This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Les Studentbegeleiding
Personen- en Familierecht
Slide 1 - Slide
Onderwerpen van vandaag
Hoofdstuk 3: Huwelijk en geregistreerd partnerschap
- Huwelijk
- Vereisten huwelijk
- Geregistreerd partnerschap
- Rechten en verplichtingen van echtgenoten en partners
Hoofdstuk 4: Gemeenschap van goederen en huwelijkse voorwaarden
- Gemeenschap van goederen
- Ontbinding gemeenschap
- Huwelijkse voorwaarden
- Verrekenbedingen
Slide 2 - Slide
Wat is een huwelijk?
Wettelijke verbintenis tussen twee personen
Titel 5 van Boek 1 BW <- Vastgelegd hoe een huwelijk tot stand komt
EVRM: artikel 12 -> Iedereen heeft het recht om te trouwen en een gezin te stichten
1 april 2001 -> Wet openstelling Huwelijk
Twee verschillen:
Afstammingsrecht
Erkenning huwelijk in het buitenland
Slide 3 - Slide
Kenmerken van het huwelijk
Burgerlijk huwelijk vóór religieus huwelijk
Huwelijk wordt meestal gesloten in het gemeentehuis
Minimaal 2 en maximaal 4 meerderjarige getuigen
Kan ook buiten het gemeentehuis, wel bepaalde eisen:
Binnen de gemeentegrenzen
Iedereen moet de huwelijksuitsluiting kunnen bijwonen
Moet voldoen aan wet- en regelgeving in het kader van brandveiligheid
Bereikbaarheid
Kleedruimte voor de ambtenaar van de burgerlijke stand
Toestemming van de eigenaar van de locatie
Slide 4 - Slide
Vereisten om een huwelijk aan te gaan
Leeftijd -> Art. 1:31 BW
Gestoorde geestvermogens als huwelijksbeletsel -> Art. 1:32 BW
Monogamie -> Art. 1:33 BW
Curatele
Verwantschap als huwelijksbeletsel -> Art. 1:41 BW
Partnerschap als huwelijksbeletsel -> Art. 1:42 BW
Stuiting -> Art. 1:50 BW
Slide 5 - Slide
Schijnhuwelijk
Art. 1:71a BW:" Op verzoek van het openbaar ministerie kan een huwelijk als schijnhandeling wegens strijd met de Nederlandse openbare orde worden nietig verklaard indien het oogmerk van de echtgenoten, of één hunner, niet was gericht op de vervulling van de door de wet aan de huwelijkse staat verbonden plichten, doch op het verkrijgen van toelating tot Nederland".
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Beperkingen
Art. 1:72-75 BW
Wie? Periode? Wanneer?
Terugwerkende kracht
Art. 1:77 lid 1 uitzonderingen
Slide 8 - Slide
Geregistreerd partnerschap
Wettige erkenning
Rechten en plichten
Art. 1:80 BW
Verschil met huwelijk
Omzetting tot huwelijk
Slide 9 - Slide
Rechten en verplichtingen van echtgenoten
Art. 1:67 lid 1 BW: "De aanstaande echtgenoten moeten ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand en in tegenwoordigheid van de getuigen verklaren, dat zij elkander aannemen tot echtgenoten en dat zij getrouw alle plichten zullen vervullen, die door de wet aan de huwelijkse staat worden verbonden.".
