Oefentoets H3
1 / 23
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat betekent 'Overzeese expansie'
Slide 2 - Open question
Wat is het verschil tussen de WIC en de VOC?
Slide 3 - Open question
Wat heeft de V.O.C te maken met de groei van Amsterdam?
Slide 4 - Open question
Wat betekent 'wereldeconomie'
A
Contact en handel met alle werelddelen
B
Alle werelddelen samen
C
Contact met alle werelddelen
D
Handel met alle werelddelen
Slide 5 - Quiz
Wat betekent 'Monopolie'
A
Alleenrecht op een bepaald product of handel in een bepaald product
B
Een groot bedrijf met vestigingen in meerdere landen.
C
Het verhandelen van goederen en diensten op wereldschaal.
D
Alleenrecht op een bepaald product of handel in een bepaald product
Slide 6 - Quiz
Wat is het verschil tussen oorzaken en gevolgen?
Slide 7 - Open question
Wat is de oorzaak dat Peper veel geld waard was?
Slide 8 - Open question
Benoem twee oorzaken voor de groei van Amsterdam.
Slide 9 - Open question
Wat betekent 'Multinational'
A
Alleenrecht op een bepaald product of handel in een bepaald product
B
Een groot bedrijf met vestigingen in meerdere landen.
C
Het verhandelen van goederen en diensten op wereldschaal.
D
Alleenrecht op een bepaald product of handel in een bepaald product
Slide 10 - Quiz
Wat waren de handelsproducten van de 'Oostzeehandel'?
A
Slaven
B
Specerijen
C
Hout en graan
D
Suiker, koffie en tabak
Slide 11 - Quiz
Welk begrip past bij het plaatje?
A
Vorsten
B
Koningen
C
Bestuurders
D
Regenten
Slide 12 - Quiz
Wat is het verschil tussen een koning en een regent?
Slide 13 - Open question
Wat betekent 'absoluut vorst'
A
Het is -100 graden buiten
B
Een regent met alle macht
C
De koning heeft de volledige macht
Slide 14 - Quiz
Je legt met twee voorbeelden uit
waarom Lodewijk XlV regeerde
als een absoluut vorst.
waarom Lodewijk XlV regeerde
als een absoluut vorst.
Slide 15 - Open question
Waarom was de Nederlandse republiek in Europa bijzonder? gebruik in je antwoord absolute vorst
Slide 16 - Open question
Wanneer was het 'Rampjaar'?
A
1666
B
1676
C
1672
D
1662
Slide 17 - Quiz
Wat gebeurde er in het Rampjaar?
Slide 18 - Open question
Welk van onderstaand antwoord hoort bij Pull factor
A
Veiligheid
B
Armoede
C
Werkgelegenheid
D
Oorlog
Slide 19 - Quiz
Welke handel past bij het plaatje? Geef bij je antwoord een uitleg
Slide 20 - Open question
Bekijk deze afbeelding goed.!
Slide 21 - Open question
Welke connectie heeft de afbeelding van de vorige dia met de Gouden Eeuw.
Slide 22 - Open question
Wat zie jij?
