This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
H1 Hoe welvarend ben jij?
Paragraaf 1.4 Wordt alles duurder?
Slide 1 - Slide
Wat weten we nog/al?
Slide 2 - Slide
Leerdoelen 1.3
Je kunt uit een begroting conclusies trekken.
Je kunt drie soorten inkomens onderscheiden.
Je kunt de gezinsuitgaven in drie groepen indelen.
Je kunt bedragen omrekenen van maand naar week en omgekeerd.
Je kunt een reservering berekenen.
Slide 3 - Slide
Begrippen paragraaf 1.3
Begroting
Budgetteren
Dagelijkse uitgaven
Incidentele uitgaven
Nibud
Reservereen
Soorten inkomens
Vaste lasten
Slide 4 - Slide
Leerdoelen 1.4
Je kunt een verandering in procenten berekenen.
Je kunt uitleggen wat inflatie is.
Je kunt uitleggen wat de gevolgen van inflatie zijn voor je koopkracht.
Je kunt met indexcijfers de verandering van lonen prijzen vergelijken.
Je kunt berekeningen maken met behulp van idexcijfers.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Vroeger kostte een frikandelbroodje €0,89 en nu €1,25 hoeveel procent is de prijs gestegen?
Slide 7 - Open question
Stijgen of dalen de prijzen?
In Nederland worden prijsstijgingen en prijsdalingen onderzocht door het CBS.
Een algemene stijging van de prijzen noem je inflatie. Het gevolg van inflatie is dat je voor hetzelfde bedrag minder kunt kopen dan eerst. Je geld wordt minder waard.
Het omgekeerde van inflatie is Deflatie. Bij deflatie is er een algemene daling van de prijzen.
Slide 8 - Slide
Koopkracht
Veranderingen van prijzen hebben gevolgen voor je Koopkracht.
De koopkracht geeft aan hoeveel goederen en diensten je met je inkomen kunt kopen.
Stijg je loon in procenten meer dan de inflatie dan stijg je koopkracht.
Met meer koopkracht neemt je welvaart toe.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Cijfers vergelijken
Met een indexcijfer kun je procentuele verandering zien ten opzichte van een afgesproken periode.
De afgesproken periode noem je het basisjaar.
Het basisjaar krijgt altijd indexcijfer 100.
Stel het basisjaar is 2020. Dit jaar zijn de lonen 6% hoger dan in 2020. Het indexcijfer van de lonen is dan dit jaar 106.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
In het basisjaar was de gemiddelde prijs van een paar schoenen €49,50. Twee jaar later was de gemiddelde prijs €50,99. Wat is het indexcijfer?
Slide 14 - Open question
Je kunt nu
Je kunt een verandering in procenten berekenen.
Je kunt uitleggen wat inflatie is.
Je kunt uitleggen wat de gevolgen van inflatie zijn voor je koopkracht.
Je kunt met indexcijfers de verandering van lonen prijzen vergelijken.
Je kunt berekeningen maken met behulp van idexcijfers.
Slide 15 - Slide
Begrippen paragraaf 1.4
CBS
Deflatie
Indexcijfer
Inflatie
Koopkracht
Slide 16 - Slide
Aan het werk!
Maken opdrachten 1.4: 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10 en 11
Maken Rekenopdrachten: 18, 20 en 21
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.