Zorgplicht: Art. 1:81 BW
Getrouwheid, hulp en bijstand verlenen
Het "nodige" geven (draagplicht)
Vermogensrechtelijk en niet-vermogensrechtelijk
Slide 10 - Slide
Onderhoudsverplichtingen
Zorgplicht kinderen
Verzorging en opvoeding
Informatieplicht
Informatie strekken aan echtgenoot
Draagplicht
Kosten der huishouding
Fourneerplicht (Bijdrageplicht)
Slide 11 - Slide
Aansprakelijkheid
Echtgenoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor verbintenissen in het kader van het huishouden
Zekerheid voor de wederpartij
Beiden aansprakelijk
Beëindigen kan met goedkeuring van de rechter
Vrijwaring
Slide 12 - Slide
Vergoeding, verhaal en bestuur
Vergoeding -> Art. 1:95 BW
Verhaal -> Art. 1:96 BW
Aanwijsrecht
Overnemingsrecht
Bestuur -> Art. 1:97 BW
Slide 13 - Slide
Gevallen ontbinding van de gemeenschap
Art. 1:99 BW, gevallen waarin de gemeenschap wordt ontbonden.
Derdenbescherming
Slide 14 - Slide
Gemeenschap van goederen
Algehele gemeenschap van goederen
Beperkte gemeenschap van goederen
Verschil in vermogens
Slide 15 - Slide
Uitgezonderde goederen
Art. 1:94 lid 2 BW bepaalt de uitgezonderde goederen:
- Goederen die een echtgenoot via erfenis of via een gift ontvangt;
- Pensioenrechten waarop de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding van toepassing is;
- Verzorgingsvruchtgebruik
Art. 1:94 lid 3 BW geeft twee uitzonderingen op lid 2:
- Giften onderling;
- Insluitingsclausule
Slide 16 - Slide
Gemeenschappelijke schulden
Art. 1:94 lid 7 BW somt de volgende gemeenschappelijke schulden op:
Gezamenlijke schulden die vóór het huwelijk al bestonden
Schulden die echtgenoten tijdens het huwelijk zelf of gezamenlijk zijn aangegaan
Slide 17 - Slide
Uitgezonderde schulden
Art. 1:94 lid 7 sub a, b en c BW bepalen dat de volgende schulden niet binnen de gemeenschap vallen:
- Schulden met betrekking tot een privégoed
- Schulden die voortvloeien uit een erfenis
- Schulden die samenhangen met een door een echtgenoot gedane gift, die pas na zijn overlijden tot uitvoering wordt gebracht
Slide 18 - Slide
Wat zijn huwelijkse voorwaarden?
Huwelijkse voorwaarden
Notariële akte art 1:115 BW lid 1: "Huwelijkse voorwaarden moeten op straffe van nietigheid bij notariële akte worden aangegaan.".
Vernietiging
Koude uitsluiting
Slide 19 - Slide
Wat is een verrekenbeding?
Verrekenbeding
Periodieke verrekenbeding
Finaal verrekenbeding
Slide 20 - Slide
Korte pauze!
Daarna door met de quiz
Slide 21 - Slide
Onder welke voorwaarde(n) kan een huwelijk nietig worden verklaard volgens Artikel 1:70 BW?
A
Op verzoek van de ouders
B
Op verzoek van de echtgenoten
C
Op verzoek van het openbaar ministerie
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn juist
Slide 22 - Quiz
Casus
Mark en Marie zijn op 1 april 2018 in het huwelijk getreden. Mark wordt op 15 juni 2018 twintig jaar oud. Marie heeft een bonus gekregen op haar werk en besluit een nieuwe auto te kopen als verjaardagscadeau voor Mark. Ze koopt een gloednieuwe BMW en geeft deze op zijn verjaardag cadeau.
Slide 23 - Slide
Valt het verjaardagscadeau van Marie binnen of buiten de gemeenschap, en waarom?
A
Het verjaardagscadeau valt binnen de gemeenschap van goederen.
B
Het verjaardagscadeau valt buiten de gemeenschap van goederen.
Slide 24 - Quiz
Casus
We keren terug naar de kwestie van de gemeenschap van goederen van Mark en Marie. Ter herinnering: zij zijn op 1 april 2018 in het huwelijk getreden. Marie kocht haar eerste auto, een Peugeot 108, op 15 juni 2013, en zij gebruikt deze auto nog steeds. Op 15 maart 2024 ontstaat er een schuld van 2500 euro gerelateerd aan de Peugeot 108.
