(P3) les 6: Nigeria regionale ongelijkheid

1 / 34
next
Slide 1: Slide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Nigeria
Grondstoffen en regionale ongelijkheid

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Overzicht Periode 3
  • Thema: Nigeria
  • Benodigde lesmaterialen: Leerboek, werkboek, map, pen en opgeladen laptop.
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10 
Week 11
Toetsbespreken en Berlijn
Wederopbouw berlijn
Industrie europa
Europese unie
Herhaling
SO
Nigeria klimaat
Nigeria bevolking
Nigeria politiek
Nigeria grondstoffen
Herhaling

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 7 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Waarom is het noorden dunner bevolkt dan het zuiden?

Slide 8 - Open question

Nigeria heeft verschillende klimaatzones, waaronder savanne, tropisch regenwoud en steppe. De savanne is geschikt voor graan- en veeteelt, het tropisch regenwoud is gunstig voor de teelt van gewassen zoals cacao en rubber, en de steppe is minder vruchtbaar en geschikt voor extensieve veeteelt. Deze klimaatzones beïnvloeden de soorten gewassen die kunnen worden verbouwd en de landbouwmethoden die worden gebruikt.
In welk deel van Nigeria wonen de meeste mensen?

Slide 9 - Open question

Nigeria heeft verschillende klimaatzones, waaronder savanne, tropisch regenwoud en steppe. De savanne is geschikt voor graan- en veeteelt, het tropisch regenwoud is gunstig voor de teelt van gewassen zoals cacao en rubber, en de steppe is minder vruchtbaar en geschikt voor extensieve veeteelt. Deze klimaatzones beïnvloeden de soorten gewassen die kunnen worden verbouwd en de landbouwmethoden die worden gebruikt.
Welk klimaat komt voornamelijk voor in het zuiden van Nigeria?
A
Tropisch regenwoud
B
Savanne
C
Steppe
D
Woestijn

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe beïnvloedt het klimaat de landbouw?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Welke gewassen worden verbouwd in de savanne?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions


Wat is een belangrijke economische activiteit in het noorden van Nigeria?

A
Olieproductie
B
Handel en veeteelt
C
Landbouw
D
Mijnbouw

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

           Leerdoelen
Omschrijven wat het belang is van de olie-industrie voor het bnp, de export en de overheidsinkomsten van Nigeria.

Uitleggen welke nadelen de olie-industrie heeft voor Nigeria.

Omschrijven waarom er in Nigeria, ondanks de olie, toch veel armoede is.

Uitleggen op welke manier de Nigeriaanse overheid de afhankelijkheid van olie wil verkleinen.

Uitleggen op welke manier het inkomen in Nigeria ongelijk verdeeld is.

Slide 14 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
      Olie in Nigeria
Nigeria verdient heel veel geld met olie.

Meer dan 90% van de producten die Nigeria verkoopt aan andere landen is olie.

De regering gebruikt het geld van olie voor bijvoorbeeld wegen, scholen en ziekenhuizen.

Slide 15 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
      Problemen door olie
Toch zorgt olie ook voor grote problemen.

Er is veel vervuiling in gebieden waar olie wordt opgepompt.

Soms zijn er rellen of zelfs geweld.

Ook verdwijnt er veel geld door corruptie.

Slide 16 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
      Waarom is er nog veel armoede?
Hoewel Nigeria rijk is aan olie, zijn veel mensen arm.

Het geld komt vooral terecht bij rijke mensen of bij de regering.

Er zijn weinig banen buiten de olie-industrie.

Veel mensen leven zonder goede huizen, scholen of ziekenhuizen.

Slide 17 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
      Regering Nigeria
De regering wil minder afhankelijk zijn van olie.

Ze probeert de landbouw te verbeteren, fabrieken te bouwen en meer banen te maken in andere sectoren (diversificatie).

Zo willen ze zorgen dat meer mensen geld kunnen verdienen.


