will/shall/going to

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Toekomstige tijd

the future tense

In deze les: twee verschillende vormen

will/shall + hele werkwoord

going to + hele werkwoord

Wanneer gebruik je welke vorm?

Wanneer gebruik je will/shall + hele werkwoord?

Je gebruikt het als dingen 

spontaan gebeuren en als je een voorspelling doet zonder bewijs (bijvoorbeeld een mening).

 

I think we will stay inside a few more weeks longer.

Shall I close the window? It's cold outside!

Wanneer gebruik je to be going to + hele werkwoord?

Je gebruikt het als dingen vooraf al gepland zijn en als je een voorspelling doet met bewijs.

The teacher is going to grade the exams tonight.

My friend is going to have a party on Saturday

Lola ......... her grandmother tomorrow

1. is going to visit
2. will visit

........ the window?

1. Shall I open
2. Will I open

I ...... you later today!

1. am going to see
2. will see

It ........., look at the blue sky!

1. isn't going to rain
2. won't rain

I'm tired. ....... now?

1. Are we going to go
2. Shall we

I don't think Donald Trump ....... President again

1. is going to be
2. will be

Vertaal de zin:
Zal ik je jas aannemen? (to take)

Mijn school gaat maandag Sinterklaas vieren (to celebrate)

Ik wil dat niet doen, dat is gevaarlijk (to do)

Zullen we naar de bioscoop gaan vanavond? (to go)