4V - Periode 2 - Les 5 (PA3 H4-5-6) - GSE (22-11-2022)

Bienvenidos
Lessonup.app
klascode A4sp2: uhetw
klascode A4sp4: pnysk
(linkjes staan in magister bij 30 augustus 2022)
1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos
Lessonup.app
klascode A4sp2: uhetw
klascode A4sp4: pnysk
(linkjes staan in magister bij 30 augustus 2022)

Slide 1 - Slide

Ropa cara (Camilo)

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Een gesprek voeren over winkelen en geld. Daarnaast ga je communiceren over klimaat, reizen en over het Spaanse taalgebied.  
- Je leert begrijpend luisteren naar gesprekken in winkels, en over landen, klimaat en reizen.   
- Je oefent je leesvaardigheid met teksten die gaan over winkelen, geld, reizen, landen, cultuur. 
- Je schrijft korte teksten over winkelen, smaak, reizen, landen. Je leert artikelen te schrijven en je geeft je mening over mode, mensen en landen. 
- Je leert hoe de verschillende verleden tijden worden toegepast in het Spaans (presente perfecto, indefinido, imperfecto). Hierbij leer je ook onregelmatige en wederkerende werkwoorden. 
- Je leert hoe je een persoonlijk voornaamwoord als meewerkend en als lijdend voorwerp gebruikt. Ook herhaal je de trappen van vergelijking.  

Slide 3 - Slide

El programa
  1. INFO, DEBERES (10m)
  2. FRASES CLAVE bron K + ej. 33-34 (10m)
  3. LECTURA fuente G + ej. 22 (25m)
  4. GRAM (15m): herhalen aanwijzend voornaamwoord + trappen van vergelijking
  5. Evaluación (5)

Slide 4 - Slide

INFO Período 2
Tema: Ir de compras, viajar, clima, países
Material: PA3 Capítulo 4, 5 y 6 + WB B + Extra boekje + leesteksten
 Studiewijzer op Teams, 2 clases por semana

Exámenes y tareas
  • Kennistoets H4 + 5 (1 of 2 december 2022
  • Schrijftoets (toetsweek januari 2023)
  • Portfolio-opdrachten  leesvaardigheid + schrijven (uiterlijk 20 december 2022)

Slide 5 - Slide

Info Portfolio-opdrachten
LECTURA: 
1.Cultura en el mundo hispanohablante: Colombia o Ecuador
2. Textos del examen

ESCRITURA:
Tarea 6 (capítulo 6)

Entregar: 20 de diciembre de 2022

Slide 6 - Slide

Comprobar los Deberes (1om)
Estudiar: 
Vocab 5.4 + H5 bron J (trappen van vergelijking) 

Hacer:  
  • H5 ej. 29 WB B p.72-74 
  • H5 ej. 18 (WB B p.64), gebruik frases clave bron E 
  • Hoofdstuk 4 oef 28b (WB B p.30-31)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

¿Dudas sobre tu propio texto? 
La profe te ayuda.

Slide 9 - Slide

Comprobar Cap. 4, ejercicio 28b (WB B, p.30)
  1. fuiste
  2. fui, estuvo
  3. fue, hicisteis
  4. hicimos, estuviste
  5. tuve
  6. tuvo
  7. tuvo, fue
  8. hicieron
  9. hizo, estuvo
  10. estuvimos, fuimos

Slide 10 - Slide

p. 12  Extra boekje

● Hola, Javier, ¿qué tal el fin de semana pasada?
o Fue un fin de semana fantástico. Sobre todo ayer.
Ayer fue. mi domingo perfecto.
● ¡Interesante! ¿Y por qué? ¿Fue usted a la playa?
o No, yo me quedé en la cama con mi mujer y mis hijos. Nosotros
dormimos todos hasta las 10.
Luego yo me levanté, mi mujer fue a comprar
pan y cruasanes, yo salí a comprar el periódico. Y después
nosotros  desayunamos todos sin prisa.
Yo leí el periódico en la terraza, tomando el sol.
Luego nosotros invitamos a unos amigos a comer.
Mi mujer y yo preparamos una paella deliciosa.
Nosotros pasamos casi dos horas de sobremesa, simplemente
hablando y tomando café. Después nuestros amigos volvieron a
casa, y yo decidí dormir una pequeña siesta. Como ve, nada
especial, pero muy relajante.
Después nosotros salimos todos juntos a dar un paseo por la playa, y
al final nosotros vimos una película en DVD en casa. Es que soy
una persona muy familiar.

