Sinterklaasquiz

Vieren ze ook Sinterklaas in andere landen?
A
Nee
B
Ja, maar niet elk jaar
C
Ja, bijvoorbeeld in België
D
Ja, maar dan in de zomer.
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vieren ze ook Sinterklaas in andere landen?
A
Nee
B
Ja, maar niet elk jaar
C
Ja, bijvoorbeeld in België
D
Ja, maar dan in de zomer.

Slide 1 - Quiz


Waar komt Sinterklaas 
oorspronkelijk vandaan?
A
Turkije
B
Brazilië
C
België
D
Nederland

Slide 2 - Quiz


Waarom zeggen ze dat 
Sinterklaas uit Spanje komt?
A
Hij is begraven in Bari. Tijdens de opstand hoorde dat bij Spanje
B
Ze waren in die tijd nog niet zo goed in geografie
C
Hij heeft leefde het grootste deel van zijn leven in Spanje
D
Hij ging vaak op reis naar Spanje

Slide 3 - Quiz


In het dagelijks leven was 
de echte Sinterklaas...
A
Paus van het Byzantijnse Rijk
B
Bisschop van Myra
C
Handelaar in Klein Azië
D
Pepernotenbakker

Slide 4 - Quiz


Wat is het nummer van de Pakjesboot van Sinterklaas?
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 5 - Quiz


De kerstman bestond 
eerder dan Sinterklaas
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat was het beroep van
Sinterklaas ?
A
Dominee
B
Priester
C
Bisschop
D
Pastoor

Slide 7 - Quiz

Hoe heet het paard van Sinterklaas
A
Ozosnel
B
Americo
C
America
D
Zoefzoef

Slide 8 - Quiz

Wat is de officiële naam van Sinterklaas?
A
Sint Nico
B
Sint Maarten
C
Sint Nicolaas
D
Sinterklaas

Slide 9 - Quiz

Op welke datum is
Sinterklaas jarig?
A
1 December
B
5 December
C
6 december
D
5 november

Slide 10 - Quiz

Hoe heet het hoofddeksel
van Sinterklaas?
A
tabberd
B
kroon
C
muts
D
mijter

Slide 11 - Quiz

Met wat voor een boot komt Sinterklaas naar Nederland?
A
roeiboot
B
vrachtschip
C
stoomboot
D
zeilboot

Slide 12 - Quiz

Wie staat aan de oorsprong van Sinterklaas?
A
Een historisch figuur: de bisschop van Mira
B
Een fictieve bisschop genaamd Mira

Slide 13 - Quiz

Mijn neefjes ... niet meer in Sinterklaas.
A
Geloofd
B
Gelooft
C
Gelofen
D
Geloven

Slide 14 - Quiz

Vroeger ........... ik in Sinterklaas.
A
geloofte
B
geloofde
C
geloven
D
gelofen

Slide 15 - Quiz

Sinterklaas schrijf je met een hoofdletter.
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Sinterklaasfeest schrijf je met een hoofdletter.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Hoeveel dagen na Sinterklaas is het 2e kerstdag?
A
20
B
21
C
22
D
23

Slide 18 - Quiz

Het is slecht om tegen kinderen te liegen over het bestaan van Sinterklaas
VOOR
TEGEN

Slide 19 - Poll

Sinterklaas is niet meer van deze tijd.
nee
ja

Slide 20 - Poll

Wat vind jij van de Zwarte Pieten discussie? Probeer zo duidelijk mogelijk te zijn.

Slide 21 - Open question

Woordsoorten: Sinterklaas is een ...
A
werkwoord
B
lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 22 - Quiz

Woordsoorten: Ik krijg van Sint veel cadeautjes -> VEEL
A
bepaald rangtelwoord
B
bepaald hoofdtelwoord
C
onbepaald rangtelwoord
D
onbepaald hoofdtelwoord

Slide 23 - Quiz

Woordsoorten: Ik heb van Sint 3 cadeautjes gekregen -> 3
A
bepaald rangtelwoord
B
bepaald hoofdtelwoord
C
onbepaald rangtelwoord
D
onbepaald hoofdtelwoord

Slide 24 - Quiz

Woordsoorten: Ik heb van Sint 3 cadeautjes gekregen -> 3
A
voorzetsel
B
telwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 25 - Quiz