Slide 18 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
    Regionale ongelijkheid
In Nigeria is het geld ongelijk verdeeld. Sommige delen van het land zijn rijker dan andere:

Het zuiden is het rijkst. Daar zit de olie. Er zijn meer banen en steden zoals Lagos.

Het midden van Nigeria is een beetje gemiddeld. Er is landbouw en wat industrie.

Het noorden is het armst. Veel mensen werken als boer en verdienen weinig. Er is ook vaker droogte en weinig onderwijs.

De verschillen zorgen voor ongelijkheid en soms voor spanningen tussen groepen.

Slide 19 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Wat valt op?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Natuurlijke hulpbronnen en welvaart. 

Slide 21 - Slide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Zuid-Nigeria
Dichtbevolkt
Midden-Nigeria
Tussen dichtbevolkt en dunbevolkt in
Noord-Nigeria
Dunbevolkt 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Nigeria heeft veel olie en verdient daar veel aan.

Maar olie zorgt ook voor vervuiling, ruzie en armoede.

De regering wil zorgen dat het land ook op andere manieren geld verdient.

Toch blijft het verschil tussen arm en rijk nog steeds groot.

Slide 23 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Waarom is olie belangrijk voor Nigeria?

A
Het is hun enige bron van voedsel
B
Olie zorgt voor een groot deel van de inkomsten van het land
C
Nigeria verkoopt olie alleen aan buurlanden
D
De meeste mensen werken in de olie-industrie

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Waarom zijn veel mensen in Nigeria arm, ondanks de olie?

A
Omdat niemand belasting betaalt
B
Omdat het geld vooral naar andere landen gaat
C
Omdat het geld niet eerlijk verdeeld wordt
D
Omdat olie geen geld oplevert

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet de Nigeriaanse regering om minder afhankelijk te zijn van olie?

A
Ze willen ook landbouw en andere sectoren verbeteren
B
Ze bouwen meer huizen
C
Ze stoppen met olie verkopen
D
Ze kopen olie van andere landen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het noorden van Nigeria armer dan het zuiden?
A
Omdat het noorden veel olie heeft
B
Omdat mensen daar veel geld verdienen
C
Omdat er weinig werk en veel droogte is
D
Omdat het noorden een toeristisch gebied is

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een nadeel van de olie-industrie?

A
Iedereen krijgt evenveel geld
B
De natuur wordt vaak vervuild
C
Er zijn veel fabrieken op het platteland
D
Mensen krijgen gratis elektriciteit

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag
Wat - maak opdracht 4 t/m 6 van je werkboek op blz 86 en 87
Hoe - Alleen
Hoelang - 15 min.
Hulp nodig? - steek je vinger op
Klaar - Woordjes leren.
Uitkomst - Bespreek met ander tweetal.

Slide 29 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
Verwerkingsopdracht






 



Waar wonen de meeste mensen in Nigeria? En waarom juist in dat deel?

Hoe verschilt de welvaart tussen het noorden, midden en zuiden van Nigeria?

Noem twee redenen waarom Nigeria een multicultureel land is.

Wat zou een voordeel en wat een nadeel kunnen zijn van zo'n multiculturele samenleving?

Slide 30 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
Terugkijken 
op de leerdoelen
Omschrijven wat het belang is van de olie-industrie voor het bnp, de export en de overheidsinkomsten van Nigeria.


Uitleggen welke nadelen de olie-industrie heeft voor Nigeria.

Omschrijven waarom er in Nigeria, ondanks de olie, toch veel armoede is.

Uitleggen op welke manier de Nigeriaanse overheid de afhankelijkheid van olie wil verkleinen.

Uitleggen op welke manier het inkomen in Nigeria ongelijk verdeeld is.



Slide 31 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

           Begrippen
           uit deze les
Bevolkingsspreiding
Regionale ongelijkheid
Diversificatie 

Slide 32 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.


Exit ticket

Slide 33 - Open question

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Eindslide

Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions