What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1e en 4e naamval: persoonlijk voornaamwoord
K7 Grammatik
1e + 4e naamval
persoonlijk en vragend
voornaamwoord
1 / 42
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
42 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
K7 Grammatik
1e + 4e naamval
persoonlijk en vragend
voornaamwoord
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
- Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits in de 1e en 4e naamval
- Ik ken de voorzetsels met een 4e naamval
- Ik kan de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits gebruiken in de 1e en 4e naamval
Slide 2 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord zoals je kent staat in de
1e naamval
--> dit is het onderwerp
1e naamval:
ik jij hij zij het wij jullie zij u
ich du er sie es wir ihr sie
Sie
Ik
kom morgen ook. / Ich komme morgen auch.
ik / ich
= onderwerp
Slide 3 - Slide
In het Nederlands
Ik
wil graag een schnitzel.
De schnitzel is
voor
mij
.
Jij
wil graag een schnitzel.
De schnitzel is
voor
jou
.
--> Het persoonlijk voornaamwoord verandert door het voorzetsel "voor"!
Slide 4 - Slide
In het Duits noemen we deze verandering van het persoonlijk voornaamwoord een
4e naamval
.
Alle persoonlijke voornaamwoorden in het Duits bestaan dus in de 1e naamval en in de 4e naamval.
Slide 5 - Slide
In het Duits
Ich
möchte ein Schnitzel.
Das Schnitzel ist
für
mich
.
Du
möchtest ein Schnitzel.
Das Schnitzel ist
für
dich
.
--> Het persoonlijk voornaamwoord verandert door het voorzetsel "für"!
Slide 6 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord zoals je kent staat in de
1e naamval
--> dit is het onderwerp
1e naamval:
ik jij hij zij het wij jullie zij u
ich du er sie es wir ihr sie
Sie
Ik
kom morgen ook. / Ich komme morgen auch.
ik / ich
= onderwerp
Slide 7 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord
1e en 4e naamval
1e naamval:
ik jij hij zij het wij jullie zij u
ich du er
sie es
wir ihr
sie Sie
4e naamval:
mij jou hem haar het ons jullie hun/hen u
mich
dich ihn
sie es
uns euch
sie Sie
Slide 8 - Slide
Wanneer gebruik je de 4e naamval?
We hebben net gezien dat je de 4e naamval gebruikt na het voorzetsel
für .
Er zijn nog een aantal voorzetsels waarachter
ALTIJD
een 4e naamval komt.
durch, für, gegen, ohne, um, bis, entlang
Slide 9 - Slide
Voorzetsels:
in
de kast,
op
de kast,
naast
de kast, etc.
Slide 10 - Slide
Hierop zijn geen uitzonderingen!
Na deze voorzetsels schrijf je ALTIJD de 4e naamval.
Bijv: Ich kann nicht ohne ihn.
Ik kan niet zonder hem.
Slide 11 - Slide
Noteer de volgende twee dia's in je schrift zodat je dit altijd paraat hebt.
Slide 12 - Slide
1e naamval
4e naamval
ich
mich
du
dich
er
ihn
sie
sie
es
es
wir
uns
ihr
euch
sie
sie
Sie
Sie
Slide 13 - Slide
Voorzetsels met de 4e naamval
Voorzetsels behorend bij 4e naamval:
1.
durch
= door
2.
für
= voor
3.
gegen
= tegen
4.
ohne
= zonder
5.
um
= om
6.
bis
= tot
7.
entlang
= langs
Voorzetsels:
in
de kast,
op
de kast,
naast
de kast, etc.
Slide 14 - Slide
Deze voorzetsels moet je uit je hoofd leren. Het volgende filmpje kan je helpen
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Staan de rijtjes in je schrift?
Persoonlijk voornaamwoord 1e en 4e naamval
Voorzetsels met 4e naamval
Slide 17 - Slide
Maak hier een foto van je aantekeningen.
Slide 18 - Open question
Vul de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord in
Ich kaufe für …….. (hem) ein T-Shirt.
A
er
B
ihn
C
ihm
Slide 19 - Quiz
En nu... even oefenen
Slide 20 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'zonder jou' in het Duits?
A
ohne du
B
um dich
C
ohne dich
D
ohne ihn
Slide 21 - Quiz
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'durch ihn' in het Nederlands?
A
door hem
B
door haar
C
door ons
D
door jullie
Slide 22 - Quiz
Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord in
Slide 23 - Slide
1. (hij/hem)
Mario kommt. Patrick spielt heute Tennis gegen .......
Slide 24 - Open question
2. (u)
Das Sportprogrammheft ist für .......
Slide 25 - Open question
3. (zij/haar)
Nur durch ...... haben wir verloren.
Slide 26 - Open question
4. (jij/jou)
Hast ........... was gegen mich?
Slide 27 - Open question
Hast .....du...... was gegen mich?
Je vult hier "du" in (onderwerp van de zin).
Het voorzetsel "gegen" heeft wel een 4e naamval, maar "mich" staat daarom al in de 4e naamval.
Een VOORzetsel, staat dus VOOR de 4e naamval.
Slide 28 - Slide
Lastig? Bekijk dan opdracht 18 uit je boek (S. 42) en stuur eventueel een foto van je antwoorden.
Slide 29 - Open question
Nog een paar oefeningen...
Vul alleen het juiste antwoord in.
Slide 30 - Slide
1/3
... ... (zonder jullie) ist die Reise nicht halb so toll.
Slide 31 - Open question
2/3
Habt ihr einen Prospekt ... ... (voor ons) mitgebracht?
Slide 32 - Open question
3/3
Es geht immer [om haar] ... ... .
Slide 33 - Open question
Verplicht: Maak nu opdracht 19 uit je boek en stuur daarvan een foto (S. 43).
Slide 34 - Open question
Verplicht: Maak nu opdracht 20 uit je boek en stuur daarvan een foto.
Slide 35 - Open question
Verplicht: Maak nu opdracht 24 uit je boek en stuur daarvan een foto.
Slide 36 - Open question
Leerdoelen
- Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits in de 1e en 4e naamval
- Ik ken de voorzetsels met een 4e naamval
- Ik kan de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits gebruiken in de 1e en 4e naamval
Slide 37 - Slide
Heb je de leerdoelen uit deze les bereikt?
A
Ja, ik snap het helemaal
B
Ja, maar ik moet nog meer oefenen
C
Nee, ik snap het nog niet zo maar ik kom er zelf wel uit
D
Nee, ik snap het nog niet en heb hulp nodig van mijn docent
Slide 38 - Quiz
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 39 - Open question
Das war es für heute!
Danke für's mitmachen, schönen Tag und genießt euch die Sonne!
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je in het Duits?
Slide 42 - Mind map
More lessons like this
1e en 4e naamval: persoonlijk voornaamwoord
19 days ago
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
1e en 4e naamval: persoonlijk voornaamwoord en voorzetsels
April 2023
- Lesson with
40 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
PVNM eerste en vierde naamval_les1
May 2024
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
K2 les 2 grammatik + lezen
October 2024
- Lesson with
18 slides
Duits
Secondary Education
3 h Gesundheit DU3 L1
October 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Secondary Education
3 h Gesundheit DU4 L1
October 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Secondary Education
2MH Kap 7 Persoonlijk vnw 4e naamval
March 2021
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2