Klas 2 17 apr

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Klas 2 17 apr

Planning voor vandaag:

• ZDF Logo! (hopelijk)
• Grammatik C (20 min)
• Zelfstandig werken

Logo

Grammatik C

Pak blz. 69 voor je neus.

Welke zin is grammaticaal correct?

1. Ik zie hem.
2. Ik zie hij.

Zie je dat in sommige zinnen 'hij' in 'hem' kan veranderen?

Dit is in het Duits ook zo.

Wat is een voorzetsel?

Voorzetsel = klein woordje dat vertelt waar, wanneer of hoe iets gebeurt.

Na een voorzetsel volgt altijd een naamval. 

Bijvoorbeeld, na: durch, für, gegen, ohne en um 

Deze voorzetsels moet je uit je hoofd leren!

Wat betekenen de voorzetsels? 

um

für

durch

ohne

gegen

zonder

door

om

voor

tegen

1e naamval ken je al!

alleen de 4e naamval is nieuw

Ezelsbruggetje om deze voorzetsels uit je hoofd te leren:

                                             

  UF DOG

Hoe ga je te werk?

1. Staat er een voorzetsel van de 4e naamval in de zin?

       - dus um, für, durch, ohne of gegen?

2. Gebruik dat het persoonlijk voornaamwoord uit de 4e naamval.

Dit cadeau is voor hem.
Dieses Geschenk ist für ........

Wir haben nichts (tegen jullie)

1. gegen ihr
2. gegen euch
3. gegen uns
4. gegen mich

(door ons)

Wir machen das (zonder jou).

Es geht hier (om jullie).

1. um euch
2. um ihr
3. um mich
4. um uns

Huiswerk voor 7 mei:

• Maken: Opdracht 8 + 9 + 10 (blz 69-70)
• Maken: Testje, deze kun je vinden in de Peppels planner van 7 mei.

• Leren: StudyGo Lernbox 1 t/m 3

Als je dit al af hebt, hoeft dit niet opnieuw.