Slide 11 - Slide

Frases clave (10)
Kettinggesprek: 
Frases Clave K (TB p.63)



Slide 12 - Slide

Los inventos más curiosos
EN PAREJAS: 
1. Lee un párrafo del texto G (TB p.60). 
2. Escribe un resumen del párrafo.
3. Comparte con el grupo el resumen de tu párrafo.

Después individualmente:
Hacer ej. 22 (fuente G, WB B p.67)

¿Terminado?
Comenzar con ej. 23



timer
15:00

Slide 13 - Slide

REPASO GRAMÁTICA (15m)
1) aanwijzend voornaamwoord (klas 2) TB p.95 
uitleg in TB p.95 + onder oogje
maken oef 28

2) trappen van vergelijking
uitleg in bron J + onder oogje
maken oef 30 

Optie: 
zelfstandig bestuderen OF uitleg in kleine groep
openen voor afbeelding
openen voor afbeelding

Slide 14 - Slide

Evaluación
En esta clase he aprendido:

Slide 15 - Open question

Deberes
Estudiar: 
herhalen bron J (trappen van vergelijking)
bron K frases clave

Hacer: 
afmaken oef 22, 28, 30

Slide 16 - Slide

GRAM: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp (repaso) 
1) En clase: Ver el vídeo 'meewerkend voorwerp'

(Después de la explicación: ->  Hacer ejercicio 15 (WB B p.62-63))

¿ Terminado?
Frases clave E (TB. p. 58): lees alle zinnen, noteer per zin 
de persoonlijke voornaamwoorden als lv en als mv  
timer
5:00
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp

Slide 17 - Slide

De trappen van vergelijking, fuente J
  1. Ve el vídeo.
  2. Estudia la explicación en tu libro, TB. p.63, fuente J.
  3. Je boek legt niet alleen de stellende en de vergrotende trap uit, maar ook de 'overtreffende trap'. Bestudeer de uitleg goed.

Na de uitleg:
Maak oefening 29 uit je werkboek (p.72-74)

Slide 18 - Slide

GRAM: pretérito indefinido 
  1. Herhaal de pretérito indefinido: TB p.101 nr. 19
  2. Bestudeer de onregelmatige werkwoorden H4 bron I : 
  • estar (zich bevinden, zijn)
  • ser (zijn)
  • ir (gaan)
  • hacer (doen, maken)
  • tener (hebben)
3. Ga naar verbuga.eu/Esmi/ (of google 'verbuga spaans')
-> Links op het scherm: Kies een werkwoord uit het lijstje.
-> Rechts op het scherm:  Kies 'pretérito indefinido'.
4. OEFEN (ook thuis). Wanneer het goed gaat voeg je een extra werkwoord uit het lijstje toe.


timer
10:00

Slide 19 - Slide

Wat vond je van deze les? 
Wat vond je goed, en wat kan beter? 
Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Slide 20 - Slide

Wat vond je goed aan deze les?
Geef concrete voorbeelden.

Slide 21 - Open question

Kijk terug op deze les:
Wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 22 - Open question

Meewerkend voorwerp.
De plek van me/te/le/nos/os/les
is:
A
na het onderwerp van de zin
B
voor de persoonsvorm
C
voor de persoonsvorm, of achter het hele werkwoord plakken
D
voor de persoonsvorm, of voor het hele werkwoord

Slide 23 - Quiz

Meewerkend en lijdend voorwerp
Objeto indirecto (meewerkend voorwerp)
  • Doy un vaso de agua a Ana. -> Le doy un vaso de agua.
  • Compras un regalo para mí. -> Me compras un regalo.

Objeto directo (lijdend voorwerp)
  • Veo el hermano de Juan. -> Lo veo.
  • Veo unos gatos -> Los veo.

ESTUDIAR: fuente D, TB p.58 (lijdend voorwerp)

Slide 24 - Slide

Is het lijdend voorwerp een persoon? Dan 'a' voor het zelfstandig naamwoord of de eigennaam. 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Kolommen-opdracht bron C, ejemplo: Máxima
Presente

...



Indefinido

nació = werd geboren
...
Imperfecto

era = zij was
...

Slide 27 - Slide