Les 17 Preisoep & worstenbrood

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in het zakkie en in je tas 

      

Startklaar 

•    Stop je telefoon in het zakkie en in je tas
  

       Ruim je tas en jas op bij de kapstok

       Pak een koksbuis en haarnetje

       Alles gedaan, ga je zitten

• PAK EEN PEN

      

Afspraken

• Jullie laten mij uitpraten
  
• We zorgen voor een veilige werkomgeving
• Je doet serieus mee
  
• We schelden niet
• Telefoons in je zakkie / tas of kwijt
• Laat maar zien dat je ze wegstopt

Regels in de nieuwe keuken

• We gaan heel voorzichtig met spullen om
• We laten het heel schoon achter

 Agenda

• Leerdoelen
• Theorie
• Worstenbrood & Preisoep
• Schoonmaken
• Afsluiten 

Wat hebben we vorige les gedaan?

Theorie 

• HoReCa 

Wat weten we nog van de vorige les?

Leerdoelen vorige les

• Ik kan een omschrijving geven van de verschillende soorten zuivel en uitleggen hoe deze bewaard moeten worden.
  
• Ik kan per zuivelsoort 2 voorbeelden noemen.

Leerdoelen

• Ik kan minimaal 4 soorten deegwaren benoemen.
  
• Ik kan verschillende soorten deegwaren bereiden volgens recept.

Wat zijn deegwaren?

Deegwaren

• Deegwaren zijn eten gemaakt van meel, water en soms ei. Dit wordt gemengd tot een deeg, gevormd en daarna gekookt.

Welke verschillende deegwaren kan je noemen? Schrijf op.

Deegwaren

🍝 Pasta – zoals spaghetti, macaroni en penne.

🍜 Noedels – worden vaak gebruikt in Aziatische gerechten.

🥟 Dumplings – deegpakketjes gevuld met vlees of groenten.

🥖 Brood en pannenkoeken – zijn ook gemaakt van deeg, maar die worden gebakken.

Deegwaren

• Zijn ook alle brood baksels, dus ook worstenbroodjes
• Deze maken we vandaag

Deegwaren - worstenbroodjes

Herhaling deeg

Brooddeeg

1. Mengen = 
2. Kneden = 
3. Rusten =   
4. Vormen =  
5. Afbakken = 

Herhaling deeg

Brooddeeg

1. Mengen = roer de ingredienten met 1 hand door elkaar
2. Kneden = zorg dat je deeg zacht word door 10min kneden
3. Rusten =  het deeg rust op een warme plek om bellen te maken
4. Afbakken = eetbaar maken in de oven, het wordt hard/bruin

Wat is het roeren van ingrediënten?

1. Mengen
2. Kneden
3. Rusten
4. Bakken

Noem 2 deegwaren.

Begrippen uit deze les

• Deegwaren
• Mengen
• Kneden
• Rusten
• Afbakken

Schrijf dit nu op je Cornell

blad wat het is

• Deegwaren
  
• Deegwaren zijn eten gemaakt van meel, water en soms ei. Dit wordt gemengd tot een deeg, gevormd en daarna gekookt.
• Mengen
  
• Kneden
  
• Rusten
  
• Afbakken

Inductieplaat

9 = hoog

7 = gemiddeld

3 = laag

Inductieplaat

9 = hoog

7 = gemiddeld

3 = laag

• Water koken = 9
• Bakken = 7
• Soep zacht koken / warm houden = 3

Instructie oven

Voorbereiding

• Zorg dat je startklaar bent voor de praktijk.
• Handen gewassen
• Haarnetje 
• Sopje

Wat is preisoep?

Preisoep & Worstenbroodjes

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Worstenbroodjes

• Broodje gevuld met gehakt
• Ons gehakt is halal
• Deeg maken we als eerste

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Preisoep

• Dikke soep
• Veel smaak
• Maken we als tweede

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Wat zijn gereedschappen?

Gereedschappen

Gereedschappen

• Kijk in je laatje en werkbank en schrijf alle materialen op
• Als je het niet in het Nederlands weet, dan in je eigen taal
• Daarna op het bord 

Een aantal belangrijke gereedschappen

         Worstenbroodjes

    Broodmix is:

•       50 gram bloem
•                                   50 gram zelfrijzend bakmeel

         Worstenbroodjes

Maak nu het deeg.

                  Wanneer je het laat rusten,

                                   maak schoon en maak de preisoep.

         Worstenbroodjes

Kom naar me toe als je hulp nodig hebt.

                     Beginnen

                     Deel 2: Preisoep

            Preisoep

Half recept:

• Halve prei
• Halve eetlepel boter
• Halve teen knoflook
• 1 grote aardappel
• 250 milliliter water
• 25 milliliter room
• Bieslook

            Preisoep

• Snijd de prei in ringetjes

• Als je soep aan het koken is, verder met de worstenbroodjes

Maak nu de broodjes af.

         Worstenbroodjes

Instructie

Afwassen:

1.  Eten weg
2. Voorspoelen
3. Afwassen
4. Naspoelen 
5. Drogen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Welke materialen hebben we nodig?
Schrijf op.

Lunchbroodjes

12 x halal kipfilet en 12 x halal gezond

Kip: Sla, roomkaas, komkommer, tomaat

Gezond: Sla, mayo, kaas, komkommer, tomaat, gekookt ei (10m), peper, zout

Afronden

Na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

Extra voor wie klaar is

• Doeken neerleggen
• Laatjes controleren
• Even lokaal vegen
• Volgende les klaarzetten

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 

Taken einde van de les

• Vloer vegen                 Evt dweilen
• Kruidenkar
• Oven schoonmaken
• Afweegwerkbank
• Afdekken + stickeren
• Werkbank controle
• Schone doeken neerleggen

Extra: Gerecht uit je cultuur

• Schrijf een gerecht uit jouw cultuur op
• Hiervan bekijken we een YouTube filmpje
• Schrijf zo veel mogelijk ingrediënten op die je ziet

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Leerdoelen

• Ik kan minimaal 4 soorten deegwaren benoemen.
  
• Ik kan verschillende soorten deegwaren bereiden volgens recept.

Schrijf nu op

• Wat was nog niet duidelijk?
• Wat wil je nog weten?

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit.