spelling au of ou

welke kies je?
1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

welke kies je?

Slide 1 - Slide

Schrijf je het woord met
een ou of een au ?
A
zout
B
zaut

Slide 2 - Quiz

au of ou
A
staut
B
stout

Slide 3 - Quiz

kl.......w
A
klouw
B
klauw

Slide 4 - Quiz

au of auw en ou of ouw

let op!!!
hoor je de au of ou aan het einde van een woord?
dan een w erachter
pauw en touw

Slide 5 - Slide

dit is een
A
pau
B
pouw
C
pou
D
pauw

Slide 6 - Quiz

deze bladzijde is de kleur.......
A
blouw
B
blau
C
blauw
D
blou

Slide 7 - Quiz

dit is een
A
touw
B
tau
C
tauw
D
tou

Slide 8 - Quiz

het geen geen man maar een...
A
vrou
B
vrouw
C
vrau
D
vrauw

Slide 9 - Quiz

bij mijn patat eet ik graag
A
sauws
B
saus
C
souws
D
sous

Slide 10 - Quiz

het is niet goed maar het is......
A
fout
B
faut
C
vout
D
foud

Slide 11 - Quiz