13/11

VANDAAG:
- Uitleg Taalverzorging: samengestelde zinnen
- Zelf werken
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare school

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

VANDAAG:
- Uitleg Taalverzorging: samengestelde zinnen
- Zelf werken

Slide 1 - Slide

SAMENGESTELDE ZINNEN
SAMENGESTELDE ZIN 
EEN ZIN MET 2 OF MEER PERSOONSVORMEN

VOORBEELD:
Marloes neemt drinken mee en Levi zorgt voor de broodjes. 

Slide 2 - Slide

Hoe weet ik of een zin samengesteld is?
--> verander de zin van tijd

VOORBEELD:
Ik maak mij huiswerk, terwijl ik naar Spotify luister.
Ik maakte mijn huiswerk, terwijl ik naar Spotify luisterde.

Slide 3 - Slide

Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis.


Slide 4 - Slide

Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis.

Omdat mijn fietsband lek was, liep ik naar huis.

Slide 5 - Slide

Om twee zinnen aan elkaar te kunnen plakken, gebruik je een voegwoord. 

VOORBEELD:
Marloes neemt drinken mee. Levi zorgt voor de broodjes.
Marloes neemt drinken mee en Levi zorgt voor de broodjes. 


Slide 6 - Slide


In de dierentuin was geen dier te zien. Ze sliepen allemaal.

In de dierentuin was geen dier te zien, omdat ze allemaal sliepen.

Slide 7 - Slide

Maak een samengestelde zin.

Hij liep naar huis. Zijn band was lek.

Slide 8 - Open question

Maak een samengestelde zin.
Morgen kan ik niet naar school. Ik moet naar het ziekenhuis.

Slide 9 - Open question

Maak een samengestelde zin.
Ze heeft een slecht cijfer voor haar toets. Ze moet beter gaan leren.

Slide 10 - Open question

Om twee zinnen samen te stellen tot één zin gebruik je dus een: VOEGWOORD

Slide 11 - Slide

ZELF AAN HET WERK
1. Juf checkt: hoe ver ben je?
2. Morgen af: Taalverzorging paragraaf 1 t/m 3

Klaar? Maak online: 'extra opdrachten' taalverzorging formuleren, grammatica en spelling


Slide 12 - Slide

HUISWERK
Hoofdstuk 2, Taalverzorging: paragraaf 1 t/m 3 af

Slide 13 - Slide