2.6 Voeding en vertering in zoogdieren

Thema 2, basisstof 6 
De eerste 3 minuten opstarten. Als de timer af gaat is het stil.

Pak je boek en schrift, zorg dat je mee kunt schrijven.
timer
3:00
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 2, basisstof 6 
De eerste 3 minuten opstarten. Als de timer af gaat is het stil.

Pak je boek en schrift, zorg dat je mee kunt schrijven.
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Opstarten
  • Herhaling basisstof 5 
  • Uitleg basisstof 6
  • Zelfstandig aan de slag
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Conserveren hoe?

Slide 3 - Slide

120-140 oC
100 oC
72 oC
steriliseren
koken
pasteuriseren

Slide 4 - Drag question

Wat is het verschil tussen pasteuriseren en steriliseren?

Slide 5 - Open question

 Lang verhitten op 100 graden C
Kort verhitten op 72 graden Celcius
Gebruik maken van zout,  azijn of suiker.
Lucht dicht, zonder zuurtof, verpakken
Bewaren onder -12 graden C
Zo veel mogelijk water er uit halen
Steriliseren 
Invriezen
Drogen
Vacuüm verpakken
Concerveermiddelen
Pasteuriseren

Slide 6 - Drag question

Wat hoort NIET bij voedsel bewaren?
A
drogen
B
in blik
C
invriezen
D
in water leggen

Slide 7 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 8 - Quiz

welke manier van conserveren zie je hier?
A
geen
B
luchtdicht verpakken
C
gasverpakken
D
met conserveermiddelen

Slide 9 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 10 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
luchtdicht verpakken

Slide 11 - Quiz

Wat is het verschil tussen THT en TGT

Slide 12 - Open question

Leerdoelen
- Je kunt het verband aangeven tussen voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken van het gebit

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Dier eet voornamelijk:
Planten – herbivoren:  Herba = kruid/plant

Vlees- carnivoren:  Carne = vlees

Beiden/alles - omnivoren:  Omni = alles



Slide 15 - Slide

Kenmerken van het gebit

Slide 16 - Slide

Herbivoren / planteneters
  • Hebben een langer verteringsstelsel (Bv: paard 40 meter!)
  • Plantaardig materiaal lastiger af te breken vanwege cellulose vezels in celwand van de
      plantencel
  • Plooikiezen om voedsel fijn te malen
      en hebben meestal geen hoektanden


Slide 17 - Slide

Carnivoren / vleeseters
  • Kort verteringsstelsel, platte buik 
  • Grote en scherpe hoektanden
  • Knipkiezen om stukken vlees af te
        kunnen scheuren
  • Kiezen glijden langs elkaar als bij
       een schaar

Slide 18 - Slide

hoektanden, snijtanden, knipkiezen

Slide 19 - Slide

Omnivoren / alleseters
  • Middellang verteringsstelsel
  • Knobbelkiezen om voedsel fijn te malen
  • Hoektanden; soms groot om te jagen
       Bij sommige dieren even groot als de snijtanden 




Slide 20 - Slide

herbivoor
omnivoor
carnivoor

Slide 21 - Slide

Lengte van het darmkanaal

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

wat
Basisstof 6 HAVO blz. 133. VWO blz. 140 
maken: opdr. 1 tm 10 in je boek
Hoe
lees de tekst van basisstof 6 door 
Hulp
1) boek    2) docent
Tijd
10 minuten in stilte, daarna fluisterend samenwerken
Klaar
Opdrachten af? Controleer direct of je de opdrachten juist gemaakt hebt!

- Maak de Test jezelf in de online methode van deze basisstof! 
of - Maak een samenvatting van een basisstof die je moeilijk vindt. 
timer
10:00

Slide 24 - Slide

Herhalen

Slide 25 - Slide