h7.2 Het atoommodel

Telefoons in telefoontas
1 / 28
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Telefoons in telefoontas

Slide 1 - Slide

Maken
Vraag 1 t/m 12

Slide 2 - Slide

Bespreken
1. 
a. Atoomnummer
b. Periode
c. Groep
d. groep 11 en periode 6

Slide 3 - Slide

Bespreken
2. a Zijn dof, zijn breekbaar, zijn slechte geleiders van warmte en elektriciteit.

b. Zijn glimmend als ze gepolijst worden, zijn buigbaar, zijn goede geleiders van warmte en elektriciteit

Slide 4 - Slide

Bespreken
3.
  1. H2 (g)
  2. N2 (g)
  3. O2 (g)
  4. F2 (g)
  5. Cl2 (g)
  6. Br2 (l)
  7. I2 (s)

Slide 5 - Slide

Bespreken
4.
a. groep 18
b. -->
c. Ze reageren vrijwel nooit met andere stoffen.

Slide 6 - Slide

Bespreken
5. B

6. 
a. groep 7
b. Ze gaan gemakkelijk een verbinding aan met een metaal.

Slide 7 - Slide

Bespreken
7.  in groep 1 

8. -->

9. K en Rb

Slide 8 - Slide

Bespreken
10. 
a. Magnesium heeft als smeltpunt 922 K. Dat is 922 − 273 = 649 °C.
Het magnesium is vloeibaar, want de temperatuur in de oven ligt boven
het smeltpunt (en onder het kookpunt).

b. C, Mg
c.  B, Argon is een edelgas en reageert dus niet.

Slide 9 - Slide

Bespreken
11. 
a. C, niet-metaal
b. Bij het vrijkomen van waterstof is er explosiegevaar.

12. mangaan

Slide 10 - Slide

H7.2 Het atoommodel 
Paragraaf 7.2

Slide 11 - Slide

Welke deeltjes zitten er in een atoom?

Slide 12 - Mind map

Het atoommodel

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

As= arseen 
74,9 atomaire massa-eenheid
(protonen + neutronen)
 
33 atoomnummer 
(protonen)

(dus ook 33 elektronen) 

Slide 15 - Slide

atomen zijn heeeeeeeeel klein..

de massa van bijvoorbeeld één proton in de kern is;




0,000 000 000 000 000 000 000 000 0017 kg

daarom kiezen we voor het volgende..

1 u    =    1,7x10-27 kg
(atomaire massa-eenheid = u = unit)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Atoomnummer = aantal protonen
Het aantal protonen in een atoomkern wordt aangegeven met het atoomnummer: elk atoomsoort (element) heeft zijn eigen vaste atoomnummer. 

Atoomnummer van ijzer  Fe= 26, dus elk Fe atoom
heeft 26 protonen in zijn atoomkern.
Weet je het atoomnummer, dan weet je ook het aantal
elektronen in de elektronenwolk. Dat aantal is immers
 gelijk aan het aantal protonen. Dus een ijzeratoom bevat ook 
 26 elektronen.
Noteer 
& leer

Slide 18 - Slide

Massagetal
Elk element (atoom) heeft ook een massagetal.
Dit massagetal bereken je zo:
Protonen + neutronen = massagetal.

  • Bereken van dit atoom het massagetal.
  • Welk element is dit? 

Slide 19 - Slide

voorbeeld
1. wat is het atoomnummer?

2. wat is de massa van dit atoom?

3. Welk atoom is dit?

Slide 20 - Slide

wat is het symbool van de atomaire massa-eenheid
A
a
B
me
C
u
D
x

Slide 21 - Quiz

Massagetal =
A
aantal protonen
B
aantal neutronen
C
aantal protonen - aantal elektronen
D
aantal protonen + aantal neutronen

Slide 22 - Quiz

Een neutron heeft massa van .... en bevindt zich in de ... van het atoom.
A
1,0u - wolk
B
0,0u - kern
C
1,0u - kern
D
0,0u - wolk

Slide 23 - Quiz

Een atoom heeft een massa van 9,0 u. Het atoom heeft 5 neutronen. Hoeveel protonen zijn aanwezig?
A
14 protonen
B
5 protonen
C
4 protonen
D
45 protonen

Slide 24 - Quiz

Geef het atoomnummer
en het massagetal van dit atoom.
A
6 6
B
6 12
C
12 12
D
12 18

Slide 25 - Quiz

Stoffen zijn opgebouwd uit moleculen.
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.
Atomen zelf bestaan uit kleinere deeltjes
Atoommodel

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Opdrachten maken
lezen H7.2 
Opdrachten maken pagina 22:
1 t/m 10 

Slide 28 - Slide