1.1 Introductie en geschiedenis atoommodel

Het atoommodel
1 / 24
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Het atoommodel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij al van atomen?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Waarom leer je dit? 
  • Je krijgt een inleiding in wetenschappelijke modellen/een wetenschappelijk model.
  • Je kunt uitleggen hoe het atoommodel in de loop van de tijd is veranderd onder invloed van nieuwe inzichten. 
  • Je kunt enkele voorbeelden geven van wetenschappelijke modellen van atomen.
  • Je kunt rekenen aan het atoommodel van Bohr. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waarom leren we het atoommodel? 

'Is materie eeuwig deelbaar?'
Deze vraag stelden de eerste filosofen al rond 460 voor Christus. 


Docent vertelt hierover.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het atomisme van Democritus
Alles bestaat uit extreem kleine, ondeelbare deeltjes: atomen. 
Hiervoor zijn talloze varianten voor mogelijk. 
Materialistisch. 
ca. 400 v. Chr. 

Slide 5 - Slide

Het probeerde niet om dingen te verklaren aan de hand van doelen of verlangens. 

Contouren van het moderne wetenschappelijke denken zijn hier duidelijk zichtbaar. 
Het atomisme van Democritus
- Alles bestaat uit extreem kleine, ondeelbare deeltjes: atomen. 
- Hiervoor zijn talloze varianten voor mogelijk. 
- Materialistisch. 

Slide 6 - Slide

Het probeerde niet om dingen te verklaren aan de hand van doelen of verlangens. 

Contouren van het moderne wetenschappelijke denken zijn hier duidelijk zichtbaar. 
De vier elementen 
Empedocles (ca. 490 - 430 v. Chr.)



Plato (ca. 428 - 347 v. Chr.)



Zijn gedicht
Door zijn gedicht 'over de natuur' dachten mensen bijna 2000 jaar lang dat er slechts 4 elementen waren en dat de samenstelling van alles in de wereld afhing van de wisselende verhoudingen daarvan. 
Introductie 'element'
Hij werkte een schema uit waarmee de kenmerken van alle dingen begrepen konden worden als mengvormen daarvan. Elk element kreeg twee van de vier tastbare kwaliteiten. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Dalton 
In 1808 stelde hij zijn atoomtheorie op. 
Talloze experimenten waarbij hij gassen heeft geïsoleerd. 
Kijkend naar fysische eigenschappen, ze zijn vergelijkbaar. Ze           verschillen alleen in massa en eigenschappen. 

Alle materie bestaat uit atomen van de diverse chemische elementen, die verschillen in massa en eigenschappen. 
Feitje
Buiten de scheikunde is hij vooral bekend als de eerste persoon die kleurenblindheid herkende en beschrijft (zijn eigen!). 

Slide 8 - Slide

Wil niet zeggen alle gassen. Alle gassen waarbij dat lukte. 

Hieruit bleek dat Democritus gelijk had. 
Ook het feit dat Robert Boyle en Antoine Lavoisier op de goede weg aren toen ze gassen behandelden alsof ze bestonden uit deeltjes, om hun gedrag bij wisselende druk en temperatuur te verklaren. 

Atomen combineren in hele getalverhoudingen tot nieuwe chemische verbindingen en kunnen niet worden gecreëerd worden, vernietigd of anderszins opgebroken. 
Water --> OH
Ammoniak --> NH

Zijn wet van meervoudige proporties werd meteen overgenomen en vanaf dat moment was zijn atoomtheorie een fundamenteel onderdeel van de scheikunde. 
Thomson
.. ontdekte rond 1880 dat er negatieve geladen 
deeltjes, elektronen, uit een atoom vrij te maken zijn. 

De rest van het atoom moet dan wel positief 
geladen zijn. 
Hieruit ontstond het plumpuddingmodel. 

Slide 9 - Slide

Voorstelling: het atoom is een positieve bol met daarin de negatieve elektronen als rozijnen verspreid. 
Rutherford 
De verstrooiing van Rutherford, in 1911.
Het atoom bestaat uit een positief geladen kern (bevat protonen) en een negatieve elektronenwolk.
Protonen staan gelijk aan het
atoomnummer. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Echter..
Waarom gedragen alle atomen zich anders als ze toch allemaal bestaan uit een kern en een elektronenwolk? 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bohr
Niels Bohr kwam in 1913 met het antwoord..
Het model van Rutherford heeft hij verbeterd door er vanuit te gaan dat elektronen zich op vaste afstanden van de kern bevinden. 
Oftewel in elektronenschillen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Elektronen-verdeling 
De schillen worden van binnuit naar 
buiten toe opgevuld. 
De elektronenverdeling (oftewel de 
elektronenconfiguratie) per atoom af 
te leiden. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Nog niet alles helemaal lekker
De gemeten atoommassa's kwamen niet overeen met de atoomnummers.
Zou er dan nog een deeltje bestaan? 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

James Chadwick 

In 1935 ontdekte Chadwick het neutron. Dit deeltje heeft geen lading, echter wel massa. 

Inspiratie voor... 
Nadat hij het rapport geschreven had, raakte de Amerikaanse regering geïnspireerd om serieus onderzoek naar atoombommen te starten.

Slide 16 - Slide

Nadat hij het rapport geschreven had, raakte de Amerikaanse regering geïnspireerd om serieuze onderzoek naar atoombommen te starten.
Massagetal
De  protonen (p) en  neutronen (n) wegen 1 u.
De 1− geladen elektronen (e-) wegen ongeveer 0.

Het massagetal is de massa van een atoom.
Het massagetal = aantal protonen + aantal neutronen
 Het aantal neutronen = massagetal - aantal protonen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel elektronen heeft het koperatoom dan?
A
29
B
63
C
34

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Sommige atoomsoorten hebben ook isotopen. 
Dit zijn atomen met hetzelfde atoomnummer, dus hetzelfde aantal protonen. Echter verschillen ze in massa. 
Waar ligt dan het verschil?
Kijk in tabel 25A

Slide 20 - Slide

De naam komt uit het Grieks. Iso = gelijk en topos = plaats. 

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Slide 22 - Link

This item has no instructions

Genoeg geoefend? 
Maak dan alle opdrachten van 2.2

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er als je het aantal protonen en elektronen niet gelijk hebt?

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions