Les 3.2 concrete doelstellingen

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Sportleider als lesgever

Doelstellingen

Leereenheid 3

Leerdoelen vandaag

-Even terugpakken op afgelopen dinsdag

-Concrete (stage)doelstellingen kunnen formuleren

Eerst weer even terugblikken

De sportleider als lesgever

Leereenheid 1, 2 & 3

Woordweb

Zet in de volgende woordweb de 4 criteria voor een concrete doelstelling achter elkaar

noem de 4 criteria

Leereenheid 2: Beginsituatie

Pak nu de beginsituatie waaraan jij de vorige week hebt gewerkt erbij.

Als het goed is heb je van jezelf beschreven: 

- motorisch

- cognitief

- sociaal-affectief

- Didactisch

Leereenheid 2: Beginsituatie

Wissel nu jouw eigen beginsituatie uit met een klasgenoot.

Over de beginsituatie die je nu gekregen hebt schrijf je nu 4 vragen. Over elke component één

Vervolgens ga jij de vragen van je klasgenoot verwerken in de beginsituatie om deze nog scherper te maken

Vier stappen om tot een concreet doel te komen:

  

1. Benoem de bewegingsvorm

2. Benoem waarneembaar eindgedrag

3. Benoem de voorwaarden/omstandigheden

4. Wat is de minimale eis

Voorbeeld les handstand:

De deelnemers kunnen een handstand uitvoeren waarbij ze minimaal twee seconden stil en los staan tussen de armen van de hulpverleners.

Voorbeeld les basketbal:

De deelnemers kunnen de lay-up toepassen tijdens een partijspel 5-5 waarbij minimaal 3 van de 5 schoten raak moeten zijn.

Voorbeeld les trefbal:

De deelnemers kunnen tijdens koningstrefbal andere spelers gericht afgooien met de bovenhandse strekworp, iedereen heeft aan het eind van het spel minimaal 3 spelers afgegooid.

Opdracht

Formuleer voor jouw stageperiode 4 concrete doelstellingen

1) motorisch (wat wil je kunnen of kunnen laten zien?)

2) cognitief (wat wil je weten?)

3) sociaal affectief (hoe wil je samenwerken?)

4) didactisch (wat wil je leren als lesgever?)

Gericht op de specialisatie

Opslag

Deze 4 doelstellingen bewaar je, samen met je beginsituatie bij de beginsituatieanalyse in je stageklapper.