Slide 3 - Open question

There were......(some/any) people I knew.

Slide 4 - Open question

Were there .......(some/any) people you knew?

Slide 5 - Open question

Do you have ......(some/any) money left?

Slide 6 - Open question

Would you like .....(some/any) tea?

Slide 7 - Open question

There weren't ......(some/any) cars on the road this morning.

Slide 8 - Open question

I'm sorry, I don't have .....(some/any) money on me.

Slide 9 - Open question

Samenstellingen met some/any
Someone, something, somewhere en 
anyone, anything en anywhere gebruik je
hetzelfde als some en any.

Slide 10 - Slide

We went ........near Barcelona.

Slide 11 - Open question

I can't find my glasses .......

Slide 12 - Open question

We didn't have to pay......to go into the fun park.

Slide 13 - Open question

In plaats van someone, anyone kun je ook somebody, anybody gebruiken. 
Echter, bij de volgende opdrachten vragen we je alleen someone of anyone te gebruiken.

Slide 14 - Slide

Can ......(iemand) please tell me what just happened?

Slide 15 - Open question

There wasn't ......else in the room. I was there all by myself.

Slide 16 - Open question

Went I went to the doctor's there was .....with me. Otherwise, I wouldn't have gone.

Slide 17 - Open question

Nog 2 situaties waarbij je any + samenstellingen gebruikt

Any = elke, ieder (wie / welke / wat dan ook)
Bijna niets/niemand/nergens = 
hardly anything/anyone/anywhere

Slide 18 - Slide

(Iedereen (wie ook maar).....can tell you that too much sugar is bad for you.

Slide 19 - Open question

You can come .....(elke (maakt niet uit welke) day of the week.

Slide 20 - Open question

There was ......(bijna niemand) in the shop.

Slide 21 - Open question

He has been .....(bijna nergens).

Slide 22 - Open question

Some bij vragen
Some gebruik je in vragende zinnen als het verwachte antwoord bevestigend is.

Slide 23 - Slide

Can you send me......pictures of your family? I would love to see them.

Slide 24 - Open question

Would you like to have .....more information on this topic?

Slide 25 - Open question

I see you are struggling. Can I help you with....?

Slide 26 - Open question

Nog 2 situaties waarbij je some gebruikt

Some = een of andere 
(Somehow = op een of andere manier)
Some + getal  = ongeveer 

Slide 27 - Slide

I'm glad that (een of andere jongen)......told me the way to the station.

Slide 28 - Open question

When we were in London we visited
......(een of ander museum).

Slide 29 - Open question

This company has grown .......(op een of andere manier) ever since it started.

Slide 30 - Open question

I paid....(ongeveer) 10 euros for this shirt.

Slide 31 - Open question

I met him......(ongeveer) five weeks ago.

Slide 32 - Open question

Do the following exercises:
Of Course Unit 4, lesson 5 - exercises 1, 2, 3, 4
Check all of your answers + reflect upon this unit. 

Thursday: time to finalize your presentations & start unit 5

Slide 33 - Slide