Slide 25 - Slide
Valt deze schuld onder de gemeenschap van goederen?
A
Ja, de schuld valt onder de gemeenschap van goederen
B
Nee, de schuld valt niet onder de gemeenschap van goederen
Slide 26 - Quiz
Wat is het belangrijkste verschil in het afstammingsrecht tussen heteroseksuele paren en homoseksuele/lesbische paren in Nederland?
A
Bij heteroseksuele paren worden beide echtgenoten automatisch juridische ouders van een kind geboren tijdens hun huwelijk, terwijl bij homoseksuele/lesbische paren ten minste één ouder een juridisch proces moet doorlopen om het ouderschap te verkrijgen
B
Zowel heteroseksuele als homoseksuele/lesbische paren krijgen automatisch juridische ouderschapsrechten bij de geboorte van een kind tijdens hun huwelijk
C
Bij heteroseksuele paren worden beide partners automatisch juridische ouders van een kind geboren tijdens hun huwelijk, maar dit is niet automatisch het geval bij homoseksuele/lesbische paren
Slide 27 - Quiz
Welk van de volgende stellingen beschrijft correct een vereiste of beletsel voor het aangaan van een huwelijk volgens het Nederlandse Burgerlijk Wetboek?
A
Personen mogen met meer dan één partner tegelijkertijd getrouwd zijn, zolang alle partijen instemmen met deze polygamische structuur. Dit is in overeenstemming met de Nederlandse wetgeving op monogamie
B
Personen onder curatele vanwege ernstig drank- of drugsmisbruik kunnen zonder enige vorm van toestemming trouwen, aangezien hun capaciteit om beslissingen te maken over persoonlijke en financiële zaken niet beïnvloed wordt door hun curatele status.
C
Personen die een geestelijke stoornis hebben waardoor zij hun wil niet kunnen bepalen of de betekenis van hun verklaringen niet kunnen begrijpen, mogen geen huwelijk aangaan. Dit is om de wederzijdse begrip en toestemming van beide partijen te garanderen
Slide 28 - Quiz
Als er huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk worden opgesteld. Vanaf welke datum gelden de voorwaarden?
A
Vanaf het begin van het huwelijk
B
Vanaf de dag nadat de notaris de notariële akte heeft opgesteld
C
Vanaf de dag dat de notaris de notariële akte heeft opgesteld
Slide 29 - Quiz
Maria koopt een lamp, ze betaalt met 200,- euro uit haar privévermogen en 300,- euro uit de gemeenschap. Wat is juist?
A
Maria moet voor 300,- euro uit de gemeenschap worden vergoed
B
De gemeenschap moet Maria voor 200,- euro vergoeden
Slide 30 - Quiz
In welk geval is er geen sprake van derden bescherming?
A
Overlijden
B
Echtscheiding
C
Scheiding van tafel en bed
D
Beëindiging door wederzijds goedvinden
Slide 31 - Quiz
Casus
Anna lijdt aan dementie en is getrouwd met Jan. Ze is niet meer is staat om voor zichzelf te zorgen. Jan brengt haar naar een verpleeghuis, omdat hij oud is en niet meer voor haar kan zorgen. Hier wordt zij heel goed en voorzichtig behandeld. Jan komt elke dag langs op bezoek bij Anna. De dochters van het echtpaar vinden dat zij prima voor hun moeder Anna kunnen zorgen en nemen haar mee uit het verpleeghuis. De dochters weigeren Anna terug te brengen. Jan is het er niet mee eens en legt de zaak bij de rechter.
Slide 32 - Slide
Wat zal de rechter oordelen?
A
Jan mag bepalen waar Anna moet verblijven, omdat hij zorgplicht voor haar heeft
B
De dochters zijn prima in staat om voor Anna te zorgen, dus ze mogen Anna thuis houden